Tekstweergave van GA-1942_MB029_06037
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM
de
beurscrisis
van
1763.
Deze
de
Neufville
had
den
naam
vaneen
zeer
protserig
en
prachtlievend
koopman.
Hij
bezat
niet
minder
dan
122
schilderijen,
welke
in
totaal
/
43.000.
—
en
/
12.000.
—-
opbrachten.
Waren
de
prijzen
op
deze
verkooping
over
het
algemeen
nog
laag,
een
stuk
van
Jan
van
Huysum
bracht
toen
toch
al
de
som
van
/
2000.
—
op.
Enkele
jaren
later
31
Juli
1771
werd
in
het
logement
„Het
Wapen
van
Amsterdam”
het
geheele
kunstbezit
van
Gerrit
Braamcamp
onder
den
hamer
gebracht.
Bicker
Raye
weet
in
zijn
bekend
dagboek
te
vertellen,
dat
deze
collectie
vair
318
stuks
zóó
beroemd
was,
dat
vele
vreemdelingen
er
naar
kwamen
kijken.
Br.
woonde
in
het
bekende
huis
„Swedenrijck”
op
de
Heerengracht
nabij
de
Spieghelstraat.
Zijn
collectie
bracht
in
totaal
/
350.000.
-
op.
Hieronder
bevond
zich
een
doek
van
Paulus
Potter,
dat
voor
/
9000.
—
verkocht
werd.
Enkele
jaren
vroeger,
in
1761,
dus
inden
zevenjarigen
oorlog,
had
ditzelfde
doek
bijna
/
4000.
—
opgebracht,
doch
nu
verongelukte
het
bij
het
transport
naar
Rusland.
Ook
inde
latere
jaren
der
achttiende
eeuw,
ja
zelfs
nog
inde
zoo
onrustige
jaren
1786
en
1787,
werden
er
nog
kunstveilingen
te
Amsterdam
gehouden,
die
menigmaal
zeer
groote
sommen
opbrachten
en
waar
relatief
veel
grootere
bedragen
besteed
werden
dan
inde
vorige
decennia
der
achttiende
eeuw
het
geval
was.
Ook
vindt
men
dit
bij
den
verkoop
van
huizen;
dezelfde
huizen
worden
in
latere
jaren
veel
duurder
verkocht.
In
het
jaar
der
omwenteling
1795
werd
geen
verkooping
op
het
gebied
van
kunst
gehouden.
Men
vond
toen
den
toestand
waarschijnlijk
te
onzeker
en
wilde
eerst
eens
afwachten,
doch
inde
jaren
daarna
worden
er
wel
weer
kunst
-
veilingen
gehouden,
al
brachten
deze
dan
misschien
niet
zulke
hooge
prijzen
op
als
inde
jaren
vóór
1795,
toen
voor
de
welgestelde
regentenklasse
de
toekomst
nog
zoo
goed
en
fleurig
scheen.
Over
het
algemeen
valt
op,
dat
vooral
inde
achttiende
eeuw
de
z.g.
genreschilders
met
hooge
prijzen
worden
betaald,
als
voorbeeld
het
werk
vaneen
schilder
als
Gerard
Don.
De
werken
der
landschapschilders
worden
over
het
algemeen
veel
minder
betaald.
Ook
is
het
opmerkelijk,
dat
men
inde
belangrijkste
veilingcatalogi
zeer
weinig
werk
aantreft
van
Fransche
en
Engelsche
schilders,
die
in
dezen
tijd
modern
waren,
terwijl
juist
de
Fransche
invloed
op
het
gebied
van
mode,
woninginrichting,
kortom
op
de
geheele
manier
van
leven
inde
meer
gegoede
Nederlandsche
families
zoo
buitengewoon
groot
Avas.
Een
typisch
beeld
van
de
min
of
meer
verfijnde
manier
van
levender
achttiende
eeuw
is
daarentegen
m.i.
af
te
leiden
uit
het
feit,
dat
men
de
bloemstukken
van
Jan
van
Huysum
zoo
mooi
vond,
gezien
de
hooge
prijzen,
die
er
voor
betaald
Werden.
Het
zeer
groote
aantal
gehouden
kunstveilingen
in
aanmerking
genomen
en
gelet
op
het
groote
aantal
te
Amsterdam
woonachtige
kunsthandelaren
mag
men
wel
besluiten,
dat
Amsterdam
zoowel
in
oorlogs-
als
in
vredestijd
beschomvd
Werd
als
een
belangrijk
centrum
voor
den
kunsthandel.
Mr.
Aafke
Meilink.
I.
Floerke.
Studiën
zur
niedcrlandischen
Kunst
&
Kulturgescllichte,
blz.
75.
11.
Wagenaar.
Beschrijving
van
de
stad
Amsterdam,
deel
11.
blz.
470.
Hl.
Arn.
Houbraken.
De
Groote
Scouburgh
der
Nederl.
schilders
en
schilderessen,
deel
11.
blz.
292.
„,
IV.
Amsterdamsch
Jaarboekje.
1891.
Dr.
Bredius.
Kunsthandel
inde
17e
eeuw.
blz.
04.
VERDWAALDE
GEVELSTENEN.
V.
Met
de
thans
volgende,
moet
de
registrering
van
de
zich
buiten
Amsterdam
bevindende
gevelstenen
voorlopig
besloten
worden,
daar
mij
althans
niet
meer
bekend
zijn.
Een
volgende
serie
zal
die
stenen
behelzen,
welke
in
Amsterdam
zelf
Verdwaald
raakten.
Mogen
we
een
beroep
doen
op
belangstellenden
en
bezitters
v
an
deze
Amstelodamiana,
ons
op
de
hoogte
te
brengen
van
hun
eventueel
bekende
Verblijfplaatsen
van
oude
gevelstenen?
37