Tekstweergave van GA-1943_MB030_08107

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM DE 'NAJAARS-EXCURSIE. Elders in dit nummer, onder Bestuursmede - deelingen, vindt men het bericht omtrent de op 13 November a.s. te houden Najaars - excursie, die ditmaal de Noorder- en de Westerkerk ten doel zal hebben. Yan architect J. P. L. Petri Jr. mochten wijde volgende schriftelijke inleiding ontvangen betreffende De Noorderkerk. Van dezen eigenaardigen, vroegen Protes - tantschen centraalbouw werd de eerste steen gelegd op 15 Juni 1620 dooreen zoon van Cornelis Danckerts de Ry, een van de drie bouwmeesters „Hendrick de Keyser, de Ry en Staets”, aan wie de bouw, hetzij aan hen gezamenlijk, hetzij afzonderlijk, toegeschreven wordt. De eerste dienst werd gehouden met Paschen 1623, uit welke data blijkt dat de bouw, voor dien tijd, in tegenstelling met den bouw van de Zuiderkerk en van de Westerkerk, zeer voorspoedig verloopen is. De bedoeling heeft voorgezeten een in ver - houding tot de Westerkerk kleinere kerkte stichten. Men sprak dan ook van de „kapel” op de Prinsenmarkt, in tegenstelling met de „kerk” op de Westermarkt, welker inhoud dan ook het dubbele van die van de Noorder - kerk is. Wegens haar kruisvorm werd zij ook wel de kruiskerk genoemd. Deze Grieksche kruisvorm, met afgeschuinde binnenhoeken, werd indertijd al zeer geprezen en heeft dan ook voor menig kerkgebouw, hier te lande en elders, als voorbeeld kunnen dienen. Voor alles heeft de plattegrond van de kerk groote verdiensten. De opbouw zelf is niet in alle onderdeden, vooral wat het inwendige betreft, even gelukkig en blijft bij die van de Zuiderkerk en van de Westerkerk, onbetwist - baar aan Hendrick de Keyser toegeschreven, zeer zeker ten achter. Vandaar dat men dan ook wel de gevolg - trekking heeft gemaakt dat de bouw van de kerk, tenminste het ontwerp, aan Staets toege - schreven dient te worden. Deze zou als maker van het beroemde plan van de uitbreiding van Amsterdam wel in staat geweest zijn een zeer goeden plattegrond te maken, om dan evenwel bij het verdere uitwerken van de ruimte te kort geschoten te zijn. Uitwendig spreekt de logische opbouw met de de kruis - hoeken vullende lagere dienstgebouwen wel duidelijk en verder doet de speelsche schilder - achtige detailleering, geheel inden geest van Hendrick de Keyser, en het fraaie viering - torentje het geheel van ongemeene bekoring zijn. De latere lage aanbouwen, de vergroeiing van de kosterij en het veranderen van de kruiskozijnen in schuifraamkozijnen uit de 18e eeuw, hebben echter niet tot meer ver - fraaiing kunnen bijdragen. Inwendig zijnde zware trekbalken inde kruis - armen voor de algemeene ruimtewerking hin - derlijk. Dein een basilikalen bouw, zooals de Zuiderkerk, rhythmisch aanvaardbare zichtbare trekbalkconstructie, moet ineen kruiskerk, doordat inde viering de trekbalken ontbreken, verwarrend werken. Inde Westerkerk, ter zelfder tijd gebouwd, heeft men de zichtbare trekbalken niet meer gemaakt doch dit door de grootere spanning, inde Noorderkerk 12 m, niet aangedurfd. De hoewel voor een Protestantsche kerk zeer geëigende plattegrond heeft echter niet tot een afdoende oplossing van de indeeling der plaatsen kunnen leiden. De oorzaak hiervan is dat de kansel aanstonds reeds tegen eender vieringpeilers gebouwd werd, terwijl de heeren - banken tegen de andere vieringpijlers gesteld werden. Behalve de twee bestaande kerkassen werd zoodoende nog een derde as, en nog wel een sprekende as, ingevoerd. Tusschen de hoekheerenbanken werden andere banken, evenwijdig met de twee kerkassen, geplaatst. Bij het van lieverlede in gebruik komen van stoelen, kon dezen niet anders dan op een moeilijke wijze, om den kansel en tusschen de banken, hun plaats aangewezen worden. In het midden der 19e eeuw, tegelijk met den orgelbouw (tot dusver had men het zonder orgel moeten doen), werd de indeeling dan ook geheel gewijzigd. Er kwam toen een geheel andere indeeling voor inde plaats en wel de ons allen bekende halfronde amphitheaters - gewijze opstelling van andere banken en stoelen. Bij de laatste binnenrestauratie werd deze oorspronkelijke en bruikbare indeeling, hoewel met de ruimtewerking der kerk strijdend, uit practische overwegingen behouden. Alleen de doophuis-afscheiding met voorlezersgestoelte werd weggenomen, overtollige ongemakkelijke banken werden niet meer geplaatst en het aantal zitplaatsen werd teruggebracht tot 1066. De kerk is uit- en inwendig van baksteen (maat 4,8 X 12 x 25 cm, met ruime toepassing van Bentheimer zandsteen, opgebouwd. De wat grillig gevormde, naar de Dorische orde geleede, vieringpijlers zijn, voor zoover het de twee driekwartzuilen betreft, van ge - pleisterde baksteen en voor het rechthoekige deel van Bentheimersteen. De bijzonder fraaie portiekstellingen tegen de Z.W. en N.O. binnenhoekafschuiningen, ook 107