Tekstweergave van GA-1943_MB030_08093
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Op
25
November
1754
verkochten
Dederiks’
kinderen
het
huis
aan
broodbakker
André
Fesquet.
Op
26
April
1757
werd
het
huis
wederom
verkocht
aan
Pieter
Heurenboom.
Het
huis
werd
toen
bewoond
dooreen
„glas
-
verkooper”,
die
er
een
glaswinkel
in
hield.
Op
6
December
1762
werd
het
huis
geveild
en
gekocht
door
Johannes
Swabel.
In
1771
werd
het
huis
wederom
geveild
en
gekocht
door
Jannetje
Semans,
weduwe
van
Matthys
Temmink.
Merkwaardig
is,
dat
bij
de
veiling
van
1762
het
huis
ƒ
7575.
—
en
bij
die
van
1771
een
veel
hooger
bedrag
nl.
ƒ
13.800.
opbracht.
Om
een
inzicht
te
verkrijgen
of
de
oude
stads
-
plattegronden
inlichtingen
geven
omtrent
het
huis,
is
op
de
belangrijkste
de
rij
huizen
aan
de
Warmoesstraat
tusschen
de
Pijlsteeg
en
de
Halsteeg
(na
de
verbreeding
de
Damstraat)
nagezien.
Er
moeten
altijd
vier
huizen
gestaan
hebben.
De
afbeelding
1
geeft
een
aanzicht
van
den
gevel,
zooals
deze
nu
nog
is.
De
afbeelding
2
is
het
ontwerp
voor
de
restau
-
ratie
en
geeft
een
indruk,
hoe
het
fraaie
huis
er
wederom
uit
zal
zien,
wanneer
den
gevel
eerherstel
is
aangedaan.
Laten
wijde
hoop
uitspreken,
dat
de
gevraagde
bijdragen
zullen
worden
toegestaan
en
dat
met
de
restauratie
spoedig
kan
begonnen
worden,
zoodat
van
den
Dam
gezien,
de
fraaie
gevel
weer
in
volle
glorie
zal
prijken.
De
architect,
Ysbrand
Kok.
Amsterdam,
Juli
1943.
AMSTELODAMUM
EEN
AMSTERDAMSCHE
GEVEL
IN
EEEE
HERSTELD.
Het
perceel
Keizersgracht
67
heeft
sinds
menschenheugenis
een
geschilderden
gevel
ge
-
had.
Bij
oppervlakkige
kennisneming
wekte
hij
zelfs
den
indruk,
eerst
gepleisterd
en
daarna
overgeschilderd
te
zijn.
Sinds
eenigen
tijd
is
het
pand
eigendom
van
de
Gebr.
Koners
-
mann,
een
vanouds
op
No.
69
gevestigd
handelshuis,
dat
dus
nu
beide
panden
in
ge
-
bruik
heeft.
Bij
een
kleine
herstelling
ineen
der
luikenkasten
op
den
beganen
grond,
bleek
de
binnenzijde
van
den
gevel
geheel
uit
natuur
-
steen
te
bestaan,
hetgeen
tot
de
gevolgtrekking
leidde,
dat
dus
ook
de
buitengevel
in
dit
materiaal
moest
zijn
opgetrokken.
Nadat
een
dikke
verflaag
was
verwijderd,
bleek
inderdaad
dat
niet
alleen
de
begane
-
grond
verdieping,
doch
de
geheele
pui
tot
aan
de
kroonlijst
toe
in
natuursteen
en
nog
wel
in
een
zeer
vaste
Oberkirchener
werd
uitgevoerd.
De
Gebr.
Konersmann
besloten
daarop,
uit
piëteit
voor
het
oude
Amsterdamsche
stads
-
schoon,
den
gevel
weer
inden
oorspronkelijke!!
toestand
te
laten
terug
brengen.
Bij
de
uitvoering
daarvan
is
van
de
tot
nu
toe
meer
gebruikelijke
werkwijze
afgeweken.
Meestal
wordt
nl.
zoo’n
gevel
Of
gevel-onder
-
deel
met
harde
staalborstels,
diverse
schuur
-
middelen
en
bijtende
stoffen
z.g.n.
„afgeloogd”.
Dat
is
echt
wat
de
Amsterdamsche
werkman
noemt
een
„dievenwerk”
en
geeft
een
dekselsche
smeerboel,
waarbij
de
oudste
plunje
nog
te
goed
is.
Vervolgens
wordt
dan
naar
bevind
van
zaken
en
beschikbare
middelen
gehandeld,
door
den
gevel
te
schüren,
te
stocken
of
te
frijnen
of
ook
wel
een
combinatie
daarvan.
Vaak
ook
laat
men
den
gevel
zoo
afgeloogd
zonder
meer,
waardoor
hij
echter
een
ietwat
zoetelijk
aanzien
behoudt.
Een
dergelijke,
alleen
afgeloogde
natuursteenen
gevel,
is
te
zien
op
Keizersgracht
241.
Bij
den
gevel
van
Keizers
-
gracht
67
is
een
andere
methode
gevolgd.
Hier
is
nl.
eerst
de
verfhuid
met
de
boucharde
of
tandhamer
losgeklopt.
Vervolgens
is
het
geheele
gevelvlak
behakt
met
een
schuine
scharreerslag,
waardoor
de
laatste
verf-
en
olieresten
zijn
verdwenen,
en
ten
slotte
met
een
dubbele
frijnslag
in
loodrechte
richting
gefrijnd.
Dit
loodrechte
frijnen
is
een
heel
werk,
omdat
men
speciaal
bij
de
dagkanten
der
ramen
zoo
moeilijk
kan
komen.
Ook
is
het
loodrechte
hakken
zeer
vermoeiend.
Bij
nieuw
-
bouw
wordt
de
frijnslag
nl.
aangebracht
als
het
stuk
natuursteen
op
den
grond
of
op
de
werkbank
ligt.
De
stéenhouwer
slaat
dan
horizontaal,
waarbij
de
beitel
op
het
stuk
natuursteen
rust
en
de
hamer
zwaarder
door
-
slaat.
De
boven
omschreven
bewerking
is
echter
alleen
mogelijk
bij
sterk
en
gaaf
materiaal,
zooals
dit
hier
het
geval
was
met
een
uit
-
zonderlijk
mooie
Oberkirchener.
Heeft
men
met
een
poreus
of
brokkelig
mate
-
riaal
te
doen
dan
wordt
het
een
gewaagde
onderneming,
want
voor
het
loskloppen
der
verflagen
moet
men
hard
slaan.
Het
resultaat
van
de
bewerking
van
den
gevel
aan
de
Keizers
-
gracht
67
heeft
alle
verwachtingen
overtroffen.
De
geschilderde
gevel
was
vrij
dor
en
onaan
-
trekkelijk
en
er
bestond
een
disharmonie
van
het
gevelvlak
tusschen
de
vrij
rijk
bewerkte
hard
-
steenen
onderpui
en
de
kloeke,
hooge
houten
kroonlijst
naar
Amsterdamsch
model.
Dit
te
meer
omdat
het
een
geheel
vlakke
gevel
is
zonder
profielen
en
banden.
Deze
vlakke
gevel
heeft
nu,
door
het
blootleggen
van
het
materiaal,
veel
meer
zin
gekregen,
het
lijkt
zelfs
wel
pf
de
verhoudingen
nobeler
geworden
zijn,
on
-
danks
het
feit
dat
het
aantal
voegen
klein
93