Tekstweergave van GA-1942_MB029_06024

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
VRAGEN BUS. Het Straatleven omstreeks 1900. In verband met de publicaties welke de laatste maanden in ons maandblad over dit onderwerp zijn verschenen, herinnert de heer P. A. van der Linden Vooren er ons aan, dat het Gemeente- Archief onlangs de hand gelegd heeft op een aantal afbeeldingen van straat - typen uit de beschreven periode. Wel - licht dat wij mettertijd inde gelegen - heid zijn verschillende in vorige num - mers beschreven typen te reproduceeren. Op het oogenblik is ons dit door plaats - gebrek onmogelijk. VAN DE BOEKENTAFEL. Ernst Crone, Cornelis Douwes 1712 1778; ZIJN LEVEN EN ZIJN WERK. Vrage: Hoevelen onzer lezers zullen ooit van Cornelis Douwes hebben gehoord? Antwoord: Misschien is hun aantal groo - ter dan men op het eerste gezicht zou denken, want zij die den atlas van Fouquet goed kennen - en welk lid van Amstelodamum doet dat niet? zullen zich wellicht herinneren op plaat 57, het „Gezicht van de Oude Waalen - kerk” zijn naam te hebben zien prijken op een perceel, dat thans No. 153 is van den Oudezijds Achterburgwal. Onge - twijfeld had Schoute, de teekenaar dier prent, goede reden dien naam niet weg te laten, want Douwes was toen in zeevaartkundige en wetenschappelijke kringen algemeen bekend en zijn methode van „breedtebepaling buiten den mid - dag” kon „a boon and a blessing” worden genoemd voor een ieder, wiens taak het was een schip veilig over zee te brengen. Van geboorte was Douwes geen Am - sterdammer, want zijn wieg stond op Terschelling. Echter was hij reeds in 1731 in het Westen onzer stad gevestigd als onderwijzer inde wis- en zeevaart - kunde. In die kwaliteit schijnt hij zich al dadelijk te hebben onderscheiden, want niet alleen wist de 19-jarige jonge man zich te handhaven tegenover de oude bevaren stuurlieden, die gewoonlijk dergelijke zeevaartschooltjes hielden, maar toen hij in 1747 bij de Admiraliteit onzer stad een verzoekschrift indiende om „alle personen in ’s Lands dienst ter zee” in deze vakken te bekwamen, besloot dat college in samenwerking met het stadsbestuur en de Oost-Indische Compagnie een algemeen „zeemans-col - legie” op te richten en Douwes tot hoofd dier school aan te stellen. Het was deze benoeming, welke hem aanleiding gaf naar den Oudezijds Burgwal te ver - huizen, waar zijn school verder bleef gevestigd. In het genoemde request maakt Douwes ook melding van zijn methode van breedtebepaling, welke oorzaak werd, dat zijn naam spoedig over geheel Europa met eere zou worden genoemd. Uit - voerig beschreef hij haar later inde Verhandelingen van dein 1752 opge - richte Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, tot lid waarvan hij dadelijk na de oprichting is benoemd. Aldus werd ook de aandacht van de wetenschappelijke wereld op zijn me - thode gevestigd, die later in Engelsche, Fransche, Duitsche en Spaansche leer - boeken algemeen werd aanbevolen en ook in Amerika ingang vond. Dit alles is, uitstekend gedocumenteerd, in Crone’s werk te lezen en het zal zeker elk rechtgeaard Amsterdammer genoegen doen, dat op een verdienstelijk stadgenoot, wiens naam gedurende ander - halve eeuw ver buiten onze grenzen was bekend, weder eens in breederen kring de aandacht wordt gevestigd. Het boek bepaalt zich echter niet tot Douwes. Het geeft bovendien een uitvoerig over - zicht van de ontwikkeling der zeevaart - kunde inde 16e, 17e en 18e eeuw en de leden van Amstelodamum zullen zeker verwachten dat onze stad, die door de zeevaart groot werd, daarbij een leidend centrum was. Welnu, zij zullen bij lezing van deze goed dóór - werkte studie in die verwachting niet worden teleurgesteld. W. Yoorbeijtel Cannenburg. Amsterdamsche vrouwenkloosters in de middeleeuwen. Op een proef - schrift getiteld „Vrouwenkloosters en Begijnhof in Amsterdam van de 14e eeuw tot het eind der 16e eeuw” *) promo - q Uitgegeven bij H. J. Paris, Amsterdam 1941- AMSTELODAMUM 24