Tekstweergave van GA-1941_MB028_04057
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mrt.
1941
AMSTELODAMUM
Draaf,
thans
directeur
van
den
Dienst
der
Publieke
Werken,
ir.
C.
Biemond,
thans
directeur
van
de
Waterleidingen
en
den
tegenwoordigen
chef
van
de
af
-
deeling
„Bruggen”,
ir.
A.
van
Walraven,
is
er
veel
tot
stand
gekomen.
Enkele
honderden
plannen
werden
ontworpen
en
uitgevoerd
en
verscheidene
malen
kwamen
er
acht
bruggen
per
jaar
gereed.
Den
laatsten
tijd
is
er
vooral
met
ijver
gearbeid
in.
het
Boschplan.
Daar
werden
honderd
groote
en
kleine
bruggen
gepro
-
jecteerd
en
reeds
een
vijftigtal
gebouwd.
Het
artikel
over:
de
Amsterdamsche
school
is
van
G.
H.
Wallagh
en
de
dichters
die
behandeld
worden
zijn;
Bertus
Aafjes,
Ed.
Hoornik,
Jac.
van
Hattum,
Gerard
den
Brabander
en
Jan
Campert.
Van
Hoornik
wordt
aangehaald
het
prachtig
fragment
uit
zijn
bekroonde
gedicht
„Mattheus”,
dat,
naar
Wallagh
schrijft,
welhaast
alle
moderne
bloem
-
lezingen
siert
en
„waaraan
men
dezen
dichter
dreigt
op
te
hangen”,
doch
dat
tevens
het
gedicht
is,
waarin
het
Amster
-
dam
van
dezen
tijd
ten
voeten
uit
ge
-
teekend
wordt.
Gerard
den
Brabander
heeft
geen
regel
-
rechte
gedichten
op
Amsterdam
ge
-
schreven.
Jac.
van
Hattum
riep
bij
het
uitbreken
van
den
oorlog
een
visioen
op
van
het
ondergaan
van
Amsterdam,
in
zijn
ge
-
dicht
„Verzonken
klokken”,
dat
ook
bij
het
artikel
is
afgedrukt.
Van
Bertus
Aafjes
wordt
gegeven
zijn
overpeinzing
bij
een
zeventiende-eeuw
-
schen
grachtengevel
en
die
bij
den
Schreierstoren.
En
de
Hagenaar
Jan
Campert
sluit
de
rij
met
een
vers
op
Amsterdam,
dat,
naar
Wallagh
schrijft,
niet
ten
onrechte
een
biecht”
genoemd
mag
worden.
Merkwaardig,
hoe
telkens
weer
Amster
-
dam
ook
de
jonge
dichters
van
dezen
tijd
tot
kunst
inspireert.
Merkwaardig,
maar
gansch
niet
on
-
begrijpelijk.
Daar
is
geen
stad
als
Amsterdam
zoo
ruim
en
zoo
vertrouwd;
als
ik
een
huis
te
bouwen
had,
ik
had
het
hier
gebouwd,
zingt
Campert.
De
Brouwerssteeg
verdwijnt.
In
navolging
vaneen
bierbrouwerij
te
Am
-
sterdam,
die
een
geheele
straat
kocht,
heeft
thans
een
handelsonderneming
aan
den
N.Z.
Voorburgwal,
het
Gemeente
-
bestuur
verzocht,
de
door
haar
panden
geheel
ingesloten
Brouwerssteeg
(tus
-
schen
N.Z.
Voorburgwal
en
Nieuwendijk)
te
mogen
koopen,
zoo
las
men
eenigen
tijd
geleden
inde
pers.
Bedoeld
is
hier
de
N.V.
J.
P.
Wijers
Industrie-
en
Handelsonderneming,
die
haar
vleugelen
steeds
wijder
uitslaat;
de
bierbrouwerij
is
die
van
Heineken,
welke
immers
het
tusschen
de
verschillende
deelen
van
haar
bedrijf
gelegen
stuk
van
de
Jacob
van
Campen
straat
kocht
en
met
schuttingen
afsloot;
en
de
steeg
in
quaestie
is
het
laatste
verbindingsstraat
je,
de
doorsteek,
tusschen
N.Z.
Voorburgwal
en
Nieuwendijk,
vóórdat
men
aan
de
Martelaarsgracht
komt.
De
Brouwerssteeg
is
maar
heel
kort
en
mondt
op
den
Nieuwendijk
uit,
juist
57
Cliché
van
het
Handelsblad.