Tekstweergave van GA-1942_MB029_06045

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Zoo sterk is (tegenwoordig) de drang naar buiten, vooral op het water, dat in heel landelijk Amsterdam verande - ringen in het landschap gaande zijn. Daarom is het goed waakzaam te zijn om het schoone te behouden. Een heerlijk landschapsbeeld leverde vroeger het een - zame Kinselmeer inde bocht van den ouden Zuiderzeedijk op. (De bijgevoegde foto heeft dit meer als onderwerp). Dit meer is al zeer oud; het is kort na de vorming van het V of na den aanleg van den eersten dijk tegen de Zuiderzee als braakmeer ontstaan. In later tijd werd het vergroot. Het was hier vroeger een echte spookbuurt. Ettelijke door - braken hebben er plaats gehad. Het boschje links, dat boven den dijk uit - komt, ligt bij zoo’n oud, wederom tot moeras geworden, braakmeer, het Hacke - lingengat. Ondanks zijn ouderdom, een weinig begroeide plas: een brakwater - plas, zonder gele plompen, waterlelies en al die pracht van de plassen in het Zuiden, aan de Vecht. Zeelepelblad groeit langs den rand van het meer. In den winter komen er eendensoorten uit het hooge Noorden, zaagbekken, zee - duikers, de aalscholvers visschen er graag. Thans is het een ontspannings - landschap; langs de oevers zijn water - sportgebouwen, een uitbreidingsplan regelt het gebruik der oevers. De weg er heen en er langs, ’n rustige w'eg op de meeste dagen van het jaar, is prachtig berijdbaar. Durgerdam heeft er het vorig jaar een stuk van den ouden zeedijk voor moeten afstaan. Nóg altijd een mooi landschap, van den dijk af gezien. De weg volgt het verloop van den dijk, het boschje geeft eenige afwisseling. Helaas is het jammer, dat de beplanting langs het meer zoo droevig is, armoedig, geheel uit den toon. Slechte smaak dreigt het schoone te doen verdwijnen. Hu de recreatie er eenmaal is, moet ook de landsehapsverzorging optreden. Hier ligt, meent schrijver, een werk- Verschaffingsobject. Het vogelleven heeft voor de zeiljachtjes en zwemmers moeten vdjken. Toch broedt er nog de fuut, en m het riet aan den wegkant de kleine karekiet. Nu (Als) het herfst geworden is, komen weer de eenden opzetten; het meer zou een nuttige bestemming kunnen vinden als winterreservaat. Prachtig zijn de uitzichten van den dijk over het Yselmeer met Vuurtoreneiland en Pam - pus. Tegen den avond, wanneer de lichten in Amsterdam beginnen te fon - kelen, is het hier ongelooflijk mooi. Dan trekken de kraaien langs den dijk op weg naar de slaapplaats in het Gooi, of men ziet reusachtige spreeuwenzwer - men; de kokmeeuwen hebben er een slaapplaats. De dijk geeft relief aan het landschap zijn meerzijde is nog vrij kaal, al beginnen ook hier vlieren te komen. Mogen we ook dit landschap als land - sehap niet verliezen! Er zijn enkele kleinigheden aan den rand: prikkeldraad en conifeertjes, die ongerust maken. VRAGENBUS. Het Straatleven omstreeks 1900. De heer P. A. van der Linden Vooren schrijft ons nog; Bij de beschrijving van het straatleven omstreeks 1900 werd ook een aantal marktfiguren genoemd. Vaneen ervan, Jacob Hollander, een kwakzalver, wil ik iets vertellen. Het zal circa 25 jaar geleden zijn dat Jacob Hollander nog het Amstelveld bezocht. Hij stond tegen de Amstelkerk, aan de Prinsengracht-zijde. Op een soort podium stond een tafeltje en een stoel. Misschien was het tafeltje wel een oude kist, of deed een koffer daartoe dienst; zoo nauwkeurig weet ik het niet meer. Tegen de kerk hing een groot carton of lap, waarop met groote letters de naam Jacob Hollander voorkwam. Verder stond er zoo iets op van pedicure en nog het een en ander; ook meen ik dat er enkele medailles op bevestigd waren. De man was iets onder middelmatige grootte, had een tanige gelaatskleur en een ge - weldige kraakstem. Hij was gekleed in het zwart, droeg een hoogen hoed en had een dikken wandelstok bij zich. Hij leek mij eenigszins stram. Wanneer hij zijn toespraak begon, stelde hij zich op zijn podium en sloeg enkele malen met zijn wandelstok ergens tegen aan om door lawaai de aandacht te trekken. Dit lukte hem uitstekend; hij 45