Tekstweergave van GA-1942_JB039_00112
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
had
hij
zijn
kinderen
uit
belde
huwelijken
voor
egale
portlën
als
eenige
erfgenamen
gesteld;
21
December
1787
1
verleent
hij
tot
ampliatie
daarvan
zijn
vrouw,
Anna
Elisabeth
van
Marsells,
het
recht,
om
in
het
huis
aan
de
Heerengracht
om
met
te
blijven
wonen
tot
haar
overlijden
of
eerder
hertrouwen
en
treft
hij
een
overeen
-
komstige
beschikking
omtrent
den
door
hem
op
9
Mei
1759
gekochten
stal
aan
de
Vijzelstraat,
oostzijde
tusschen
de
Heeren-
en
Keizersgracht.
14
Augustus
1792
2
moet
de
weduwe
verklaren,
geen
gebruik
te
zullen
maken
van
deze
rechten,
ter
zake
met
de
erven
een
andere
regeling
getroffen
hebbende,
alvorens
tot
het
transport
van
het
huls
kan
worden
overgegaan.
7
Mei
1792
blijkt
het
in
veiling
voor
ƒ
65.900.
te
zijn
verkocht
aan
Henrick
Mullman
3
,
Oud-Schepen
en
Raad.
28
Augustus
1792
volgt
de
kwijtschelding
4
,
waarin
als
verkoopers
worden
vermeld
Jacob
Abraham
van
Lennep,
Dirk
Baron
van
Boetzelaar,
Heer
van
Kijfhoek,
beschreven
inde
Orde
van
de
Ridderschap
en
Edelen
van
Holland
en
Westvriesland,
Hoog
Heemraad
van
Rhijnland,
etc.
etc.
en
zijn
echtgenoote
Petronella
Johanna
Maria
van
Lennep
en
Mr.
David
Cornelis
van
Lennep,
Regeerend
Schepen.
111.
Aldus
kwam
het
huis
Heerengracht
476
m
handen
van
de
familie
Muilman,
aan
wie
het
langer
zou
toebehooren
dan
aan
welke
andere
ook.
De
naam
Muilman
zegt
het
tegenwoordige
geslacht
misschien
weinig
of
mets;
een
kleine
eeuw
geleden
was
daaraan
het
begrip
verbonden
van
overgrooten
rijkdom;
en
nog
een
gelijk
aantal
jaren
eerder
stonden
de
Muilman’s
als
aanzienlijke
kooplieden
bekend,
maar
tevens
als
„achtenveertigers”
en
misschien
zelfs
als
„Doelisten”
5
.
1
Notaris
P.
G.
van
Hole.
2
Notaris
N.
Obbes.
3
Elias,
Vroedschap
No.
409.
In
afwijking
van
zijn
benaming
inde
akte
van
kwijtschelding
heet
hij
bij
Elias:
Henric
Muilman,
Baanderheer
van
Haemstede,
Heer
van
Koudekerke
en
Welland.
4
Kwijtsch.
N
7
fo.
239.
5
Het
woord
„Doelist”
wordt
in
tweeërlei
zin
gebruikt.
Ik
bezig
het
verder
inden
oorspronkelijken
van
„deel
hebbende
aan
de
Doelistenbeweging”.
Spoedig
krijgt
het
de
beteekenis
van
„Prinsgezind
met
een
onwelwillenden
bijklank.
De
Heer
D.
P.
Oosterbaan,
hist.
drs.
alhier,
had
de
vriendelijkheid
mijn
aandacht
te
vestigen
op
het
„Dichtkundig
Praal-Tooneel
van
Neerlands
Wonderen”,
1753/4
en
speciaal
aldaar
Deel
IV,
blz.
155.
Daargelaten,
of
de
inhoud
dezer
anonieme
publicatie
betrouwbaar
bewijsmateriaal
oplevert,
blijft
het
de
vraag,
of
daarin
het
woord
„Doelist
in
1754
lag
de
beweging
weer
zes
jaren
achter
den
rug
met
inden
zm
van
„Prinsgezind
gebruikt
wordt.
Hetzelfde
geldt
voor
Deel
111,
blz.
36
en
Deel
V,
blz.
165
en
166,
waar
eveneens
de
naam
„Muilman”
wordt
genoemd,
wat
het
eerste
en
laatste
betreft
speciaal
met
het
oog
op
Nicolaas,
doch
daar
evenals
op
blz.
165
in
samenhang
met
dien
van
Mr.
Willem
H(uyghens),
Heer
van
Honkoop
(Elias,
Vroedschap
No.
354),
die
(reeds
in
1752!)
tot
de
Correspondentie
was
toegetreden.
56