Tekstweergave van GA-1953_JB045_00090

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
dan niet gehad want tenslotte heeft het stadsbestuur zich bij de feiten neerge - legd en eindelijk bij de keur van 30 Augustus 1630 zowel het verzwaarde gewicht als het voor enkele goederen ingeburgerde lichte gewicht gelegaliseerd. (16) De regeling die toen werd getroffen is tot het begin van de 18e eeuw van kracht gebleven. Met Luiks gewicht mochten Luikse spijkers worden gewogen, ook een lichte gewichtssoort, en met Brabants gewicht kwikzilver, cochenille (17) en zijde „in ’t gros”. Omdat in andere steden, met name in Haarlem, Bra - bants gewicht voor garens werd gebruikt, voegde men op verzoek van de garentwijnders in 1633 te Amsterdam aan deze artikelen nog garens toe. (18) En eindelijk werd in 1643 aan de kammenmakers nog toegestaan om hun werk met Brabants gewicht te verhandelen. (19) Het Amsterdams gewicht was voorgeschre - ven voor de handel in zijde in het klein en verder voor alle andere artikelen. In 1721 werd nog uitdrukkelijk bevolen dat in koffie- en theewinkels uitsluitend met Amsterdams gewicht moest worden gewogen. (20) De apothekers gebruikten dit gewicht ook bij de handel in medicamenten maar bij de bereiding van recepten daarentegen medicinaal gewicht. Het medicinale gewicht, dat ook buiten Amsterdam overal door geneeskundigen en apothekers werd gebruikt, is eigenlijk Troois gewicht maar met een andere onderverdeling dan meestal in de goud- en zilverhandel gebruikelijk was. De handel in edele metalen wordt in de keur van 1630 in het geheel niet genoemd. Dat men daar uitsluitend met Troois gewicht woog was blijkbaar vanzelfsprekend. Volledigheidshalve moeten nu nog twee gewichtseenheden worden genoemd die we nooit in een keur over gewichten vonden vermeld, het juwelierskaraat, het 1/150 deel van een Amsterdams ons, metrieke waarde 0,206 g, en het Troois karaat van de zilversmeden, het 1/160 deel van een Troois ons, metrieke waarde 0,192 g. (21) Van Swinden geeft voor het juwelierskaraat op 4 4/15 azen Troois, waardoor men tot een iets kleinere waarde komt, namelijk 0,205 g. (22) Tenslotte willen we hier nog de onderverdeling en de metrieke waarde van het Hollands Troois, het medicinaal, het Amsterdams- en het Brabants gewicht geven. (23) Hollands Troois gewicht. Pond (492,168 g) = 2 mark; mark (246,084 g) = 8 ons; ons (30,760 g) = 20 engels; engels (1,538 g) = 32 aas; aas (0,048 g). Medicinaal gewicht. Pond (369,126 g) = 12 ons; ons (30,760 g) = 8 drachma; drachma (8,203 g) 3 scrupel; scrupel (1,282 g) = 20 grein; grein (0,064 g). 16. Keur van 30 Augustus 1630, Handvesten van Amsterdam, 111, blz. 927. 17. Cochenille was een rode kleurstof. 18. Keur van 14 October 1633, Handvesten van Amsterdam, 111. 19. Keur van 29 Januari 1643, Handvesten van Amsterdam, 111, blz. 935. 20. Keur van 31 Januari 1721, Handvesten van Amsterdam, 111, blz. 931/932. 21. Evert de Marre, Bericht van de Maaten en Gewigten te Amsterdam in gebruik, hunnen oorsprong en inhoud. Volgens resolutien van de Algemeene Vergadering des Oeconomischen Taks van de Hollandsche Maatschappije der Wetenschappen te Haarlem; 1784. 22. Van Swinden, blz. 383. 23. Zie Berck. 50