Tekstweergave van GA-1943_MB030_08003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM HET HUIS ROKIN No. 60. HET WAPEN VAN ROME. Door de welwillende medewerking van den heer C. L. de Bussy, den eigenaar van het bovengenoemde huis, die mij o.m. de oorspronkelijke koopacten ter inzage verstrekte, kan ik thans, in vervolg op mijn artikel in het Maandblad van September 1942, blz. 105, een bijna volledige opsomming geven van de eigenaars sedert het jaar 1568. Tot 1568, het jaar van zijn overlijden, was het huis bewoond door Geurt ot Govert Jacobsz. Bal, alias Huydecoper, huidenkooper van beroep. Hij pachtte sedert Mei 1562 jaarlijks van de stad de huidenexcijs. Het huis heette toen ~Hoornen . Na zijn overlijden zette zijn vrouw Aechte Claesdr. Coster hier het huidenkoopers - bedrijf voort en zij woonde er nog in 1585. Wij vinden van haar verder nog ver - meld, dat zij in 1584 aan de Thesauriers-extraordinaris / 100. leende en in 1607 nog leefde. . Omstreeks 1600 is de bewoner Jan Jansz. Smit, korenkooper, geboren in 1527, overleden in 1608, inde wandeling „Jan Smitgen” genaamd; Schepen in 1579, Raad van 1580—1608, Regent St. Jorishof 1558—1562, N.Z. Huiszittenmeester 1578 en Fabrieksmeester 1589—1594. Dit laatste ambt legde hij in 1594 neer, wijl hij „midts zyn ouderdom de Fabrycke desz. Stede nyet langer heeft kunnen be - dienen ende daervan oorloff genomen heeft”. Hij was in 1568 door den Hertog van Alva om het geloof verbannen, doch in 1578 weer teruggekeerd. Het huis werd toen aangeduid als: „’t Wapen van Hoornen ”, Zijn schoonzoon Evert Claesz. Huilt, eveneens korenkooper, woonde bij hem in. Van hem wordt vermeld, dat hij Regent van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis was in 1578, Luitenant der Burgerij m 1579 en Regent van het Burgerweeshuis in 1586. Na het overlijden van Jan Jansz. Smit in 1608 zal het perceel tot 1616 bezit ge - weest zijn van Joost *), Abraham en Isaak van Beeck, want dezen schelden het op 1 Juni 1616 kwijt aan Volckert Nanninga. Of laatstgenoemde langen tijd de eigenaar is geweest is niet bekend; vermoedelijk niet, want de volgende eigenaar, Warner van Lennep, goudsmid, geboren te Emmerik 1597/8, vestigde zich reeds in 162a te Amsterdam. Of deze toen al op het Rokin woonde, of hier pas later kwam, is met met zekerheid te zeggen. In elk geval had hij in 1634 het perceel in zijn bezit en woonde hij er. Hij trouwde te Amsterdam 15 Juni 1625 Sara van Halmael, dochter van Abraham van Halmael „van Wesel” en Sara Verbeeck, die op de O.Z. Bierkay woonden. Warner van Lennep komt later voor als koopman en wordt genoemd onder de zakenrelaties van dementia van den Vondel, de zuster van den dichter Joost van den Vondel. Na zijn overlijden in 1644 hertrouwde zijn vrouw m Januari 1646 met Dirck van der Koghen, geboren te Haarlem m 1604, die 5 December 1640 poorter van Amsterdam geworden was. Zij bleef tot aan haar overlijden op 22 Februari 1675 op het Rokin wonen. 9 September 1679 verknopen haar zoons Jaeob en Jan van Lennep, als executeurs - testamentair van hun moeder het huis voor / 11700. aan Jan den Hul ter 2 ). Op 7 Mei 1693 wordt het bij acte van scheiding het eigendom van Jaeob Marcus en Susanna de Hulter, zijn huisvrouw (dochter en mede-erfgenaam van Jan de Hulter). Dezen verkoopen het op 23 April 1722 voor /17100. aan Coenraad Hendrik Cramer. Inde kwijtscheldingen (4 P. fok 100 vo.) wordt het dan nog genoemd „’t Waapen van Hoornen”. Tusschen het huis en het belendende (thans No. 58) schijnt toentertijd een gang geweest te zijn, hetgeen blijkt uit de volgende kwijtschelding van 17 September 1707, waarbij Lubbert Norderman verklaart „vercogt, opgedragen en quytgeschonden te hebben aan Jaeob Marcus, d’helft van 14 voeten langte van d’oostellycke muer van sijn comparants huys, uyteomende met een gang op 3