Tekstweergave van GA-1942_MB029_06115

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM TEN BERDE MALE: HET ONTSTAAN VAN DEN NAAM JORDAAN. Het grenst welhaast aan onbescheidenheid om nogmaals aan den redacteur van dit maandblad plaatsruimte te vragen voor de kwestie van het ontstaan van den naam Jordaan. Immers deze kwestie is reeds breedvoerig toegelicht in twee artikelen m den vongen jaargang verschenen (resp. in het April- en Mei-nr., blz. 69 en 85 e.v.) waar met minder dan vijf afleidingen van den naam zijn gememoreerd: 1. van jardm, 2. van gordijn of vestingwerk, 3. van jordiksie of jurisdictie, 4. van „over de Jordaan m den zin van „over de Prinsengracht” (het Overjordaansche) en 5. van jerde, een oude lengtemaat. Geheel willekeurig is hier echter genegeerd een zesde oplossing, indertijd gelanceerd door U. J. Irimpel, den bekenden kenner van Amsterdams verleden, in diens werk „Amsterdam Oud en Nieuw” (1918), blz. 134. Wanneer wij alle afleidingen willen opsommen, dan mogen wij dus ook die van Gimpel niet vergeten. impel ging uit van de stelling, dat er te Amsterdam gangen, stegen en straten bestaan die hun naam hebben ontleend aan een (hoek)huis. Zoo deelt hij mede, dat het Hemelrijk zijn naam ontleende aan het huis „het (groot) hemelrijck”. Zelfs noemde men somtijds de geheele omliggende buurt naar een dergelijk huis: zoo wordt de naam Hemelrijk soms gevonden om het geheele netwerk van steegjes aan te duiden ongeveer op de plek waar thans het gebouw van de Arbeiderspers staat. Gimpel geeft in dit verband nog een enkel ander voorbeeld, doch een veel loSf nT 00 eeld d s et i, Dr B * H ' van Hooft in het Jaarboek Amstclodamum, 1936, 1)1 z. 85, aan de hand: de uitspanning „De drie Baarsjes” gaf haar naam aan de geheele buurt „De Baarsjes”. Nu kende Gimpel aan de Lindengracht een Jordanengang (thans tusschen de nummers 80 en 86 en Scheepjesgang geheeten), doch hij erkent eerlijk nimmer een hms de Jordaan waaraan de gang zijn naam zou hebben ontleend in archiefstukken of elders te zijn tegengekomen. Schrijver dezes was in 1928 zoo gelukkig dit huis meen lidmatenregister van de Waterlandsche Doopsgezinden aan te treffen; aldaar leest men dd. 12 Dec. 1655: „Lysbeth Sickes bejaerde r T ° j w ° on 1 t °P de Lindegracht bij Pieter Sickes op de kamer inde Jordaen enz.” r ). Uit de talrijke andere inschrijvingen van dienzelfden aard in het lidmatenregister volgt onomstootehjk dat met „inde Jordaen” een huis gedoeld werd. Dit was dus bet zoo lang tevergeefs door Gimpel gezochte huis, waarnaar de Jordanengano' Werd vernoemd. ö Waarom nu juist dit huis aan een geheele buurt zijn naam zou hebben geschonken, is niet recht duidelijk. Maarde oplossing die Gimpel gaf heeft dit voor, dat zij steunt op een archivalisch gegeven, hetgeen niet het geval is bij de boven gememo - reerde andere oplossingen. Belangrijk is, dat de Lindengracht een van de oudste wegen van de Jordaan is, zoodat de naam „Jordaan” zich van het Noorden uit over het geheele stadsdeel kan hebben verspreid. Dit schijnt ook inderdaad het geval te zijn geweest. Merkwaardig is in dit verband, dat men in het' uit 1751 aateerende pamflet; „Vervolg der samenspraak tusschen den eed weigerende Rotter - f.an?“®r Arasterdamschen Doelist en gesworen wynkooper der laatstgemelde ad leest, dat de Prins het gezag heeft gekregen „door behulp van de kinderen begrippen 3,11 611 Fransche Pad *)• Dit waren d, is vroeger naast elkander staande We oudste vermelding van den naam Jordanengang vond ik ineen Willig Decreet an 25 Juli 1729 (no. 56, fo. 204), waar vermeld wordt de koop vaneen perceel c an de Lmdengracht op den Oosthoek van de Jordaansgang door Philip Valk van b Zie dit Maandblad, 1928, blz. 43. PatWru+ ttel “o 183 . 19 P 3 I ! 6 * Univ - BibL Amsterdam Pi 9, geciteerd door J. Hartog, De lleer ry K J + 6 'T ft'! 787 ,( 1882 )’ b)z 1U mi J welwillend medegedeeld doo? den er J. Z. Kanncgieter. Inde Jordaan-literatuur is dit citaat nog niet benut. 113