Tekstweergave van GA-1942_MB029_06123
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
~
„stappen,
valt
niets
anders
te
zeggen
dan
dat
hij
het
niet
zoude
wagen,
te
voet
~
„op
de
pantofjel-parade
te
verschijnen,
uit
vrees,
dat
deze
of
gene
hem
om
ver
-
,,
„schuldigde
gelden
zoude
aanspreken
„
„Die
troep
jongeheeren,
welke
daar
arm
in
arm
komen
aankuijeren,
zijn
kantoor
-
,,
„en
winkelbedienden,
die
geen
geld
hebben
om
hunnen
vrijen
tijd
ineen
koffij
-
„
„huis
door
te
brengen,
en
dus
van
deze
gelegenheid
gebruik
maken
om
op
eene
„
„deftige
en
niets
kostende
wijs
zich
te
amuseeren.
Van
die
drommen
jonge
~
„dametjes
zal
ik
u
niets
zeggen.
Gij
ziet
aan
hare
schalksche
blikken,
dat
zij
daar
„
„rondwandelen
om
zich
te
doen
bewonderen,
om
met
de
kleeding
van
anderen
~
„den
spot
te
drijven,
en
doordat
lonken
en
lagchen
het
hart
van
u
en
mij
te
„
„veroveren.
Wat
zegt
gij
van
deze
vrijstermarkt?”
~
„Dat
ik
blijde
zal
zijn,
als
wij
het
eind
van
deze
wandeling
bereikt
hebben.”
„
„Maar
dan
keert
men
langs
denzelfdcn
weg
terug.”
„
„Gij
wilt
dus
nu
reeds
de
pantoffel-parade
verlaten,
en
het
is
pas
half
vier?
Eerst
„
„omstreeks
vijf
ure
is
de
parade
afgeloopen”.
~
„Neen,
geen
oogenblik
langer.
Ik
verlang
naar
een
glas
madera
en
een
manilla
~
„sigaar.
Ik
walg
van
dit
tooneel
van
armoede
en
grootheid,
van
rijkdom
en
„
„blinkende
ellende.”
”
Zooals
ik
hierboven
reeds
zei,
speculeert
m.i.
de
schrijver
wel
min
of
meer
op
de
belangstelling
van
de
op
schandaal
belusten;
mogelijk
moest
dat
den
verkoop
van
zijn
boekje
stimuleeren.
Dit
is
te
betreuren,
want
hierdoor
wordt
voor
ons
de
kijk
op
de
pantoffelparade
vertroebeld.
P.
A.
van
der
Linden
Vooren.
HET
WAPEN
VAN
ROME.
Ter
aanvulling
van
de
gegevens
over
dit
huis
op
het
Hokin,
verstrekt
door
T.
den
Herder
in
het
vorig
Maandblad
(blz.
105),
kan
ik
nog
de
volgende
inlichtingen
geven.
Op
1
Juni
1616
verkochten
Joost,
Abraham
en
Isaack
van
Beeck
aan
Volckert
Nanninga
het
huis,
staande
op
het
Rokin
op
den
Noorderhoek
van
de
Duifjessteeg
en
genaamd:
„Het
Wapen
van
Rome”.
Daarna
is
het
huis
blijkbaar
in
eigendom
overgegaan
aan
Warner
van
Lennep,
hoewel
de
kwijtscheldingsakte
daarvan
niet
bewaard
is
gebleven.
Want
op
9
September
1679
schelden
Jacob
en
Jan
van
Lennep
in
hun
hoedanigheid
van
executeurs-testamentair
van
Sara
van
Halmael,
weduwe
van
Warner
van
Lennep,
het
huis
kwijt
aan
Jan
den
Hulter.
Op
7
April
1722
gaat
hetzelfde
pand,
steeds
genoemd
„Het
Wapen
van
Rome”,
van
diens
erfgenamen
over
op
Coenraad
Hendrik
Craamer.
Gedurende
bijna
een
eeuw
bleef
het
in
bezit
der
Craamer’s,
een
vermogende
familie
uit
het
Zuiden
des
lands,
die
in
Amsterdam
verscheidene
huizen
in
eigendom
bezat.
In
1838
verkochten
G.
H.
Craamer’s
nazaten
het
pand
aan
den
restaurateur
Johann
Graffner,
die
het
sedert
1812
reeds
in
huur
had
blijkens
een
annonce
in
het
Advertentieblad
van
Amsterdam
dato
1
Mei
van
dat
jaar,
waarin
hij
bericht,
„dat
hij
zijn
zaak
als
tafelhouder
heeft
verplaatst
naar
De
zeven
Kerken
van
Rome
op
het
Rokin”.
Hij
is
het
dus
geweest,
die
den
ouden
haam
heeft
gewijzigd
ineen
gelijksoortigen,
die
toen
op
de
kroonlijst
van
den
gevel
Werd
geschilderd.
Ook
in
het
adresboekje
van
1823
komt
hij
voor:
„In
het
perceel
De
zeven
Kerken
van
Rome,
Rokin
141
(oud
nummer,
d’A.)
over
de
Lombardsteeg
Wordt
Table-d’Hóte
gehouden”.
Het
restaurantbedrijf
werd
er
later
door
zijn
zoon
Michael
voortgezet,
vermoedelijk
tot
omtrent
1864,
want
in
dat
jaar
verkocht
hij
het
huis
aan
Georg
Theodor
Emil
Schellen.
12
jaar
later
kwam
het
in
bezit
van
N.
J.
en
P.
van
Limmik,
commissionnairs
in
effecten,
tot
het
in
1883
ondershands
overging
aan
den
uitgever
J.
H.
Ie
Cosquino
de
Bussy,
vader
van
den
tegenwoordige!!
firmant
van
de
Firma
J.
H.
de
Bussy.
Ik
heb
deze
gegevens
verzameld
ingevolge
een
opdracht
van
het
genootschap
121