Tekstweergave van GA-1948_MB035_35148

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM zat ook een vertegenwoordiger van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boek - handels. ~ Het museum werd aanvankelijk ondergebracht inde voormalige Agnietenschool aan de O. Voorburgwal en daarna inde typografische bibliotheek van de N.V. Lettergieterij „Amsterdam voorheen N. Tetterode; de heer Hartkamp werd de eerste conservator der Stichting, welke, zoa ' gezegd, thans bijna 25 jaar in het Korenraetershuisje is gevestigd. Wat er te zien is in het Persmusk' m ' Wat is er nu eigenlijk in dit museum te zien? zal men vragen. Het antwoord hierop is. . . <- ell wedervraag; het werd reeds in 1903 door de heer Van Waalwijk gegeven en geldt nog heden onverzwakt; het luidde aldus: , „Wat is de waarde vaneen oudheidkundig museum of vaneen archief? Wie er zonder doel ron loopt, verveelt zich binnen een kwartier; wie er wat in na te speuren heeft, noemt de waar onschatbaar. ! „Natuurlijk is ons museum niet een onderhoudende tentoonstelling: maar men vindt er de 8 schiedenis van nu welhaast alle bladen, die ooit in Nederland zijn verschenen, van de alleroud* tot de bladen van onzen tijd, vertegenwoordigd dooreen nummer uit elke periode, die zij doorgemaakt: eerste nummers, feestnummers, herinneringsnummers laatste nummers °° van die bladen, welke den strijd om het bestaan niet wisten vol te houden. „L’histoire en action” zouden wij kunnen zeggen: de geschiedenis der bladen in die bladen ze medegedeeld of door veranderd uiterlijk aangetoond.” De alleroudste Nederlandse krant waarvan het bestaan totdusver bekend is, een exemplaar 11 1618, bezit bet Persmuseum tot zijn leedwezen niet. Daarvoor komt de eer toe aan . . . de Kon 11 ' lijke Bibliotheek te Stockholm. Zij werd er in 1938 ontdekt door de bibliothecaris van de Stedehj en Universiteitsbibliotheek van de Zweedse havenstad Gothenburg, Folke Dahl, die een spe studie heeft gemaakt van Nederlandse kranten uit de 17e eeuw. Hij heeft er zelfs, naar men weP een standaardwerk over geschreven, dat in 1947 is uitgekomen en getiteld is „Dutch Coran 1618—1650'). Het Persmuseum, dat de schrijver fotocopieën uit zijn verzameling had do‘ toekomen mocht een exemplaar ontvangen (de oplage bedroeg slechts enkele honderden) heeft een ereplaats gekregen inde bibliotheek van het museum. Ben facsimile van die eerste kra naar aangenomen wordt gedrukt door Gaspar van Hilten, is in het Persmuseum Dat die Nederlandse bladen uit de 17e eeuw heel m Zweden werden aangetroffen lijkt vreei" , dan het is, want er was in die tijd een levendig diplomatiek en handelsverkeer tussen Nedei en Zweden en uit deze bladen, die vooral aandacht besteedden aan de rubriek „buitenlui 1 was voor de Zweden, die ook onze taal wel machtig zullen geweest zijn, wel wat nieuws te ba Ook slechts in facsimile aanwezig is in het Persmuseum het tweede bekende exemplaar in volg® van oudheid, uit 1619, maar het origineel is dichter bij huis gebleven namelijk inde Konink Uj Bibliotheek te ’s-Gravenhage. Het is eigenlijk geen krant maar ... een extra-editie zoals het nu zouden noemen, een verslag n.I. van de terechtstelling van Oldenbarnevelt of gebJ wijdlopige titel luidt een „Verhaal van den doot des Advocaets van Hollant / Johan van Dl .. Barnevelt / hoe hij op den 13 Mey 1619 inden Haghe onthooft is / also iek ‘t selve gesien Dit „verhaal” is ook daarom van belang, omdat er uit blijkt, dat er toen al een op geregelde tl] \ g uitkomende krant verscheen. De bekende drukker Broer Jansz want van hem is deze ~spe < editie” afkomstig schrijft namelijk aan het slot: „Wat voorders passeert sal ic UB toecoira Vrijdaghe inde Courante mede deelen.” ,^ eC l Het derde exemplaar vaneen Nederlandse krant waarvan het bestaan bekend is, is wèl in in het Persmuseum aanwezig. Het dagtekent uit 1620 (juist even oud dus als het huisje W het is ondergebracht), is ook van Broer Jansz en bevat blijkens de kop een „Gort onderricht de droevighe ende ellendige geschiedenisse / in ’t Koninckrijk Bohemen / op ’t Slot tot Gyts c op den eersten Februari 1620.” (Zie nevenstaande afbeelding). Wie van deze droevige en elle 11 % geschiedenis, een aanslag met buskruit, waarbij verscheiden doden vielen, wil kennis nemen, dus waar hij hiervoor terecht kan. Het exemplaar is door het Amsterdamse gemeentearchief het Persmuseum in bruikleen afgestaan. ( j e ii De volgende eeuw, de achttiende, is in het Persmuseum goed vertegenwoordigd o.a. door bh uit de tijd van de patriotten en de prinsgezinden en van de Bataafse republiek. Van de tiende vindt men er om te beginnen bladen uit de tijd van de Franse inlijving. En zo zouden wij aan het opsommen kunnen blijven tot op de huidige dag, want het m uS , v" 11 !) Men zie het artikel „De oudste Amsterdamse Couranten” in het Februari-numrne 1 dit jaar, blz. 26. 148