Tekstweergave van GA-1943_MB030_08109

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Willem de Vrij. Den 22en Maart 1622 werd voor den Westertoren de eerste steen gelegd. Met den ophouw ging het voorspoedig en wij vinden vermeld dat in 1624 de zijbeuken werden Overkapt en in 1625 de middenbeuk. Op den gedenksteen, boven de toegangsdeur naar de kosterij, staat te lezen: „Tot Oefeninge van de Christelijke Religie is dese Westerkerck ghesticht. Anno MDCXX den IX Septembr. den eersten steen gheleyt, ende Ao MDCXXXI op Pinxterdagh de eerste Predicatie gedaen”. Met den toren was men toen tot halve hoogte gevorderd. In 1638 kwam de toren gereed, evenwel in afwijking van het oorspronkelijke ontwerp. ~ Hendrick de Keyser heeft de voltooiing van zijn werk niet mogen beleven, daar hij den 15en Mei 1621 overleed. Zijn zoon Pieter, opvolger van zijn vader als Stads-steenhouwer, heeft in samenwerking met Cornelis Danckerts „opper-metsel-meester”, den houw van kerk en toren helpen voltooien. Als derde, bij den bouw Betrokken, dient nog vermeld Hendrick Jacobz Staets, Mr. Timmerman. , Allerlei bijzonderheden over de architectuur moeten stilzwijgend voorbij gegaan worden, gezien de mij toegemeten ruimte. Evenwel moet de aandacht nog gevestigd worden op de ornamentatie en vaasvormige motieven als bekroningen van steunbeeren enz., die een verlevendiging van het geheel vormen. Zeer fraai zijn verder de eikenhouten toegangs - portalen met sierlijk beeldhouwwerk. Jammer dat door inhouw vaneen gaanderij een dezer portalen ernstig beschadigd werd. Naast kansel met doophek vormen de, rondom de kolommen gebouwde heerenbanken met de eiken banken langs de wanden, een waardige aankleeding van het interieur. Ten slotte nog een beknopte uiteenzetting over het orgel. Nadat pas in 1683 tot den bouw besloten was, werd dit werk opgedragen aan Roelof Barend Duyschot, een toen nog vrijwel onbekend orgelbouwer. Den 24en Dec. 1686 werd dit instrument na keuring dooreen commissie van 7 organisten, accoord bevonden en ten gebruike overgedragen. Het orgel had toen 38 stemmen en vormde een typisch voor - beeld van de toenmalige Renaissancistische Nederlandsche orgelbouwersschool, ook naar het uiterlijk in vorm en opstelling. Na een bestaan van ruim twee eeuwen werden in 1895 ingrijpende veranderingen aange - bracht, die het geheel niet ten goede kwamen en waarbij veel van de oorspronkelijkheid verloren ging. Aan den dag tredende gebreken en de ongun - stige invloeden vaneen later aangebrachte verwarmingsinstallatie brachten de noodzake - lijkheid tot herstel. Alzoo werd in 1938 op - dracht gegeven tot afdoende restauratie met verbetering van klank en mechaniek. Het orgel werd vergroot met een nieuw vierde manuaal in zwelkast onder inde hoofdorgelkast. De dispositie werd hiermede van 41 op55 1 / 2 stemmen 1 plus 1y 2 transmissies gebracht met hertonatie van het oude pijpwerk. De mecha - niek werd herzien met aansluiting op een geheel nieuwe clectrische speeltafel, zoodat het orgel niet alleen verrijkt werd met een aantal nieuwe stemmen, doch ook toegerust met de rijkste variatie-mogelijkheden van alle Amsterdamsche kerkorgels. In 1940, tijdens de uitvoering der brand - beveiligingsmaatregelen voor het geheele kerk - complex, kwamen uiteen der kelders de orgelluiken van het rugpositief te voorschijn. De prachtige luiken van het hoofdorgel, toege - schreven aan Gerard de Uairesse, werden bij die gelegenheid gerestaureerd, benevens de luiken van het rugpositief, die weer op hun oorspronke - lijke plaats aan het orgel werden teruggebracht. HET HUIS HEERENGRACHT 493 EN ZIJN BEWONERS. Vervolg. In 1649 vestigde Warin zich te Middelburg om ongestoord de gereformeerde religie te kunnen belijden, maar vertrok om gezondheidsredenen met zijn gezin naar Mannheim, dat inden 30- jarigen oorlog was verwoest en waarheen de keurvorst van de Palts vele vreemdelingen lokte door hun aanzienlijke voorrechten toe te staan. Op 8 Januari 1658 trouwde hij voor de tweede maal met Elisabeth Clignet, die hij echter 25 October 1658 weer moest verliezen. Ook uit dat huwelijk werd een kind geboren, dat even - eens jong kwam te overlijden. Hij werd in Mannheim burgemeester, maar keerde na zijn derde huwelijk op 4 April 1660, met Jacqueline Petronella Baelde, in November van dat jaar naar Holland terug, waar hij het huis van zijn derde vrouw in Middelburg betrok. Uit hun huwelijk werden twee kinderen ge - boren, die jong stierven. Na het overlijden van zijn derde vrouw op IX April 1664, verhuisde hij, na voor de vierde maal te zijn gehuwd, met Catharina Bessels in 1665 naar Amsterdam, waar hij zich inde zeep - ziederij, oliehandel en assurantie een groot vermogen verwierf. Het jaar daarop stierf zijn vrouw en op 25 Juli 1668 hertrouwde hij voor de vijfde maal met Maria ten Hove, overleden in 1724, uit welk huwelijk twee kinderen werden geboren, x ) nl.: 109