Tekstweergave van GA-1949_MB036_37073

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Stad geworden, als ware de betrekking, die ik steeds op haar heb gevoeld, op nieuw versterkt en verlevendigd en of mij een dubbel regt is gegeven om roem te dragen op haar grootsch verleden, op haar glansrijk heden, om fier te zijn op dit nieuwe tijdperk van haren bloei, op iedere schrede, die zij vordert op intellectueel, op materieel gebied en een regt ook om haar eene toekomst te voorspellen, toe te wenschen voor ’t minst, die aan haar schitterendst ver - eden herinnert, zonder de schaduwzijde van dien goeden ouden tijd, die wel zeker zijne vlekken en rimpels had. Waartoe ze op te tellen? De geschiedenis ligt daar voor ons open, die niets verheelt, maar alles verklaart; die ons zegt hoe zij groot werden, die Regenten uit de oude urgenj, toen ze eens aan vreemden dwang ontworsteld, zich als vrije mannen toonden en voor zich en hunne nazaten magt en rang verwierven aan Vorstenrang gelijk; hoe zij schatten ver regen, maar ook schatten wisten te offeren, waar het de grootheid hunner stad gold; hoe Amsterdam waagde en ondernam, wat hare zustersteden niet aandurfden. Wie kan herdenken aan het oude Amsterdam zonder dat het hart sneller klopt en de borst zich fier verheft? Het Amsterdam van de Bickers, de Realen, van dien Burgemeester Hooft de eerste Pieter Cornelis van de Van Beuningens, van de Tulpen, van de Sixen, de Witsens! wie kan ze optellen Die allen na te volgen, voort te zetten op eigene wijze in nieuwen vorm, de vrucht vaneen nieuwen geest en tijd te paren aan de winst door de lessen der Historie gemaakt, en zoo „te toonen wie Gij zijt” zooals Uw Vondel het uitdrukt, niet slechts in kloek voorwaarts streven, maar ook in die kracht, die zich zelfweet te sparen en in te houden, dit, Achtbare Heeren! is het wat mijn dankbaar hart U toewenscht, U toebidt. Zonder den zegen des Allerhoogsten is Uwe Stad niet groot geworden, met dien zegen is hare toekomst verzekerd. Ik geloof aan de kracht van dien zegen, want ik weet wat mij, zwakke, staande heeft gehouden nu zeventig jaren lang! Zij het mij vergund dien zegen over Uwe Achtbare Hoofden, over Uwe kostbare Stad in te roepen. Met verschuldigden eerbied Uwe dankbare Den Haag, 2 October 1882. A. L. G. Bosboom—Toussaint. * * * i SQo ZO m er de . b , rief VM de grote schri j fster welke werd afgedrukt in het Gemeenteblad van October 2 1, blz. 495/496 en die, naar de heer de Ridder terecht opmerkt, merkwaardig is, niet het minst Vanwege de bewoordingen. HET „HUIS PARIJS” Naar aanleiding van de bijdragen over dit onderwerp inde April-aflevering van het Maandblad, memoreert de heer Ch. van Kempen van het architectenbureau van die naam al - hier, dat over de geschiedenis van het huis »PARIJS” een uitvoerig artikel is verschenen Van de hand van de heer E. van Houten in iet Jaarboek XL (1944). De heer van Houten heeft in opdracht van hem deze studie gemaakt aangezien de heer van Kempen destijds het Verzoek kreeg de restauratie en verbouwing Voor te bereiden. Ten aanzien van het artikel van de heer C. Visser oierkt de heer van Kempen op, dat boven in heide siervazen op de volutes door hem tijdens de restauratie een flink dookgat ge - constateerd is, zodat de vraag rees wat hier bovenop gestaan kan hebben. zou de heer Van Kempen gaan denken aan twee hoofden *odat deze gevel dan waarschijnlijk óók drie loofden gehad heeft, evenals Singel 116. °k de heer H. W. Alings verwijst naar het 'H'tikel van de heer van Houten. aaruit blijkt naar hij releveert, dat de tegen - woordige gedaante van het huis van omstr. 17X3 dateert. In 1626 kwam het in eigendom aan de wijnkoper Pieter Parijs, vanwaar de huisnaam inde gevel stamt. In het kohier van de 200ste penning over 1631 vond de heer A. opgetekend Pr. Jansz. Parijs. In 1686 vermeldt van Houten woonden Jan Frederik Mamuchet, heer van Houdringen gehuwd met Catharina van Heusden, op de Nieuwendijk (153), welk echtpaar in genoemd jaar al de bezittingen erfde van hun medebe - woner Joannes Foulaer, w.o. het huis „Parijs”. Nadien (v. H. zegt omstr. 1715, de Voorl. Mon. lijst omstr. 1720) werd dus het alliantie wapen Mamuchet- van Heusden inde top aangebracht. Bij Rietstap wordt het wapen rechts, = van Mamuchet (van Houdringen), afgebeeld en de beschrijving luidt: Picardië; Holland. Van zilver met rode keper en 3 saracenkoppen met ravenbekken van natuurlijke kleur. D’arg. au chev. de qu., ace. de trois têtes de sarasin de cara., a bec de corbeau. .. .). Als hehnteken zulk een kop, mantel waartussen twee vederen, zilver in rood. In verband met het devies luidende: „Sous I’ombre de ses aisles m’a muchet” (Inde scha- 73