Tekstweergave van GA-1942_MB029_06132
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
kerk
verrijken.
Waarbij
vooral
niet
te
vergeten
zijnde
drie
kostbare
antependia
van
den
bekenden
Franschen
meester
André
Charles
Boulle,
die
nog
op
de
hoog
-
feesten
de
altaren
sieren.
Van
lateren
tijd
is
vermeldenswaardig
uit
de
aankleeding
van
de
Mozeskerk
het
prachtige
orgel,
gebouwd
naar
het
systeem
van
Cavaillé-
Cöll,
dat
gedeeltelijk
werd
opgezet
in
1870
en
in
1887
voltooid
werd.
Zeker
een
van
de
beste
orgels
van
Amsterdam.
En
dan
nog,
behalve
de
kostbare
Communie
-
bank
en
de
preekstoel,
een
werk
van
De
Cuyper
uit
Antwerpen,
de
stijlvolle
Kruisweg
in
Fransche
zandsteen
van
Van
den
Bossche.
Merkwaardig
aan
dit
kerkgebouw
is
nog
dat
het
ec;n
eigen
biechtkapel
heeft,
die
tegelijk
met
de
kerk
in
denzelfden
trant
gebouwd
werd.
In
Amsterdam
is
dit,
voor
zoover
ons
bekend,
een
unicum.
Hoe
men
hiertoe
gekomen
is?
In
het
boek
„Van
Schuilkerk
tot
Zuilkerk”,
dat
verleden
jaar
bij
de
eeuwfeesten
van
Kerk
en
Statie
der
Paters
Franciscanen
verschenen
is,
wordt
gesuggereerd,
dat
het
de
voortzetting
is
vaneen
zekere
traditie
van
deze
statie.
Op
blz.
156
e.v.
wordt
gezegd:
„Reeds
Arnoldus
van
Overijsche
het
in
het
huis,
waar
hij
1589
ternauwernood
aan
den
kerker
ontsnapte,
een
aparte
kamer
gereedmaken,
waar
hij
zijn
biechtelingen
hielp
en
waar
dag
en
nacht
het
Altaar-Sacrament
bewaard
werd.
Men
zal
deze
gewoonte
hebben
aangehouden
en
Pater
de
Vroom
heeft
wellicht
reeds
een
aparte
ruimte
in
het
nieuwe
huis
tot
biecht-
en
doopkapel
bestemd”.
Evenals
de
kerk
heeft
ook
de
Doop-
en
Biechtkapel
eenige
meubelen
van
bijzondere
beteekenis
in
haar
altaar
en
de
doopvont,
die
beide
achttiende-eeuwsche
pronkstukken
zijn
van
nog
zwieriger
stijl
dan
de
versieringen
van
het
groote
kerkgebouw.
Maar
nog
meer
dan
deze
is
te
loven
het
beeld,
een
juweel
van
beeldhouwkunst,
van
de
ten
hemel
stijgende
Ma
-
donna,
die
als
het
ware
door
uit
wolken
geschapen
engeltjes
omhoog
wordt
getild”
(Van
Schuilkerk
tot
Zuilkerk,
blz.
160).
Wij
mogen
hier
wel
den
wensch
uiten,
dat
een
kerk
als
„de
Mozes
en
Aaron”
in
haar
monumentale
vormen
en
haar
rijken
inhoud
nooit
door
dwingende
omstandigheden
uit
de
rij
der
Katholieke
kerken
van
Amsterdam
zal
moeten
verdwijnen.
Fr.
Reg,
Hazebroek
O.F.M.
VERDWAALDE
GEVELSTENEN
VIII.
De
Vijf
Zinnen.
Thans
komen
wij
tot
registrering
van
dein
de
oude
stad
zelf
van
plaats
veranderde
gevelstenen.
Deze
gevallen
vast
te
leggen
is
temeer
noodzakelijk,
daar
de
ver
-
plaatsing
van
gevelstenen
binnen
het
oude
centrum,
anders
dan
naar
buiten,
het
gevaar
met
zich
brengt,
dat
deze
identiek
worden
geacht
met
de
huidige
verblijfplaats.
Een
gevelsteen
is
nu
eenmaal
inhaerent
aan
het
huis
waaraan
hij
zijn
naam
gaf
of
ontleende.
Dergelijke
met
bet
verleden
van
ons
oude
Amsterdam
verweven
huisemblemata
dienden,
indien
zij
niet
op
hun
vroegere
verblijfplaats
in
ere
kunnen
worden
hersteld,
op
een
wijze
als
geschiedde
inde
St.
Luciënsteeg
en
aan
het
Rijks
Museum,
maar
dan
in
samenhangend
verband,
te
worden
saam
-
gebracht.
Of
als
buurtverzameling
gelijk
op
het
gesaneerde
Uilenburg,
1
)
waar
echter
ook
weer
stenen
uit
andere
buurten
terechtkwamen.
Vermeden
worde
een
verschillende
opstelling
als
beschoren
is
aan
de
gevelstenen
„De
Smaeck
”
en
~T.
Gesicht
”,
beide
afkomstig
uiteen
serie,
de
vijf
zintuigen
voorstellende,
welke
eertijds
2
)
de
huizen
inde
Utrechtsestraat
27/35
kenmerkten.
De
eerste
(van
no.
35)
werd
inde
St.
Luciënsteeg
ingemetseld,
de
tweede
(van
no.
29)
inde
achtergevel
van
het
bijgebouw
van
het
Rijks
Museum.
3
)
De
laatste
zonder
het
sierende
bladornament,
dat
vermoedelijk
alle
vijf
stenen,
welke
dezelfde
afmeting
54
X
54
hebben,
verfraaide
(zie
de
foto’s
1
en
2).
Voor
het
130