Tekstweergave van GA-1942_MB029_06035
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
bloemenhandelaren,
juweliers,
vooral
echter
vele
boekhandelaren.
De
kunstkoopers
waren
dan
ook
met
de
boekverkoopers
en
de
boekdrukkers
in
één
gilde
vereenigd;
uit
de
ledenboeken
van
dit
gilde
blijkt
echter,
dat
lang
niet
ieder
van
wien
het
bekend
was,
dat
hij
zich
met
den
kunsthandel
bezig
hield,
lid
was
van
dit
gilde.
Ook
menschen
als
bakkers
en
slagers
deden
aan
kunsthandel.
Deze
neringdoenden
n.l.
hadden
dikwijls
moeite
met
het
innen
van
hun
vorderingen
en
namen
dan
maar
schilderwerken
in
betaling
aan
en
probeerden
deze
dan
weer
aan
den
man
te
brengen.
Door
verschillende
schrijvers
wordt
vermeld,
dat
een
zekere
Willem
van
der
Hoeven
(III)
een
bekend
koffiehuis
inde
Kalverstraat
had,
dat
een
verzamel
-
plaats
was
voor
schilders.
Inde
latere
jaren
wordt
er
ook
nog
wel
kunst
gekocht
om
de
schoonheid
van
het
schilderij,
dus
terwille
van
de
kunst
zelve,
maar
vooral
inde
achttiende
eeuw
komt
er
ook
inden
kunsthandel
een
sterk
speculatief
element
naar
voren.
Men
gaat
een
schilderij
meer
koopen
als
een
geldbelegging.
Vele
schilders,
die
hun
werk
niet
zoo
goed
konden
afzetten,
gaan
dan
ook
door
kunsthandel
in
hun
onderhoud
voorzien.
Het
is
algemeen
bekend,
dat
b.v.
Philips
van
Dijk
(1683
—1753)
vele
werken
aankocht
voor
den
Keurvorst
van
Hessen
—
Cassel,
waaruit
later
de
zoo
beroemde
Gemalde-Galerie
te
Cassel
is
ontstaan.
De
omgeving
van
Dam
en
Kalverstraat
was
een
gezochte
plaats
voor
kunstwinkels.
Zoo
was
er
in
1695
een
kunsthandel
gevestigd
in
het
huis
~de
Groenenberg
in
de
Kalverstraat,
verder
was
er
een
kunstwinkel
inde
Kalverstraat,
hoek
Kapelsteeg,
inde
„Wakkeren
Hond”
op
den
Dam,
inde
Jonge
Roelofsteeg
en
in
het
huis
„de
Atlas”
op
den
Nieuwen
Dijk.
Het
was
in
vroeger
dagen
zeer
gebruikelijk,
dat
2
of
meer
schilders
aan
hetzelfde
doek
werkten
(de
een
schilderde
dan
den
achtergrond,
de
ander
de
figuren),
ook
wel
werd
de
naam
van
den
schilder,
als
die
niet
meer
inde
mode
was,
van
het
doek
verwijderd
en
werd
de
naam
vaneen
ander,
die
op
dat
oogenblik
meer
aftrek
vond,
er
voor
inde
plaats
gezet.
Het
veelvuldige
copieeren,
dat
veelal
op
de
schildersateliers
gebruikelijk
was,
leidde
er
verder
toe,
dat
men
weinig
onderscheid
maakte
tusschen
origineel
en
copie.
Zoo
had
Jan
P.
Zomer,
een
vriend
van
Rembrandtin
zijn
jonge
jaren,
wat
betrouw
-
baarheid
op
het
gebied
van
kunst
aangaat,
niet
zoo’n
heel
besten
naam.
Jan
Goeree
(1670
—1731),
een
leerling
van
Gerard
de
Lairesse,
graveur
en
ook
kunsthandelaar
(volgens
het
ledenboek
van
het
boek-
en
kunstverkoopersgilde
en
het
boekdrukkers
-
gilde
als
gildebroeder
aangenomen),
maakte
op
Zomer
het
volgende
rijmpje;
Dit
is
Jan
Piet
de
Makelaar,
Inde
kunst
een
kakelaar,
Inde
kunst
een
Jan
de
Dooper,
Bij
de
duistere
nacht
een
looper,
Die
rinkinkel
in
zijn
hart,
Staat
hier
in
wit
en
zwart.
Ook
vonden
er
talrijke
verknopingen
van
kunstwerken
en
kunstbezit
plaats,
b.v.
uit
hoofde
van
sterfgeval
of
insolventie.
Het
Sint
Lucasgilde
waakte
over
deze
verknopingen.
Geene
openbare
veiling
mocht
gehouden
worden
dan
ten
overstaan
van
den
„knegt”
van
het
Sint
Lucasgilde,
terwijl
ook
de
catalogus
der
te
houden
verknoping,
vooraf
door
de
overlieden
van
bovengenoemd
gilde
moest
worden
nagekeken,
wat
4
gulden
kostte.
Het
O.Z.
Heercnlogement
aan
den
Grimburgwal
was
wel
de
plaats,
waar
de
meeste
Verkoopingen
werden
gehouden.
Inde
achttiende
eeuw
nemende
kunstver
-
koopingen
sterk
in
aantal
toe.
In
dezen
tijd
laten
de
Fransche,
Poolsche
en
andere
hoven
op
deze
veilingen
dikwijls
aankoopen
doen
en
zoodoende
vindt
men
dan
ook
in
vele
buitenlandsche
collecties
zeer
veel
werk
van
Hollandsche
meesters.
Volgens
Dr.
Bredius
(IV)
hadden
de
aanzienlijken
inde
17de
eeuw
dikwijls
een
35