Tekstweergave van GA-1943_MB030_08112

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Evert Smit f Met groot leedwezen hebben wij kennis ge - nomen van het overlijden van den heer Evert Smit, op 58-jarigen leeftijd, den 4dcn Dctober j.1., te Koog a/d Zaan. Hoe levendig herinneren wij ons de uitnemende wijze waarop hij op 14 Juni 1941 onze voorjaars-exeursie naar Koog en Zaandijk en ons bezoek aan de Zaanlandsche Oudheidkamer, het Molenmu - seum en den molen het Pink, leidde. Het oud-Zaansche koopmanshuis, waarin de Zaan - landsche Oudheidkamer sinds 14 December 1940 is gevestigd en dat, naar wij toen schreven, met zijn naar den stijl der 18e eeuw gedeco - reerden Zaanschen Louis-XV gevel, misschien het mooiste historische pand van de geheele streek is, was een geschenk van den heer Smit, die ook in het bestuur van deze Oudheid - kamer een belangrijke rol speelde. Van de vereeniging „de Hollandsche Molen”, waarin hij zijn eenmaal zoo molenrijke geboortestreek vertegenwoordigde, was hij almee een zeer geacht bestuurslid. Ook voor ons genootschap waarvan hij lid was, toonde hij groote belang - stelling. Nog betrekkelijk kort voor zijn dood toonde hij dat door het zenden vaneen bijdrage voor het Maandblad. Haarlem bezoekt Amsterdam. Uit het verslag van onze voorjaars-exeursie naar de Spaarnestad, op 10 Juni j.1., is reeds ' gebleken dat bestuur en leden van onze zuster - vereeniging aldaar voornemens waren binnen - kort een contra-visite aan Amsterdam te brengen. Dat tegenbezoek heeft op Zaterdag 16 October j.l. plaats gehad, en op grónd van de uitla - tingen van Haerlems voorzitter, den heer J. Tadema zelf, durven wij zeggen dat het welgeslaagd is. Een 200-tal dames en heeren, met aan het hoofd de heeren Tadema en Dijkema (secretaris der vereeniging), stapten om half twee uit de Haarlemsche tram, en werden aan het eindpunt inde Spuistraat op - gewacht door verschillende onzer bestuurs - leden, met vooraan den voorzitter, mr. A. Ie Cosquino de Bussy. Er was in overleg met Haerlem een programma opgemaakt voor een rondwandeling door het oudste gedeelte van de stad, waaraan wij dadelijk mogen toevoegen dat zij door niet - ongunstig weder, grijs maar droog, begunstigd werd. Ter inleiding van de rondwandeling was door ons de tekst geleverd voor een folder, die eenige dagen van te voren aan de leden van Haerlem was toegezonden. Met het oog op het groot aantal deelnemers werd het gezelschap in twee groepen verdeeld. De eerste bezocht eerst het Begijnhof en daarna het Burgerweeshuis; de tweede bracht deze zelfde bezoeken in omgekeerde volgorde. In het Begijnhof diende onze voorzitter met een als altijd geestig woord van toelichting; in het Burgerweeshuis gaf de directeur, de heer van Ravesteyn, persoonlijk, ondanks de be - slommeringen, die deze tijd ook voor hem als hoofd van deze inrichting meebrengt, voor - lichting. Vervolgens werd gewandeld langs de Gximnes (’t Gebed zonder end!), naar den Oudezijds Voorburgwal, waar achtereenvolgens aandacht werd geschonken aan het Huis aan de Drie Grachten, de Agnietenkapel, het Prinsenhof, en (aan de overzijde) de Bank van Leening en de St. Pietershal. Naar die zijde overstekende, kwam men van lieverlede aan de Oude Kerk, voor de bezichtiging waarvan ons medelid, ir. H. Voorham, secretaris van de commissie voor de restauratie, zich veel moeite heeft gegeven. Hij beklom den kansel, om van daar een korte historische toelichting betreffende het gebouw te geven en geleidde daarna de bezoekers de geheele kerk rond. Zijn woord was doorgloeid van de liefde welke hij voor Amsterdams oudste monument koestert. Boven - dien werd men, dank zij zijn bemoeiingen, door den organist Han Hoogewoud op muziek van Bacil onthaald. Tenslotte is ook nog het museum „Amstel - kring” (de oude schuilkerk „Ons’ Lieve Heer op Solder”) bezocht. Hier trad de conservator, de heer O. L. van der Aa, als voorlichter op. Aan alle deelnemers werd een gedrukte kaart met inlichtingen ter hand gesteld. Inden wintertuin van Krasnapolsky boden wij onzen gasten een kop thee ten afscheid aan. De heer Tadema heeft hier namens de Haarlemmers een woord van dank voor de ontvangst gesproken, waarop onzerzijds door mr. Ie Cosquino de Bussy geantwoord is. De Leeuwenburgh gerestaureerd. Wij lezen inde pers; De vereeniging „Hendrick de Keyser” heeft wederom een van Amsterdams oudste en fraaiste huizen voor ondergang behoed. Het huis Leeuwenburgh aan den O.Z. Voorburg - wal 14, eender meest pittoreske plekjes van het oudste Amsterdam, is eenige maanden geleden gerestaureerd door den architect Jan de Meijer en thans officieel in gebruik genomen door den huurder, den heer L. Weilers, die in het gebouw een taverne zal exploiteeren. De Leeuwenburgh is een koopmanshuis uit de zestiende eeuw, vermoedelijk omstreeks 1580 gebouwd. Woonhuizen uit dien tijd zijn zeer zeldzaam in Amsterdam en het is dan ook toe te juichen, dat deze restauratie, die mogelijk was dank zij subsidies, van rijk, AMSTELODAMUM 112