Tekstweergave van GA-1942_JB039_00110

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
en vaste Schilderijen voor de Schoorsteenen, en de blafons, mitsgaders de Losse Planken inde Kassen door het geheele huis, de Kloek op het huis, en de Vaste tafel in ’t Tum-huis”. Reeds waren eemge maanden tevoren, op 16 Maart 1757 1 „ten huyze van Mevrouwe Margareta Verhamme, Weduwe van den Heer Loot van Santvoort” tien schilderijen verkocht, met een gezamenlijke opbrengst van ƒ11.745. —. Een Adriaan van der Werff bereikte ƒ4060. en drie Gerard Dou’s onderscheidenlijk ƒ2500. —, ƒ 2225. en ƒ1925. (beide laatste vindt men onder Nos. 55 en 56 terug inde veiling-Gernt Braamcamp). De hoedanigheid maakte, naar den smaak van den tijd, goed, wat de hoeveelheid mocht te wenschen laten. Want Hoet- Terwesten voegt aan den afloop deze aanteekening toe: „De 4 voorgemelde Schilderyen zyn altoos zeer hoog ge-estimeert geweest, en door alle Kenders aange - merkt als de Chefs d’ Oeuvre van die twee vermaarde schilders”. Voor Aarnout van Lennep (1718 —1791) was zijn nieuwe huis geen onbekend terrein, gesproten als hij was uit het huwelijk van Jacob van Lennep Aernoutsz. en Petronella de Neufville. Tot 1729 had hij er zijn grootvader opgezocht; vervolgens woonde er zijn aangehuwde oom Dirk van Lennep, tevens volle neef van zijn toen overleden vader; de betrekkingen tot Jean de Wolff en Margareta Verhamme mogen aanvankelijk van wat verderen aard geweest zijn, dit zou veranderen, toen Aarnout van Lennep op 24 November 1744 in het huwelijk trad met Maria Verhamme en Mevrouw Loot van Santvoort zijn tante werd; en zelfs tot de eenigszms op zichzelf staande familie Loot bestond zekere relatie, sinds Aarnout van Lennep 8 October 1754 in tweede huwelijk getrouwd was met Anna Elisabeth van Marcehs, jongere zuster van den straks genoemden Jan van Marcelis Junior, echtgenoot van Catharina Ida Loot van Schooten. Ook hier dus buitentrouw inde rijke Gereformeerde familie van Marcelis, wier naam inden handel van Amsterdam klank kreeg in dien der firma Jan en Theodore van Marcelis, die de Surmaamsche zaken uit den boedel- in -décon - fiture van Burgemeester Willem Gideon Deutz 2 overnam en tot ver mde 19de eeuw voortzette. Door den aankoop van Heerengracht 476 door Aarnout van Lennep kwamen dit huis en de hofstede Meer en Berg opnieuw, zooals ten tijde van David de Neufville en van Dirk van Lennep, in één hand; de gemachtigden van laatstgenoemde toch hadden 27 December 1732 Meer en Berg voor ƒ 40.000.—aan zijn schoonzuster Petronella de Neufville verkocht 3 en Aarnout van Lennep had het van zijn moeder geërfd. 1 Lugt, Répertoire No. 947. Zie Hoet —Terwesten, Deel 111, blz. 168. 2 Elias, Vroedschap, Deel 11, blz. 631. 3 Elias, Vroedschap blz. 967. 54