Tekstweergave van GA-1943_MB030_08097

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM blad. Inden diep-rooden muur van het hofje steken de kozijnen af, voor de ramen staan de bloempotten, waarin de geraniums bloeien. Een enkel gebogen figuurtje verlaat een por - taaltje en gaat naar eender beide groote pompen met een emmer. En achter een gor - dijntje verschijnt een oud en gerimpeld gezicht. Van de geluiden inde groote stad dringt slechts heel vaag iets door, maar daar boven uit klinkt liet ritselen van het blad inden wind. Is dit hier nog de 20-ste eeuwsche groote stad, beladen met al haar zorgen en haar vermoeid - heid? En toch, slechts enkele meters buiten de omslotenheid van deze hofjeswoningen, gaat het driftige leven voort dat hiér sinds eeuwen schijnt verstild. Want dit Karthuizerhofje, het „Huys Zitten- Weduwe-hofe”, zooals het opschrift boven de poort luidt, staat hier al sedert 1650. Het ontleent zijn naam aan het Karthuizerklooster, dat eens op deze plek stond en dat men kent uit Vondels „Gijsbreght”; ~....daer Wille - brord in vreê, met al de broeders woont en stort zijn avondbeê”. In Vondels tijd was er op deze plaats weinig meer te bekennen van de vrome sfeer van het klooster, er stonden herbergen en drinkhuizen. Maar stadsbouw - meester Daniël Stalpaert bouwde er in 1650 het huiszittenweduwenhof, dat het te klein geworden Godshuis aan den Heiligenweg tegen - over het Clarissenklooster moest vervangen. Bijna drie eeuwen voldoet het Karthuizerhofje met zijn ruim tachtig woninkjes thans aan zijn bestemming: weduwen en bejaarden onge - huwden vrouwen een veilig tehuis te bieden binnen zijn muren, waar het leven het begrip van den tijd schijnt te hebben verloren. Het andere Amsterdam... . Leert lezend uw stad' kennen! Onder auspiciën van de Commissie voor Heem - kunde-Amsterdam heeft mr. P, J. Mijksenaar op 9 Juni j .1., in het Stedelijk Museum, een causerie over 2000 boeken en brochures over Amster - dam gehouden. Aan de aanwezigen werd een keuze-lijst van litteratuur over dit onderwerp in totaal bijna vijfhonderd nummers uit - gereikt. Bovendien was in twee zaaltjes een tentoonstelling van ± 250 boeken en bro - chures over de stad, uit de collectie-van der Bij 11, ingericht. Naatje van den Dam. Een bevriende hand zond ons een knipsel uit het Handelsblad van 7 Sept. 1881. Daarin leest men 0,m.: Onze „juffrouw Eendracht” op den Dam heeft van hare geboorte af blijk gegeven van de grootmoedigste verdraagzaamheid. Zij werd, hoewel in ’t leven geroepen „ter her - innering aan den Nederlandschen volksgeest van 1830 en 1831”, naar ’t ontwerp van den Belg Royer' gebeiteld uit Belgischen steen door den Belg Reusseau te Antwerpen. Later heeft de Belg Colinet haar gerestaureerd. VAN BOEKENTAFEL. Twee eeuwen Brandt en Proost. Toen wij in het Mei-nummer van het vorige jaar verschillende bijzonderheden ontleenden aan een bericht van de firma’s J. Brandt en Zoon en P. Proost en Zoon betreffende het 200-jarig bestaan hunner onderneming, vermeldden wij tevens dat het in het voornemen der firma’s lag een uitvoerige geschiedenis van hun bedrijf inden loop van dat jaar het licht te doen zien. Aan dat voornemen is, als gevolg van de tijdsomstandigheden, eerst thans gevolg ge - geven. Dat het uiterlijk van het bock, zoowel in omvang als in kwaliteit, niettemin in zoo geringe mate het kenmerk draagt van de materiaalschaarsehte 1943 wordt in het bege - leidend rondschrijven verklaard en .... ver - ontschuldigd door het feit, dat de voorbe - reidingen tot deze uitgave zóó tijdig zijn getroffen, dat alle daarvoor bestemde mate - rialen nog in tijden van betrekkelijken over - vloed waren gereserveerd en daarvoor pp de benoodigde speciale maten gereed lagen. Aan deze gelukkige omstandigheid hebben wij dit Gedenkboek te danken, grootscheeps van opzet, zoo uiterlijk als innerlijk. De tekst is gezet uit de fraaie Lutetia van J. van Krimpen en het boek is verlucht met tal van platen, gedeeltelijk in offset en gedeeltelijk in roto - gravure. Van de oplaag werden 800 genum - merde exemplaren gedrukt op Hollandsch velijn der Kon. Papierfabriek v/h Pannekoek en Co. te Heelsum, welke gebonden zijn in half perkament door J. Brandt en Zoon. De firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem drukte het. Maar dit betreft alles uiterlijkheden, zij het dan ook geen overbodigheden. Wat echter niet minder treft is, dat de inhoud zoo vol - komen beantwoordt aan de verwachtingen, welke de ondertitel opwekt. Zeker, dit is meer, veel meer, dan Vhistoire intime vaneen bedrijf. Dit is inderdaad een bijdrage, en een zeer belangrijke bijdrage, tot de geschiedenis van de drie door de beide vereenigde firma’s beoefende takken van het graphische vak: de Boekbinderij, de .Uitgeverij van Bijbels en Kerkboeken en de Papierhandel. Wie voortaan iets wil weten, vooral over het inde tweede plaats genoemde onderwerp, zal dit gedenkboek van Brandt en Proost niet ongelezen kunnen laten. 97