Tekstweergave van GA-1951_MB038_00020

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
16 AMSTELODAMUM samenvatting moet geven, nadat Christensen en Wllson in hun bekende werken reeds waren voorgegaan en Mrs. Carter spoedig zal volgen. H. Klompmaker. Buitensporigheden in en om de kerken. Vóór dat Amsterdam zich definitief bij de Re - formatie en de opstand tegen Spanje bad aan - gesloten, werden de huwelijken in de kerken des avonds gesloten. Daarna geschiedde dit overdag. Heel plechtig was de entourage niet. Een keur van 7 Augustus 1578, uitgevaardigd om de buitensporigheden in en om de kerken, zowel hij trouwpartijen als tijdens de predikaties tegen te gaan, spreekt van het klimmen der nieuwsgierigen ,,op de traliën” (het koorhek), ,,roupen, crijten en messen slypen.” Vooral de jeugd liet zich niet onbetuigd. Op alle uren van den dag maakte zij kerken en kerkhoven onveilig met ,,eaetsen, loopen, thollen, balslaen, vechten, werpen met steenen” en andere ,,onsteuricheyt.” Het Gerecht dreigde alle knapen, die op heeter - daad betrapt werden, ,,te leggen tusschen twee dueren vande gevanckenisse deser Stede”. Volwassenen moesten een boete betalen. voiwa-sseiieii mucoccu Veel uitwerking schijnt de welgemeende poging, om ouders en kinderen goede manieren bij te brengen, niet te hebben gehad. De 31e Octo - ber d.a.v. althans werd een bijna gelijkluidende keur afgekondigd, die al evenmin vermocht, bet kwaad de wereld uit te helpen. Dit leert ons een geschiedenis, door Gerard Brandt in zijn Historie der Reformatie, dl. I, blz. 601, mede - gedeeld. . T -1.41J J 9.\ Een zes a zeven maanden na de Alteratie zou een aanzienlijk Amsterdammer in het huwe - lijk treden met een jongedoehter, die er bezwaar tegen maakte, temidden van een oneerbiedige menigte de grote stap van haar leven te doen. Hierbij kwam, dat zij wat bloo van aard was. Bij de ondertrouw gaf de bruidegom dan ook de wens te kennen, dat de voltrekking op het Stadhuis, waar minder toeloop was, zou plaats hebben. Commissarissen van huwelijkse zaken hielden hem voor, dat hij, als een goed patriot, die als balling buitenslands had ge - zworven, de manier der (reuzen behoorde te volgen; ten genoege van de bruid kon de plechtigheid misschien wel na het avondgebed in de kerk, wanneer er een minder tumultueus ogenblik was, geschieden. Hiertegen rees echter verzet. Predikanten en Kerkeraad wilden van de eenmaal gevestigde gewoonte niet afwijken. Na veel praten kregen de jongelui eindelijk toestemming, maar geen enkele bedienaar des Woords wenschte op een zo ~Roomsche wijze het trouwlustige paar tot man en vrouw te verheffen. Er moest een dominee van buiten de stad uitgenodigd worden, die aan de netelige kwestie ten slotte een einde maakte. Wagenaar, Amsterdam I 382, heeft Brandt goedgelovig naverteld en zo kreeg deze bruiloft met hindernissen een grotere bekendheid. Gecontroleerd is deze geschiedenis, naar mijn weten, niet. Toevallig vond ik in de notulen van de Kerkeraad het geval in sobere bewoordingen vermeld. Allereerst was van belang, dat hier de naam van de vader der bruid werd genoemd: Symon Jacobsz. int Boot. Al heel gauw had ik toen ook de ondertrouw-aantekening der beide verloofden in een der desbetreffende registers ontdekt. Op de eerste November 1578 gingen ~voor de roó-deur”: Gerrit Willemsz., van Harderwyck, en Dieuwer Symons, van Amster - dam, de laatste geassisteerd door haar vader, Simon Jacobsz. De voltrekking van het huwe - lijk had eerst plaats in December. Wat was er tussen deze data geschied? Wij slaan de protocollen van de Amsterdamse Kerkeraad weer op. De 9e November had de vader van de bruid zich vervoegd in deze eer - waarde vergadering en daar verzocht, of de huwelijkssluiting mocht plaats hebben te zijnen huize. De heren legden geen moeilijkheden in de weg, maar meenden te moeten laten vast - leggen, dat niemand zich in de toekomst op deze beslissing mocht beroepen. In de woorden van de scriba: Optneerstich bidden, van symon jacobsz. int boot is gheconsenteert, dat syn dochter binnen syn huyse in tegenwoordicheyt der bruiloftsluyden zoude ghetroumt werden, door dien dat dije niet conde gaan tot inde kerck; sonder datmen dit in eenige eonsequencie sal moghen trecken. Hiermede is de zaak tot haar ware proporties teruggebracht. Het probleem werd eenvoudiger opgelost dan Brandt en zijn berichtgever meen - den. Ook is de bewering van Wagenaar onjuist, dat de keur van 31 October 1578 in het leven was geroepen, nadat een onverdacht Geuzenpaar bijna op het Stadhuis was getrouwd. De keur was anterieur aan het geval en had er dus niets mee te maken. Een nieuwe verordening op de handhaving der orde in de kerken werd pas de 24e December 1653 van de pui afgelezen, en we mogen aannemen, dat de bloode Diewertje toen reeds vergeten was. 1) A. Christensen: Dutch trade to the Baltic. Ch. Wilson: Anglo-Dutch commerce and f inance in the eighteenth century. Mrs. Carter over de financiële verhouding tussen Londen en Amsterdam in de 18de eeuw. 2) Deze gebeurtenis viel op 26 Mei 1578. 3) D. T. B. 401, fol. Bvo. 4) D. T. B. 988, fol. 1. Protocollen Kerkeraad Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam, dl I, fol. 6.