Tekstweergave van GA-1941_MB028_04151

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM geschillen zoo hoog, dat de rechtbank ten slotte geen andere oplossing wust dan voor te stellen de heerlijkheid Sloten aan Amsterdam over te doen. Reinoud 111, de twintigste heer van Brederode, ver - kocht in 1529 de Ambachtsheerlijkheid aan de Vroedschap der stad, waarop toestemming werd verkregen van Keizer Karei in 1531. Sindsdien kwamen de Arnbachtsheeren voort uit de Vroed - schap van Amsterdam. Later, op het einde van de 18e eeuw, is Sloten weer een zelfstandige gemeente geworden, tot - dat het op 1 Januari 1921 weder bij de stad Amsterdam werd ingelijfd. De Beurs voor twee eeuwen. Het September-nummer van het Maandblad voor Handelswetenschappen en Handels - practijk bevat een levendige beschrijving Van de hand van D. betreffende de Beurs voor twee eeuwen (die van Hendrick de Keyser op het Rokin). Vooral uitvoerig gaat de schrijver in op de beursbevolking, de kooplieden inde Verschillende branches: de handelaars in actiën, meest Portugeesche Joden, de handelaren in specerijen, olie, stroop en rozijnen, benevens de wisselmakelaars, speciaal die welke wissels op Bilbao, Diskaje en Portugal verhandelden. In hun onmiddellijke nabijheid werden de makelaars in vaste goederen aangetroffen. V erder langs de pilaren gaande werd men e en aantal vreemdelingen gewaar; Ar - meniërs en Perzen, die handel dreven in zijde en zijden stoffen, ook wel in kleeren. Ka hen trof men de kooplieden en schip - pers op Cadix, Turkije en de Canarische eilanden aan en degenen die op Zweden, Mest-Indië en Cura9ao handel dreven. Vervolgens kwamen de handelaren in tabak en geheel aan het einde van de rij, aan den Damkant, de Hoogduitsche Joden, waaronder veel geldwisselaars en groote handelaren werden aangetroffen. Kaar den overkant gaande vielen eerst he houthandelaren en anderen op, die op Denemarken, Noorwegen en de Oostzee handel dreven. Op marktdagen ook wel Zaankanters, zooals die nu nog des Maandags de hoofdstad bezoeken. In deze omgeving vond de handel in juffers, sparren en masten plaats, „waarop stads swaartens staan, geheyt met groote kragt in onze weeke gronden”. De volgende pilaren, steeds Rokinwaarts gaande, gaven plaats aan de mannen van de kleine visscherij, n.l. de Groenlandsche, in tegenstelling tot de haringvisscherij, die de groote visscherij genoemd werd en verder de balein- en traankoopers. Daarop volgden weer de handelaren die op Rusland en de Oostersche landen zaken dreven en de schippers der „Mus - covische vloot”, die voornamelijk op Archangel voeren en, daar Czaar Peter er alles op had gezet zijn rijk een Oostzeehaven te verschaffen, ook Peters - burg begonnen aan te doen. Ook veel korenkoopers werden hier aangetroffen, ofschoon de eigenlijke korenbeurs elders, n.l. op het Water, gevestigd was. Volgden de wol- en lakenhandelaren, die op de Zuidelijke Nederlanden handel dreven en daarna de leerkoopers, olieslagers, zeep - zieders, de kassiers en zij die in juweelen zaken deden. In het middengedeelte van de beurs, dat niet overdekt was, vond men, behalve de actionisten, de suikerbakkers, de hande - laars in Oost-Indische katoen, in lijn - waad, linnen en papier, de kooplieden op Engeland, die tevens schipper daarheen waren, de handelaren op Frankrijk, Bremen en Hamburg en een groot aantal menschen die in wijn handelden. Ten slotte kwamen de cargadoors en scheeps - bevrachters. De Beurs van Amsterdam, herinnert D., heeft zich steeds gekenmerkt dooreen bijzondere vermaardheid. Zij was een der voornaamste ter wereld en nog in de laatste j aren voor den oorlog wees alles erop, dat Amsterdam langzamerhand, het centrum beloofde te worden van den geldhandel. Amsterdammers zijn dan ook, en terecht, steeds trotsch op hun Beurs geweest. YRAGENBUS Het straatleven omstreeks 1900. Ons medelid P. A. van der Linden Voor en schrijft ons 0.m.: Hoe was het straatleven inde jaren omtrent 1900? Kan er b.v. niet eens een levendige be- 151