Tekstweergave van GA-1942_MB029_06029

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM van den tekst van de lezing van ir. A. Boeken over „Bouwen en restaureeren in oud-Amsterdam”, oorspronkelijk opgenomen in het bouwkundig weekblad Archi - tectura, en later met de antwoorden van de architecten W. M. Dudok en Jan de Meyer daarop ineen aardig boekje met tal van illustraties opnieuw afgedrukt. Het boekje was in korten tijd uitverkocht. Intusschen is eender leidende gedachten van Boeken’s betoog: omtrent de wenschelijkheid vaneen beperking van de bouw - hoogte van de huizen en gebouwen in het grachtencomplex, ineen verordening van het gemeentebestuur werkelijkheid geworden, een maatregel, die, meenen wij, de schoonheid van de Amsterdamsche binnenstad, zonder economisch sterk hinderend te werken, slechts ten goede kan komen. Zoo troffen wij bij bijna alles wat wij ondernamen, zoo in ’t groot als int klem, een verbazingwekkende sfeer van belangstelling voor ons werk en streven aan. Be - vreemden deed dit ons niet. Reeds in het vorig jaarverslag konden wij melding maken vaneen groeiende historische gezindheid en bewustwording van ons volk, zoo in zijn geheel als inde verschillende deden: gewesten, steden en landschappen. Van heemkunde en heemgedachten geraakte niet alleen de pers, maar ook het publiek vervuld. Allerwegen groeide in het afgeloopen jaar het plaatselijk historisch besef, met belangstelling voor grond, natuur en menschen, tegelijk op met den zin voor de eigen geschiedenis van het Nederlandsche volk. Dat Amsterdam meun, gezien zijn voornaam verleden en zijn ontwikkeling, een eerste plaats moet bekleeden, is begrijpelijk, en dat het dit, gezien de vorming van gemeentewege vaneen Com - missie voor de Heemkunde, op goede wijze wil, verheugend. Zoo is m November deze Commissie haar werk begonnen, dat de bedoeling heeft de kennis van Am - sterdam zoo in ’t historische als in het topografische (geografische) en natuur - historische te bevorderen. In zijn functie van gemeente-archivans heeft ook onze voorzitter er zitting in. Tevens is ons Genootschap daarin rechtstreeks vertegen woordigd door den voorzitter van de Commissie voor het Jeugdwerk. Het feit, dat hij uitgenoodigd werd ook in het werkcomité zitting te nemen, waarborgt ons dat de plannen die gemaakt worden met onze gedachten zullen strooken. Het Jeugdwerk zelf trok, ook in pers en periodiek, bij voortduring de aandacht, De commissie werkt geregeld door. Een vierde cursus, over Amsterdam als haven - en handelsstad, kwam, met tekst en illustratieblad, gereed. Een herdruk van den eersten cursus, over den Dam, is reeds verschenen. In aansluiting hieraan vermeldt het jaarverslag ook dein de Willemsparkschool gearrangeerde tentoonstelling genaamd „Liefde voor eigen erf”. Intusschen viel toch de aftrek, die de aaidige en instructieve publicaties van de Jeugdwerk-commissie vonden, dit jaar niet mee. D e oorzaak hiervoor schijnt wel voornamelijk te moeten worden gezocht inde be - zwaren, die gebrek aan ruimte en tijd op vele scholen het te buiten gaan van de Verplichte lessen inden weg legde. Dat zulks te betreuren valt, is zeker. De secretaris vestigt daarom nog eens nadrukkelijk de aandacht op de goede diensten die de gedrukte cursussen van de Jeugdwerk-commissie van het onderwijs kunnen be - wijzen. Den ijveren secretaris der commissie, den heer J. de Jager, Stadionkade 135, vindt men ten alle tijde bereid nadere inlichtingen daarvoor te verschaffen. Als nieuw lid van de commissie trad de heer Ton Koot toe. Wat onze representatieve verplichtingen betreft wordt meegedeeld, dat een tweetal bestuursleden het bestuur vertegenwoordigde op de afscheidsreceptie van den heer D. Kouwenaar bij het verlaten van zijn zoo lang vervulden post als coi respondent Van de Nieuwe Rotterdamsche Courant in Amsterdam. In die functie heeft hij ook veel gedaan ter verdediging en verbreiding van de gedachte, die het Genootschap voorstaat. Aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bood het Genootschap, over - eenkomstig een desbetreffend verzoek, de volledige reeks van onze publicatiën, Voorzoover althans nog voorradig, ten geschenke aan tegen den tijd dat het oorlogs gevaar geweken zal zijn, als bijdrage voor het weder opbouwen van de door brand z oo deerlijk geteisterde Provinciale Bibliotheek te Middelburg. 29