Tekstweergave van GA-1942_MB029_06108

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Thans resten ons nog drie gevelstenen met een haringbuis n.l. D.Buys inde Vinkenstraat 8, „Inde vergulde haringbuys”, Singel 358 5 ) en op 356 een jonger exemplaar boven het middenvenster 6 ). Dat hiermede alle buiten het centrum verdwaalde gevelstenen in particulier bezit, zijn opgespoord, behoeven wij niet aan te nemen. Zo is blijkbaar het relief met zwemmende zwaan, w.o. Swaenwyck, inde top van het huis Oranje Nassaulaan 30, eveneens van oude datum. Het mocht mij evenwel nog niet gelukken het thuis te brengen. Wie, de Oranje Nassaulaan vervolgende, mocht menen op No. 24 eveneens een oude gevelsteen te vinden in „D Vergulde Waagen ”, zij gewaarschuwd. Deze is nl. een copie van het mooie exemplaar, dat zich inde Druckeruitbouw van het Rijksmuseum bevindt, zichtbaar voor ieder die onder de poort vandaan zich naar het Museumplein begeeft. Dit origineel stond tot 1865 boven het „Postcomptoir” van dein 1687 aangelegde Arnhemse Postwagen, dat zich op de Botermarkt (Rembrandtsplein) hoek Reguliersbreestraat bevond. Een beter lot bleef „De Haagsche Postwagen beschoren, welke nog steeds staat aan het Singel 74, waar in 1660 het comptoir der eerste onderneming van deze aard werd ingericht. H. W. Alings. VAN EEN WOUDSENDER GEVELSTEEN. Inde Januari-aflevering van het maandschrift Amstelodamum zijn verscheidene fraaie gevelsteenen afgebeeld, in het bezit van den heer C. G. Vattier Kraane en door hem aangebracht in zijn villa, Koeduinweg 2, Aerdenhout, Bloemendaal. De heer Alings, die er bijschriften aan toevoegde, weet met eender steenen, waarop een houtzaag - molen is afgebeeld, geen weg en beperkt er zich toe de mogelijkheid te opperen, dat deze aangebracht kan zijn geweest aan eender vele molens aan den buiten - kant van Amsterdam. Dit vermoeden is onjuist. De gevelsteen is herkomstig uit Woudsend, in Friesland, ten noorden van het Slooter-meer. De namen, die op den steen staan, zijn die van Miger Annes Visser, geboren te Heeg 21 Maart 1743, overleden te Woudsend 13 December 1802 en van zijn echtgenoote Wytske Michiels Tromp, geb. te Woudsend 23 September 1739, overleden aldaar 3 October 1809; zij waren 6 Mei 1764 te Heeg kerkelijk getrouwd. De beide knapen, die gezamenlijk den eersten steen hebben gelegd, zijnde oudste twee hunner vijf zoons, n.l. Anne Wiegers Visser, geboren te Woudsend 23 Februari 1765, overleden 10 September 1794 en Michiel Tromp Visser, geboren te Woudsend 12 Juni 1768, overleden 1 Januari 1803. Omdat de naam van Michiel Hylkes Tromp, Wytske’s vader, niet in mannelijke lijn werd voortgezet, werd aan den tweeden jongen uit haar huwelijk voornaam en geslachtsnaam van haar vader gegeven. Dit is de oplossing van het bevreemdende, dat, in het rijmpje op den gevelsteen, de twee knapen, broers, kinderen van dezelfde ouders worden genoemd, doch met verschillende geslachtsnamen. Een dergelijk voortzetten van des vaders naam in vrouwelijke lijn kwam in Friesland veelvuldig voor. Zij ver - klaren vele dubbele geslachtsnamen in dit gewest. De naam Michiel Tromp Visser leeft nog steeds voort; de tegenwoordige naamdrager is geneesheer te Warns (Fr.). instrument uit vroeger eeuwen) werd geplaatst terzijde van de ingang van het Scheepvaartmuseum. Daarentegen kwam het lofwaardig streven tot behoud van gevelstenen op hun oorspronkelijke plaats tot uiting op No. 184/6 waar de 18e eeuwse Morenkop en op 198 de „Oranjeappel” van 1749 in nieuwe panden werden herplaatst. De Voorl. Mon. lijst vermeldt geen opschrift en foutief, 1740. Ze laat evenals v. Arkel en Weissman onvermeld den gekroonden leeuw op de top van het 17e eeuwse pakhuis op No. 100/4. Herdenken wij hier tevens een 300-jarige, de fraaie Vingboonstrapgevel met de dolfijn uit 1642 op de Westerstraat 54. Een aardig plekje, herinnerend aan de oude sfeer, met zijn enkele boom voor het huis, een oase inde van groen bijna verstoken straat. 5 ) De eerste verzuimde de Voorl. Mon. lijst en de tweede v. A. en W. te registreren. 6 ) Voor een juiste afbeelding vaneen haringbuis in bedrijf, zie men in Roemer Visser’s Sinnepoppen, gereproduceerd in dit Maandblad, Jan. ’4l, blz. 5. 108