Tekstweergave van GA-1943_MB030_08010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Het
huis
van
prof.
Brugmans.
Het
perceel
Prinsengracht
650,
omtrent
de
restauratie
waarvan
wij
in
het
No
-
vember-nummer
een
bericht
opnamen,
is
dat
hetwelk
jarenlang
bewoond
werd
door
nu
wijlen
prof.
dr.
H.
Brugmans.
Het
Amsterdam
van
Breitner,
In
De
Telegraaf
van
12
December
j.l.
signaleert
architect
A.
Ingwersen
een
artikel
van
Paul
Colin
inde
Nouveau
Journal
over
Amsterdam
en
Breitner.
Het
volgende
is
er
aan
ontleend.
„Amsterdam”,
aldus
Colin,
„heeft
tot
zijn
ongeluk
steeds
geleefd
onder
de
wet
der
economische
omstandigheden
en
der
commercieele
noodzakelijkheden.
Sedert
vijf
en
twintig
jaar
heeft
men
het
op
menige
plaats
beroofd
van
de
bewonde
-
renswaardige
doorkijken,
die
het
nog
niet
lang
geleden
aan
zijn
bezoekers
bood.
Bouwlustigen
en
zoogenaamde
stede
-
bouwkundigen
veranderden
het
ineen
stad,
die,
o
zeker,
zeer
opmerkelijk,
zeer
interessant,
zeer
eigenaardig
is
(wilt
ge
nog
meer
adjectieven?),
maar
zij
ver
-
minken
en
misvormen
het
langzaam
aan.
Allereerst
veranderen
zij
de
kleur
er
van,
dat
wil
zeggen:
het
onnavolgbaar
geheim
van
zijn
charme,
dat
wat
de
menschen
niet
hadden
voorzien,
noch
te
voren
hadden
overwogen.
Daarvoor
is
noodig
geweest
de
samenwerking
van
den
regen
en
den
zeewind,
den
rook,
die
nu
en
dan
zwaar
hangt
ter
hoogte
van
de
daken
en
er
niet
in
slaagt
omhoog
te
stijgen,
de
nevels,
dicht
als
watten,
een
vettigheid,
die
men
met
een
mes
zou
kunnen
snijden,
dik
als
een
laag
pleisterkalk,
maar
die
de
schilders
gevangen
hebben
gelegd
onder
nieuwe
verflagen.
„Dat
alles
vormde
een
patine,
waarmee
geen
enkele
stad
ter
wereld
kan
wed-
ijveren.
En
dat
ineen
land,
waar
de
hemel
zoo
groot
en
leeg
is,
dat
al
de
wolken
van
den
goeden
God
er
elkaar
„rendez-vous”
geven,
terwijl
het
water
inde
grachten
dezen
optocht
van
wolken
tusschen
twee
schermen,
gevormd
door
de
gevels
der
huizen,
prachtig
weer
-
spiegelt.
„Toch
heeft
men
de
eerbiedwaardige,
eeuwenoude
huizen
afgebroken.
Het
houweel
heeft
getriomfeerd
en
de
platte
schuiten,
die
het
puin
wegvoerden,
brachten
daarmee
tevens
de
mooiste
stukken
van
onze
herinneringen
en
onze
droomen
naar
een
duistere
bestemming”.
En
over
Breitner
lezen
wij
o.m.
het
volgende:
,Hij
beminde
Amsterdam,
zooals
weinig
menschen
het
nog
beminnen
en
zooals
nooit
iemand
het
morgen
meer
beminnen
zal.
Hij
behoorde
aan
een
andere
eeuw
en
aan
een
andere
wereld.
Hij
is
juist
op
tijd
afgereisd
het
is
bijna
twintig
jaar
geleden
(5
Juni
1923)
voordat
zijn
medeburgers
begonnen
toe
te
geven
aan
de
duizeling
van
de
vernieuwing
en
de
verandering.
Een
van
mijn
vrienden
te
Amsterdam
bezit
het
laatste
stuk
dat
hij
heeft
geschilderd.
Men
ziet
daarop,
aan
den
overkant
vaneen
gracht,
twee
oude
roode
huizen
en
terzijde
daarvan
de
gapende
opening
vaneen
bouwput.
Ik
heb
altoos
gedacht
dat
het
’t
gezicht
van
dien
bouwput
is
geweest,
dat
hem
op
eens
het
hart
heeft
gebroken”.
Hoe
de
Boomklok
in
American
kwam.
De
naam
Boomklok
zal
den
Amster
-
dammer
van
vandaag
weinig
meer
zeg
-
gen,
aldus
lezen
wij
in
De
Tijd.
Om
hem
te
verklaren
moeten
wij
het
beeld
terugroepen
van
den
havenkant
der
stad,
toen
het
IJ
nog
open
was
en
de
tijstroom
trok
langs
den
wal,
Amsterdam
aan
het
vrije
water
lag,
de
wind
brakke
geuren,
lucht
van
wier
en
visch
tot
in
het
hart
der
stad
droeg.
Dat
is
nog
maar
nauwelijks
een
menschenleeftijd
geleden;
het
eindigde
met
den
bouw
der
Oranjesluizen
en
het
aanplempen
der
drie
stationseilanden
voor
het
water
-
front
der
stad.
Er
leven
dus
nog
Am
-
sterdammers,
die
het
in
hun
prille
10