Tekstweergave van GA-1941_MB028_04155
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
aandacht
vraagt
maar
dat
in
één
menschenleeftijd
een
stadsbeeld
als
dat
Van
Amsterdam,
zoo
ingrijpend
kan
veranderen,
dat
zou
men
zich
nimmer
fealiseeren.
De
tentoonstelling
van
Amstelodamum
geeft
nu
een
saamgevat
overzicht
en
de
Amsterdammer,
die
deze
verzameling
kleurprenten,
schilderijen
en
foto’s
ziet,
2
al
zich
bekennen,
dat
hij
wel
wist
hoe
het
aspect
van
zijn
stad
veranderde,
maar
hut
hij
het
nooit
zoo
sterk
heeft
beseft,
als
hem
nu
onder
oogen
wordt
gebracht.
W
Gt
18
6en
aardi
ë
e
tentoonstelling,
waarvan
de
titel
zeker
doeltreffend
is
gekozen.
Want
voor
velen
zal
een
menschenleeftijd
hier
weer
in
vollen
omvang
inde
herinnering
mrugkeeren;
het
is
als
bij
het
zien
van
oude
familieportretten
waarbij
het
verleden,
he
personen
en
de
herinneringen,
die
om
hen
heen
verweven
zijn,
weer
levend
gorden
en
zich
bij
herhaling
afspelen.
Dat
zal
men
en
dan
vooral
de
genoemde
Amsterdammer
van
origine
èn
op
jaren
-
ervaren
bij
het
zien
van
deze
curieuse
collectie.
Misschien
zullen
die
Amsterdammers
van
geboorte
zich
op
deze
tentoon
-
stelling,
heel,
heel
oud,
gaan
v0e1en....”
De
Telegraaf
schreef
0.m.:
»Er
zijn
misschien
weinig
steden
in
ons
land,
welke
zooveel
veranderingen
hebben
ondergaan
als
Amsterdam,
zelfs
inden
betrekkelijk
korten
tijd
vaneen
menschen
-
eeftijd.
Maar
Amsterdam
is
altijd
een
levende
stad,
vol
energie
en
bruisend
leven
geweest,
een
stad
welke
zich
steeds
meer
uitgebreid
heeft.
En
zoo
moest
veel
ver
-
t
wijnen,
waaraan
de
oudere
Amsterdammers
nog
allerlei
herinneringen
hebben.
Det
stadsbeeld
is
wel
zeer
gewijzigd.
>.Hoe
zag
de
stad
er
vroeger
uit?
Het
is
zeker
een
aardige
gedachte
geweest
van
Jiet
Genootschap
„Amstelodamum”,
om
onder
den
titel;
„Wat
ineen
menschen
-
teeftijd
verdween”,
in
het
Stedelijk
Museum
thans
een
tentoonstelling
in
te
richten
ter
herinnering
van
het
veertigjarig
bestaan.
Het
destijds
verschenen
gedenkboek
Was
een
succes.
De
lens
van
den
fotograaf
liet
er
in
zien,
wat
verdwenen
en
ook
wat
cr
voor
inde
plaats
verschenen
is.
De
tentoonstelling
houdt
zich
evenwel
uitsluitend
czig
met
wat
er
nu
niet
meer
is.
Een
keur
van
aquarellen
en
teekeningen,
ook
Sc
haderijen,
geven
een
beeld
van
het
vroegere
Amsterdam
gedurende
de
laatste
2
estig
jaar.
De
heeren
ir.
J.
D.
M.
Bardet,
H.
van
der
Bijll,
J.
van
Eek
en
D.
Kouwe
-
aa
ar
hebben
zich
veel
moeite
gegeven,
om
een
goed
overzicht
te
geven,
een
topo
-
grafische
reconstructie
van
de
stad.
„De
tentoonstelling
wil
niet
zijn”,
zoo
schrijft
Arnstelodamum’s
voorzitter,
de
gemeente-archivaris
mr.
A.
Ie
Cosquino
de
Bussy
!
n
den
catalogus
,„een
kijkspel
van
curiositeiten,
niet
een
vleug
van
vriendelijke
herinneringen,
maar
een
roep,
een
hartstochtelijke
roep
om
eerbied
voor
de
stad,
®hx
strijdbare
liefde
voor
het
behoud
van
haar
schoonheid”
”
1,1
de
Nieuwe
Rotterdamsche
Crt.
lazen
wij
0.a.:
»Het
geheim
van
het
succes,
dat
het
genootschap
Amstelodamum
met
het,
ter
gelegenheid
van
het
veertigjarig
bestaan
in
1940
verschenen,
gedenkboek
bereikte.
Was
voor
een
groot
gedeelte
zeker
hierin
gelegen,
dat
in
dit
boek
wordt
beschreven
e
.h
afgebeeld
het
Amsterdam,
zooals
wij
zelven
het
nog
gekend
hebben
en
hebben
veranderen.
’’D
c
hedennamiddag
in
het
Stedelijk
Museum
geopende
tentoonstelling,
ingericht
hoor
hetzelfde
genootschap,
heeft
hetzelfde
doel,
maar
stelt
de
tijdsgrenzen
wat
hirner
dan
.de
viermaal
tien
jaar
van
het
bestaan
van
Amstelodamum.
Zij
sluit
lc
h,
blijkens
dein
den
titel
vermelde
jaarcijfers,
en
vooral
blijkens
den
onder-titel,
celeer
aan
bij
den
tekst
van
het
Gedenkboek
en
omvat
in
afbeelding
hetgeen
de
hans
levende
generatie
te
beginnen
met
de
ouderen
daarvan
-
uit
het
stadsbeeld
o(
‘ft
zien
verdwijnen.
Dit
wordt
nu
niet
weergegeven
in
beeld
en
tegenbeeld,
van
°en
en
nu;
de
tentoonstelling
bepaalt
zich
tot
het
verleden.
En
zij
roept
dit
in
et
geheugen
terug,
niet
slechts
door
middel
van
foto’s,
maar
evenzeer
door
platen
h
prenten,
door
teekeningen,
aquarellen,
schilderijen
enz.
Zoodoende
werd
de
niet
slechts
interessant,
maar
ook
zeer
aantrekkelijk....”.
155