Tekstweergave van GA-1943_MB030_08013

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM eenige dagen later, op 23 Juli, besloot het blijkbaar nu voltallige college van kerkmeesteren het tweeledig verzoek van von Böhm, t.w. op Woensdag 5 Augustus voor de eerste maal de oorlogscantante inde Nieuwe Kerkte mogen uitvoeren en „4 stukken canon voor de kerkte mogen plaatsen” af te slaan. Blijkbaar is het college op de eerste afwijzing teruggekomen. Althans von Böhm deed de volgende bekendmaking verschijnen; Dit (dus uitgestelde) concert, blijkt den 17en Augustus niet te zijn doorgegaan „door onpasselijkheid van zijn persoon”, gelijk von Böhm inde Amst. Crt. van 18 Aug. adverteerde. Het werd daarom vastgesteld op Maandag 24 Augustus. Die uitvoering blijkt inderdaad te hebben plaats gehad. Althans den 29en Augustus betuigde von Böhm, ineen advertentie inde Amsterdamsche Courant, zijn dank „aan alle Burgers en Burgeressen welke zich bevonden hebben op den 21 en Augustus ’s avonds, inde Nieuwe Kerk, bij ’t vertoonen van ’t Oorlogs-Tooneel. Echter gaf hij tevens te kennen, dat na ’t eindigen van ’t gemelde Tooneel, zich het gemeene Volk heeft meester gemaakt van zijne gebruikte Instrumenten en dezelven geheel heeft geruïneerd”. Moeten wij hierbij denken aan een protest van het publiek tegen zoo’n concert inde Nieuwe Kerk? Hoe het zij, de tweede uitvoering moest als gevolg hiervan tot 14 September worden uit - gesteld, om daarna weer naar 18 Sep - tember te worden verschoven. Of het toen is doorgegaan vonden wij niet vermeld. Kunstgebitten zijn al oud. De heer F. G. van den Berg zond ons de volgende bijdrage: Kunstgebitten zijn al oud! Tot die conclusie kwam ik toen ik de volgende advertentie las in de Amsterdams die Courant van 1693, No. 43. „Werd een yder bekent gemaekt dat de meergemelde Juffrouw Dorothea Bok - stal van Rotterdam, die de konst en wetenschap heeft om tanden inde mont te setten, tegenwoordig voor vast woon - agtig is tot Amsterdam inde Zantstraat, agter de Zuij der kerk, naest de Trom - pettersgang; voor eerst soo zet zij tanden in dat men daer mede kan eeten, spreken en singen, alles in ’t gebruyk soo vast blijven staen als of ’t zijn eygen tanden waren en geen geit voor approbatie. Zij maekt ook tanden schoon, hoe swart of leelik zij mogen wesen, ook onge - fatsoeneerde tanden kan zij een fatsoen geven”. Een curieus geval. Misschien wel aardig om in het maandblad op te nemen. Inderdaad, en daarom verleenen wij er gaarne plaats aan. Het straatleven omstreeks 1900. Oude winkelinterieurs. Sedert 1900 is er inde inrichting van vele winkels een belangrijke verandering gekomen. De meeste zijn „gemoderni - seerd”. Ofschoon dit in vele gevallen een verbetering is, is er toch ook veel karakteristieks verloren gegaan. Kruidenierswinkels en de speciale zaken welke koffie, thee en cacao verkochten hebben, voor zoover de waren niet ver - pakt gereed liggen, de bekende snel - weegschalen. De oude schalen met het daarbij behoorend blok met koperen gewichten komen steeds minder voor. Bijna geheel verdwenen zijnde koperen handweegschalen, welke ineen lange rij boven de toonbank hingen. De geld - lade is vervangen door het kasregister. De melkslijterij was van binnen nog niet van tegels voorzien. Er waren ge - woonlijk een kleine toonbank, verder een aantal vaten melk en de noodige maten. Dikwijls ook een paar vaatjes boter. Maar dan bpvendien een of meer groote foksiaplanten, die er gemeenlijk zeer goed voor stonden. Ineen kleine etalage stonden dan nog, behalve de 13