Tekstweergave van GA-1942_MB029_06119

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM gevestigd. Het van 1639 daterende ge- : : bouw men leest „Anno 1639” op de voet der schoorstenen, welke het door Ph. Vingboons gebouwde huis in zijn oorspronkelijke staat versierden (zie .de afb.) —• „Het Huys van Huydecopef’ genaamd, huisvestte invloedrijke families, te beginnen met den bouwheer zelf, Joan Huydecoper, Ridder, Heer van Tarnen en Blokland, later Heer van Maarseveen en Neerdijk, raad en schepen van Am - sterdam, en zes maal burgemeester. Deze burgemeester wordt in Amsterdams historie meermalen genoemd. Later nog woonde er Pieter Reael, gevolgd door Mr. Willem Sautijn, omtrent wiens minder mooie hoedanigheden ons het 28e jaarboek van „Amstelodamum” (blz. 66 e.v.) meer vertelt (zie ook Elias, Vroedschap I: 141 en Brugmans, Gesch. v. A’dam, Dl. 3 : 53/56) waarna er midden van de 18e eeuw weer een Huydecoper zich vestigde. Om te voorkomen echtei’, dat de fantaisie misschien historie zou worden en blijkens meer gehoorde uitlatingen reeds historie werd, lijkt het ons goed eveix vast te leggen, dat het geesteskind van Mr. Jacob van Lennep niet in dit huis op het Singel woonde. „Het huis mijns vaders stond, gelijk men reeds vernomen heeft, op den Cingel, en had van achteren gemeen - schap met een gang, in het Klooster uitkomende. Door dezen gang sloop Hëynsz tweemalen daags ongemerkt binnen en kwam (gelijk ook thans geschiedde) aan het kabinet mijns vaders tikken”, zegt Ferdinand Huyck, (11e hoofdstuk, volksuitg. Sijthoff, Leiden) waaruit blijkt, dat de veronderstelde woning der Fam. Huyck juist aan de overzijde lag, waar nu nog een paar stegen den naam van Midden- en Eerste Klooster dragen. Een dergelijke steeg had de schrijver noodig. Ferdinand Huyck’s vader was Hoofdschout van Amsterdam en liet zijn geheime agenten bij zich thuis komen, die dan dooreen uitgang inde steeg het huis konden verlaten of betreden. Nu wij het toch over de Huydecopers hebben, zij mij vergund nog enkele oude notities ter wille van de historie onder de loupe te nemen. Er is n.h sprake, dat een burgemeester Huydecoper op de Lauriergracht gewoond zou hebben. Inde Hist. Gids van d’Ailly (blz. 275) wordt opgemerkt: „De Lauriergracht is verder de tijdelijke woonplaats geweest van en ten slotte van niemand minder dan Mr. Joan Huydecoper, raad, commissaris, schepen, burgemeester, 0.1. C. (1625-1704)”. Deze mededeeling wordt gesteund door of is gebaseerd op het werk van Elias, De Vroedschap van Amsterdam,’ deel I, blz. 518, onder No. 191. Een advertentie inde Amsterdamse Courant van 13 Mei 1690 schijnt aan duidelijk - heid niets te wenschen te laten en luidt als volgt: „Marcus Cortz, konstschilder, heeft gevonden een gimisse specie, die alle vernissen op schilderyen, ontbint soo dun, dat men se met een spons daer af kan halen. Woont tot Amsterdam op de Lauriergracht naest burgemeester Maerseveen ”. (Dr. Leonie van Nierop, Gegevens over de Nijverheid van A’dam, 27e Jaarb. Amstelodamum, blz. 272). 117 Het huis Singel 543 in zijn oorspronkelijke gedaante.