Tekstweergave van GA-1959_JB051_00009
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
NEGEN
EN
VIJFTIGSTE
JAARVERSLAG
VAN
HET
GENOOTSCHAP
AMSTELODAMUM
lopende
over
het
jaar
1958
(uitgebracht
op
de
algemene
ledenvergadering
van
28
februari
1959)
Het
jaarverslag
van
ons
genootschap
over
1958
dient
in
de
eerste
plaats
melding
te
maken
van
het
gouden
jubileum
van
de
oudste
periodieke
uitgave:
het
jaarboek.
De
verschijning
van
het
vijfstigte
jaarboek
achtte
uw
bestuur
belangrijk
genoeg
om
het
eerste
exemplaar
16
oktober
ten
stadhuize
officieel
aan
te
bieden
aan
de
beschermheer,
mr.
G.
van
Hall.
Hoeveel
kennis
van
en
liefde
voor
onze
stad
hggen
ip
deze
indruk
-
wekkende
reeks
besloten?
Mr.
H.
van
Riel’s
voortreffelijke
overzicht
„Vijf
decennia
Jaarboek
Amstelodamum”,
waarmede
de
jubileumuitgave
opent,
ontslaat
ons
van
de
verplichting
hier
nader
op
in
te
gaan.
Twee
bestuursleden,
die
zich
thans
in
het
bijzonder
met
de
samenstelhng
van
de
jaar
-
boeken
bezig
houden,
de
redactrice
mejuffrouw
dr.
I.
H.
van
Eeghen
en
ir.
R.
Meischke,
zagen
hun
studies
door
een
jury
van
hoogleraren
in
de
kunsthistorische
vakken
bekroond
meteen
eervolle
onderscheiding:
23
december
werd
hun
in
het
Frans
Hals-Museum
te
Haarlem
resp.
de
Arnoldus
Bucheliusprijs
en
de
Carel
van
Manderprijs
uitgereikt.
Indien
wij
de
zaken,
die
ons
genootschap
gedurende
het
verslagjaar
in
het
bijzonder
hebben
bezig
gehouden,
de
revue
laten
passeren,
dan
willen
wij
beginnen
met
de
ont
-
wikkehng
te
volgen
van
enkele
der
in
het
vorige
jaarverslag
reeds
behandelde
onder
-
werpen.
Als
belangrijkste
feit
moeten
wij
boekstaven,
dat
de
strijd
over
de
plaats
voor
het
nieuwe
gebouw
van
de
Nederlandsche
Bank
17
december
door
de
gemeenteraad
werd
beslist
in
een
ook
door
ons
genootschap
steeds
gepropageerde
zin:
niet
aan
de
Oude
Turfmarkt.
Mi
ij
bezigen
met
opzet
deze
negatieve
formulering,
omdat
de
thans
gekozen
plaats,
het
Frederiksplein,
geen
onverdeeld
gunstige
pers
heeft.
Naar
de
mening
van
velen
is
dit
plein
bij
uitstek
geschikt
als
plaats
voor
het
nieuwe
operagebouw,
dat
nu
waarschijnlijk
met
het
huidige
RAI-terrein
genoegen
zal
moeten
nemen.
Zoals
wij
reeds
meerdere
malen
hebben
betoogd,
achten
wij
de
„universitaire”
bestemming
van
de
Oude
Turfmarkt
bijzonder
gelukkig,
mits
dit
niet
ten
koste
zal
gaan
van
de
waardevolle
elementen
in
de
bestaande
bebouwing.
In
het
vorige
konden
wij
reeds
met
voldoening
gewag
maken
van
het
behoud
van
het
Anne
Frankhuis
(Prinsengracht
263),
dat
thans
in
de
veilige
handen
is
van
de
Anne
Frank
Stichting
en
waarvan
de
restauratie
reeds
is
aangevangen.
Een
nieuw
gevaar
dreigde
door
sloping
van
de
aangrenzende
huizen
Prinsengracht
265
en
267,
die
echter
dank
zij
een
grootscheepse
inzamehng
onder
leiding
van
de
burgemeester
nog
juist
op
tijd
door
de
Stichting
konden
worden
aangekocht.
Het
behoud
van
het
Anne
Frankhuis
mèt
de
naaste
omgeving
is
een
hchtend
voorbeeld
van
hetgeen
een
door
de
ganse
burgerij
gedragen
actie
vermag
1
Een
moeizamer
verloop
heeft
de
actie
tot
het
bijeenbrengen
van
gelden
voor
de
res
-
tauratie
van
de
Oude
Kerk
door
de
gehjknamige
stichting,
waarin
Amstelodamum
5