Tekstweergave van GA-1943_MB030_08024
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Het
trappenhuis
kreeg
een
plafond
van
de
Wit,
de
balusters
der
leuningen
zijn
een
vondst
van
den
eigenaar
ineen
ander,
helaas
tot
verbouwing
gedoemd
grachtenpand.
Overal
heeft
men
een
fraaien
doorkijk
op
de
binnenplaats,
die
met
het
beeld
inde
nis,
heel
de
deco
-
ratie
en
beschildering,
is
gebracht
inde
sfeer,
zooals
die
past
op
den
binnenhof
vaneen
Amsterdamsch
grachtenhuis.
Onder
de
binnenplaats
ligt
de
kostelijke,
oude
keuken,
ingericht
en
met
koperen
en
tinnen
gebruiksvoorwerpen
voorzien
als
inde
lang
teruggeweken
dagen,
dat
de
maerte
er
haar
scepter
zwaaide.
Ook
de
bibliotheek,
slaap-
en
logeer
-
kamers
zijn
geheel
of
gedeeltelijk
in
ouden
stijl.
Het
beschilderd
plafond
van
den
bovengang
is
van
hout,
een
staaltje
van
boerenkunst
uit
het
midden
der
zestiende
eeuw,
afkomstig
uit
Edam.
Geheel
boven
heeft
de
huidige
bewoner
zich
een
afwijking
van
den
grachten
-
huisstijl
veroorloofd
door
de
inrichting
vaneen
renaissancegalerij,
gewijd
aan
de
zeventiende-eeuwsche
portretkunst.
De
tuin
tenslotte
is
weer
achttiende
-
eeuwsch,
aangelegd
inden
trant
van
Mor
eau,
met
achterin
een
Vechtkoepeltje.
De
moeder
van
mevr.
Rienstra
van
Stuyvesande-Went,
die
eveneens
het
huis
Keizersgracht
321
bewoont,
is
de
jongste
dochter
van
Nicolaas
Beets,
mevr.
Rien
-
stra
zelf
-zijn
jongste
kleindochter.
Gijsbrecht’s
Amstelsïad.
In
het
archief
van
het
Bagijnhof
vond
ik
ineen
portefeuille
met
aanteekeningen,
afkomstig
van
prof.
A.
J.
Pluym,
de
volgende
mededeeling:
~De
heer
Kok,
koster
van
de
Oude
Kerk,
deelde
mij
mede
(1844),
dat
hij
jaren
inde
St.
Olofs
-
kapel
werkzaam
geweest
is
en
dat
in
1839,
bij
het
inzakken
vaneen
hoofd
-
kolom,
bleek
dat
deze
rustte
op
den
hoek
vaneen
ringmuur,
en
dat
deze
kapel
alzoo
buiten
de
stad
moet
gestaan
hebben.
Het
oude
stadhuis
of
verblijf
der
Heeren
moet
achter
de
kerk
gestaan
hebben.”
,
A.
M.
van
de
Waal.
De
molen
„De
Wolf”.
De
heer
D.
Voorthuysen
schrijft
ons;
Mevrouw
Sterck—Proot
schreef
in
het
stukje
over
den
molen
~De
Wolf”,
dat
deze
gelegen
heeft
ongeveer
waar
nu
het
Fred.
Hendrikplein
ligt
(dat
zal
dan
moeten
zijn
Fred.
Hendvikplant
-
soeri).
De
juiste
plaats
waar
de
molen
„De
Wolf”
gestaan
heeft,
is
waar
nu
de
nrs.
Fred.
Hendrikplantsoen
2—14
zijn.
Kinderspelletjes
vóór
40
jaar.
De
heer
D.
Voorthuysen
schrijft
ons
nog:
In
mijn
mededeelingen,
zie
maandblad
„Amstelodamum”
28e
jaargang
1941,
bladz.
167,
over
mijn
jeugdherinneringen
van
omstreeks
1900
(en
daarvoor)
be
-
loofde
ik
iets
te
zullen
mededeelen
over
kinderspelletjes;
daaraan
zal
ik
nu
vol
-
doen.
*
Het
zou
heel
wat
bladzijden
vullen
als
ik
precies
ging
vertellen
hoe
zij
gespeeld
werden.
Ik
weet
niet
of
de
redactie
van
het
maandblad
daarvoor
ruimte
wil
af
-
staan
(Gaarne,
Red.).
Ik
zal
mij
dus
voorloopig
bepalen
tot
de
bloote
mede
-
deeling
van
verschillende
spelletjes,
die
door
mij
persoonlijk
gespeeld
zijn.
Jaren
(met
en
zonder
verlos)
verlosver
-
banje;
schuilhokje,
seketsen;
hoepelen
(met
een
lichtje
inden
hoepel);bokspringen
(met
den
voet
en
op
de
streep),
bok-bok
herrie
(bawry);
zakdoekje
leggen.
Knikkeren
(enkel
of
schoffel),
engelsche
rol,
torenwachtertje
(kersepitten),
petje
bal;
pinkelen
;
tollen
(met
kloven);
ruiten
-
tikkertje;
blindpaard
hop;
stom
stom
ambachtje;
stuivertje
verwisselen;
jonas
-
sen;
touwtje
springen;
pikkertje
met
steenen;
het
wegstooten
van
jongens
24