Tekstweergave van GA-1943_MB030_08004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
de
Trockin,
aen
de
zyde
van
’t
huys,
ten
noorden
naest
’t
hoeckhuys
van
het
duyfjessteegje,
enz.”.
Op
15
Juni
1727
benoemen
C.
H.
Cramer
en
diens
vrouw
Constantia
Helena
Hens
-
bergen,
wonende
op
den
Kloveniersburgwal,
westzijde
bij
het
Oude-Mannenhuis,
Wijk
9
No.
227,
elkander
tot
wederzijdsche
erfgenamen.
C.
H.
Cramer
verzocht
1
December
1744
toestemming
van
Heeren
Thesaurieren-ordinaris
om
een
riool
te
laten
maken
tot
in
het
Rokin.
Hierop
werd
3
December
d.a.v.
door
Heeren
Thesauriers
„Fiat”
verleend.
Tevens
kwam
ons
nog
in
handen
een
verzoekschrift
van
26
Maart
1749
aan
Burgemeesteren,
waarbij
Avet
of
Aret
Jeremias,
wonende
inde
Kalverstraat
op
den
hoek
van
de
Duifjessteeg,
aan
de
Noord-oostzijde,
vraagt
de
Duifjessteeg,
zoowel
aan
de
zijde
van
het
Rokin
als
aan
de
Kalverstraat
door
middel
van
poorten
of
deuren
te
mogen
afsluiten,
waarmede
voornoemde
C.
H.
Cramer,
wiens
huis
toen
bewoond
werd
door
Jan
Thierens,
accoord
ging.
Het
pand
bleef
ruim
honderd
jaar,
tot
1838,
in
het
bezit
der
familie
Cramer.
De
nakomelingen
van
C.
H.
Cramer
hadden
hun
domicilie
voornamelijk
in
het
Zuiden
des
lands
en
in
België.
Zij
hadden
verscheidene
huizen
te
Amsterdam
in
eigendom,
o.m.
ook
het
logement
„Het
Rondeel”
aan
de
Zuidzijde
van
de
Nieuwe
Doelen
-
straat,
op
den
hoek
van
de
Doelensluis,
Wijk
9
No.
2247
3
),
welk
bezit
soms
over
vele
leden
der
familie
was
verdeeld.
Zij
verhuurden
de
panden
klaarblijkelijk,
want
in
het
„Advertentieblad
van
Amsterdam”
van
1
Mei
1812
bericht
J.
Graffner,
dat
hij
zijn
zaak
als
tafelhouder
heeft
overgeplaatst
naar
„De
Zeven
Kerken
van
Rome
”
op
het
Rokin
(deze
naam
wordt
hier
voor
het
eerst
genoemd);
en
in
het
adresboekje
van
1823,
dat
in
het
perceel
„De
Zeven
Kerken
van
Rome”,
Rokin
141
(oude
nummering
van
voor
1852)
over
de
Lombardsteeg
table
d’hote
wordt
gehouden.
Volgens
Van
Lennep
&
ter
Gouw
4
)
lag
de
reden
om
een
gebouw
uitte
hangen
inde
vermaardheid,
die
het
verworven
had.
Daarom
zag
men
dan
ook
vele
uithangborden
of
gevelsteenen,
die
„den
Keulschen
Dom”,
„de
Zeven
Kerken
van
Rome”
enz.
voorstellen.
Thans
vindt
men
te
’s-Gravenhage,
op
het
Spui
No.
271,
nog
een
café
genaamd
„De
Zeven
Kerken
van
Rome”.
In
het
Maandblad,
14e
jrg.
1927,
blz.
57
vond
ik
nog
een
oud
aftelrijmpje:
„Hier
is
de
sleutel
van
den
haan,
Die
op
zijn
pooten
niet
kan
staan.
Hij
kan
dragen
op
zijn
kam
Harelem
en
Amsterdam.
Hij
kan
dragen
op
zijn
vlerken
ROME
MET
ZIJN
ZEVEN
KERKEN.”
Bij
testament
van
18
December
1772
waarin
C.
H.
Cramer
genoemd
wordt
als
Muntmeester
te
Kampen,
benoemt
zijn
vrouw
C.
H.
Cramer
—Hensbergen
te
Kampen
tot
erfgenamen
haar
drie
kinderen
t.w.:
Constantia
Cramer,
weduwe
van
Laurens
van
Eersel,
overleden
te
Antwerpen
in
1774;
Catharina
Margaretha
Cramer,
gehuwd
met
H.
M.
de
Vlieckx,
oud-schepen
van
Maastricht;
en
Joan
Cramer,
Capitein
van
het
Cadettencorps
te
Kampen.
Op
7
Januari
1807
6
)
vermaakt
Cath.
Marg.
Cramer,
weduwe
van
H.
M.
de
Vlieckx,
wonende
op
de
Groote
Markt
17
te
Maastricht,
de
helft
van
haar
bezittingen
aan
de
drie
kinderen
van
wijlen
haar
broeder
Joan
Cramer,
inleven
Muntmeester
van
de
Provincie
Gelderland,
die
gehuwd
was
met
mevr.
Cath.
de
Vlieckx,
t.w.:
El.
Gonst.
Cath.
Cramer,
ongehuwd;
Marg.
Const.
Henr.
Cramer,
gehuwd
met
Fr.
H.
van
Eersel;
en
Corn.
Joannes
Josephus
Cramer,
gehuwd
met
Maria
Th.
de
Gillisen,
later
met
Vrouwe
A.
A.
T.
C.
de
Brienen
de
Geusselt.
De
andere
helft
aan
de
kinderen
van
haar
zuster
Const.
van
Eersel
—Cramer,
t.w.:
G.
H.
van
Eersel;
Corn.
Marie
El.
van
Eersel,
gehuwd
geweest
met
C.
J.
J.
Dellafaille;
en
Cath.
Marg.
Arn.
van
Eersel,
gehuwd
met
J.
C.
J.
van
Schorel.
4