Tekstweergave van GA-1943_MB030_08096

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Kalfjeslaan, Ruischenstein, Morgenstond, Oud - rust, Tulpenburg, Amstelland, Wester Amstel, Zonnestein enz. Het gebouw schijnt niet geheel uit de 18e eeuw te zijn. Althans, een steentje dat men inden muur vond, droeg het jaartal 1830 en veel van het metselwerk ziet er, volgens het llbid., naar uit, alsof het niet veel ouder dan, honderd jaar is. Echter wordt het geboüw reeds ge - noemd inde in 1730 Verschenen „Hollandsohe Arkadia”, De bedoeling is het huis mettertijd geheel bewoonbaar te maken. Nu worden slechts de noodzakelijke voorzieningen getroffen om algeheel verval te voorkomen. Inde toekomst hoopt men echter een nieuw koetshuis, nieuwe terrassen en een niéuw rosarium te maken en ook aan den niet minder dan 5 H.A. grooten tuin zijn oude praal terug geven. Ir. M. E. H. Tjaden f De directeur van den gemeentelijken dienst van bouw- en woningtoezicht, Ir. M. E. H. Tjaden, is Donderdag 17 Juni j.l. óp 62-jarigen leeftijd overleden. De heer Tjaden Was civiél ingenieur en is eerst leeraar aan de K.M.A. te Breda geweest, waarna hij benoemd werd tot directeur van gemeentewerken te Eindhoven. Sedert 1 Januari 1921 was hij directeur van bouw- en woningtoezicht te Amsterdam, waar hij vooral bij de groote stadsuitbreidingen van die jaren nauw betrokken was. De stad heeft veel aan hem te danken. De overledene had voorts zitting in tal van besturen en commissies en ook het oude stedenschoon van Amsterdam had zijn groote belangstelling. Meermalen heeft hij dat ook als lid van ons Genootschap bewezen. Een Middelburgsciie spreeuwpot. Wij hebben herhaalde malen - voor het eerst in ons nummer van October 1940 —■ mededeelingen opgenomen omtrent z.g.n. spreeuwpotten, dit naar aanleiding van de weder-ontdekking en restauratie van dén gevelsteen met een voorstelling daarvan op het Rokin. Te voren, nl. in 1926, was een dergelijke spreeuwpot gevonden bij het uit - voeren van baggerwerk inde Leidschegracht. Deze werd door den heer C. Visser, adviséur dér Vereeniging Hendrik de Kéyser, afgestaan aan het Zoölogisch Museum alhier. Thans bevat het Juni-nummer van het Oud - heidkundig Jaarboek een bijdrage van de hand van den héér W. S. S. van Benthem Jutting overeen spreeuwpot, welke gevonden is bij het graafwerk inde fundamenten van de door den brand van 17 Mei 1940 ver - woeste deelen van Middelburg. Beide spreeuw - potten blijken in hoofdzaak gelijk te zijn van afmeting, materiaal en vorm, zoodat men hier wel duidelijk met een standaardtype te doen heeft. De schrijver werd, naar hij meedeelt, door prof. Swaen opmerkzaam gemaakt op het voorkomen van afbeeldingen van spreeuw - pötten op verscheidene schilderijen, teeke - ningen en etsen uit de 17e en 18e eeuw. De potten zijn bij de meeste kunstenaars aange - bracht tegen de schoorsteenen, soms wel bij 3 of 4 tegelijk. Een énkele maal treft men ze ook aan onder de nok van het dak of boven deur. Schrijver legt er ook, evenals wij, den nadruk op, dat de spreeuwpotten geen charitatieve instelling zijn. Integendeel, de bezitter vaneen spreeuwpot wachtte het óogenblik af, waarop de eieren uitgekomen en de jongen tot bijna vlug waren opgegroeid. Dan nam hij den pot van den muur en haalde door het groote gat de jongen uit het nest, ten einde ze te koken en als gerecht op tafel te brengen. Om dit laatste te kunnen bewijzen, doorzocht de heer v. B. J. een 12-tal 17de en 18de eeuwsche kookboeken inde Universiteits-bibliotheek alhier. En werkelijk vond hij daarin verschil - lende recepten voor het toehereiden van jonge spreeuwen. Trouwens, het nuttigen daarvan is, naar tenslotte nog uit het artikel blijkt, inde provincies Noord-Brabant (o.a. bij Waalre en Valkenswaard) en Limburg nog in gebruik. In plaats van spreeuwpotten worden daar oude bloempotten, waarvan het gat gröoter is gemaakt, of oude jeneverkruiken gebruikt, nadat de toegang van deze laatste door uit - breken van den hals vergroot is. De oudcr - wetsche spreeuwpotten kent men daar niet meer. Het Karthuizer-hoeje. Ook Amsterdam heeft onze leden weten het zijn hofjes. In het Handelsblad van 29 Juni j.l. was een fraaie foto met bijschrift opgenomen van hét Karthuizer-hofje. Ziehier een knipsel daaruit: Ben zijstraatje van de Westerstraat, de leelijkste straat van den Jordaan, eens een van zijn mooiste grachten. In dat zijstraatje rechts den hoek om: Karthuizerstraat, een morsige straat met verwaarloosde huizen, open deuren, uitgesleten trappen de stigmata vaneen armoê-buurt. Een poortje ineen langgerekten gevel, dat naar binnen noodt. En dan eens - klaps staat ge ondèr de bloeiende linden inde sluimering vaneen zomerschen namiddag. Wat daar buiten hard en schel was, is hier blank en zacht, gezeefd door de kronen vol 96