Tekstweergave van GA-1942_JB039_00201

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vergelijkingsmateriaal, dat de onbekenden ons zouden moeten verschaffen, niet, als nu, geheel ontbrak, dan nog komen juist voor de beeldhouwkunst eigenaardige moeilijkheden het vormen vaneen zuiver oordeel opnieuw verzwaren. Wanneer, gelijk bij het Haarlemsche orgel, zoowel een Van Logteren als zelfs een J. B. Xavery naar schetsen van Van Limborch werken x , voor een niet tot stand gekomen gedenk - teeken voor Lucretia van Merken een Vmkeles voor Ziesenis het ontwerp moet leveren, Swart naar aanwijzingen van Jacob Otten Husly arbeidt en naar die van Jacques Kuyper, naar een ontwerp van wien ook Sigault zijn gedenkteeken voor Nieuwenhuyzen inde kerkte Monnikendam vervaardigt, zelfs lateren nog, als Gabriël, naar Suys en, inde Zuidelijke Nederlanden, Godecharle naar Francais werk uitvoert, dan wordt daarmee niet alleen een vreemd element in hun kunst gebracht doch waarmee, waar men de bron kent, rekening gehouden kan worden maar moet ook voor elk werk, waarvan wij dit niet weten en voor elk nog aan het licht komend stuk, het portret zelfs niet uitgesloten, de vraag rijzen of inde vorming daarvan niet ook anderen hebben mede gewerkt. Deze overwegingen moeten noodzakelijk tot de slotsom voeren dat het bijeen - brengen van materiaal voorloopig het eerst-noodige is, kennis der kunstenaars, hun leven, vorming en onderlinge verhouding, kennis van hun werk en van de factoren, die bij de wording er vaneen rol gespeeld hebben. Wat, met deze eischen voor oogen, met betrekking tot den beeldhouwer, die van dit opstel het onderwerp vormt, Jan Swart, aan gegevens verzameld kon worden, vindt men hier bijeen, waarbij ons tevens de gelegenheid geboden wordt het hoofd - stuk der decoratieve sculptuur inde bouwgeschiedenis van Felix Meritis nader te belichten. Van Eynden en Vander Willigen geven in het tweede deel hunner Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst een levensbericht van dezen kunstenaar, dat men dankbaar mag aanvaarden wegens het getal der bijzonderheden, dat het mededeelt en de juistheid daarvan. Maar het laat ruimte voor meer, het kan worden aangevuld en gepreciseerd. In hoeverre de archivalia daar het hunne toe kunnen bijdragen zal hierna blijken. Uit het „Boek bevattende de namen der Teken Leden van de Academie der Teken - kunst te Amsterdam Ao 1765” 2 leeren wij zijn geboortedatum kennen, nl. 20 Maart 1 De geschiedenis van het Haarlemsche orgel levert tevens een bewijs, dat ook de z.g. bozzetti niet altijd als voikomen-oorspronkelijke concepties kunnen gelden, hetgeen blijkt wanneer men leest „ingevolge de Resolutie van den 23e : April 1738: door de Konstenaar en Beeldhouwer Xavery inden Hage, doen maaken een boetseersel van syn (d.w.z. Van Limborch’s) opgegeven schets en Teekening etc. (zie ook het artikel over de Van Logterens, jaarg. 1926, No. 4, Oud-Holland). 2 Rijksakademie van Beeldende Kunsten. 131