Tekstweergave van GA-1941_MB028_04018
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Jan.
1941
zucht
der
groote
heeren
geboren.
De
grachtenbundel
daarentegen
werd
ont
-
worpen
dooreen
begenadigd
kunstenaar,
Hendrick
de
Keyser,
die,
in
samen
-
werking
waarschijnlijk
met
den
stads
-
timmerman
Hendrick
Jacobsz
Staets,
een
uitbreidingsplan
voor
Amsterdam
ontwierp,
waaraan
onze
tijd
een
voor
-
beeld
nemen
kan;
voorloopig
werd
de
grachtenbundel
niet
verder
uitgevoerd
dan
tot
de
Leidschegracht.
De
laatste
kaart
die
als
uitgangspunt
is
genomen,
is
die
van
Daniël
Stalpaert
(Hoofdstuk
VI).
In
dien
tijd
(de
helft
der
zeventiende
eeuw)
wordt
het
prach
-
tige
Stadhuis,
volgens
het
ontwerp
van
Jacob
van
Campen,
gebouwd,
met
mede
-
werking
van
Jacob
Vennecool
en
Daniël
Stalpaert.
Een
korte
beschrijving
daarvan
vindt
men
al
weder
ineen
uitgave
van
ons
Genootschap,
den
Gids
voor
de
Bezoekers
van
het
Koninklijk
Paleis
te
Amsterdam
door
A.
W.
Weissman.
(De
documenten
betreffende
den
overgang
van
het
Amsterdamsche
stadhuis
tot
Koninklijk
Paleis
zijn,
naar
bekend
is,
eveneens
als
uitgave
van
Amstelodamum,
door
wijlen
onzen
oud-voorzitter,
prof.
dr.
H.
Brugmans,
gepubliceerd).
Het
nieuwe
vestingstelsel
was
zoover
mogelijk
omgehaald,
niet
ineen
halven
cirkel,
maar
een
veelhoek,
die
wel
vijfachtsten
vaneen
cirkel
omvatte.
Wel
26
bol
-
werken
had
de
vesting,
alle
voorzien
van
een
grooten
molen.
Op
de
kaart
van
Daniël
Stalpaert
is
voor
alles
gezorgd,
voor
de
rijke
kooplieden
de
hoofd
-
grachten,
voor
de
nijveren
de
radiale
straten,
voor
de
smallen
van
beurs
het
Weteringkwartier,
voor
de
vluchtelingen
uit
het
verre
Oosten,
buiten
hun
Uilen
-
burg
en
Vlooyenburg
flink
wat
ruimte:
de
grachten
over
den
Amstel
aan
de
„Oude
Zijde”,
de
Nieuwe
Heerengracht
en
Nieuwe
Keizersgracht.
Ook
voor
een
stukje
buiten
was
gezorgd:
de
Plantage.
De
Oostelijke
eilanden
Kattenburg,
Wittenburg
en
Oostenburg
voorzagen
in
de
behoefte
der
oorlogsmarine,
de
Weste
-
lijke
eilanden;
Prinseneiland,
Bickers
-
eiland
en
Realeneiland,
waren
aan
den
zeehandel
gewijd.
Ten
slotte
wordt
in
hoofdstuk
VII
het
Amsterdam
van
Jan
ter
Gouw
en
in
het
laatste
(achtste)
hoofdstuk
het
Amster
-
dam
van
heden
besproken.
Het
boek
eindigt
met
een
lofspraak
die
ons
zeker
allen
uit
het
hart
gegrepen
is,
namelijk
op
~de
aloude
kracht
van
’t
schoone,
sterke,
taaie
Amsterdam,
de
stad
die
ondanks
den
toevloed
van
bevolking
van
alle
windstreken
haar
eigen
karakter
behield”.
Hierboven
memoreerden
wij
al
verschil
-
lende
uitgaven
van
ons
Genootschap.
In
verband
met
de
indeeling
van
dezen
eersteling
der
Heemschut-serie,
wijzen
wij
ook
nog
even
op
den
door
A.
E.
d’Ailly
samengestelden
catalogus
van
Amsterdamsche
plattegronden,
even
-
eens
door
ons
uitgegeven.
Het
boek
van
A.
A.
Kok
doet
nog
eens
de
groote
waarde
ook
van
die
uitgave
uitkomen.
Ken
je
Amsterdam
?,
50
schetsen
door
M.
G.
Emeis
Jr.,
verschenen
bij
de
Druk
-
kerij
en
Uitgeverij
J.
H.
de
Bussy,
Amsterdam.
Kennen
onze
gymnasiasten
Amsterdam?,
vroeg
ons
medelid
dr.
Jacq.
Presser,
leeraar
aan
het
Vossius-gymnasium,
in
1931
in
dit
maandblad.
En
het
antwoord
op
deze
vraag,
die
onze
redacteur
toen
al
dadelijk
uitbreidde
tot:
~Kent
het
jonge
geslacht
Amsterdam?”,
was
wel
zeer
teleurstellend.
Om
een
paar
sprekende
voorbeelden
inde
herinnering
terug
te
roepen:
van
de
205
leerlingen,
die
aan
de
proef
(de
door
dr.
Presser
ondernomen
enquête)
deelnamen,
herkenden
slechts
50
den
Zuiderkerkstoren,
47
de
Reguliers
-
gracht,
43
den
Groenburgwal
met
Zuider
-
kerk,
27
den
Oudekerkstoren
enz.
Dit
bedroevend
resultaat,
dat
toen
terecht
algemeen
zeer
de
aandacht
trok,
heeft
verschillende
pogingen
ten
gevolge
gehad
om
in
deze
leemte,
dit
gebrek
aan
kennis,
te
voorzien.
Wij
noemen
ervan
en
wij
mogen
dit
met
trots
doen
de
instelling
van
onze
jeugd-commissie,
die
nog
altijd
nuttig
werk
doet.
Ook
de
V.V.V.
Am
-
sterdam
wij
grijpen
deze
gelegenheid
dankbaar
aan
om
hierop
de
aandacht
te
vestigen
—,
wijdt
tegenwoordig
een
wel
-
doende
belangstelling
aan
Amsterdam
en
zijn
geschiedenis.
„Ken
je
Amsterdam?”
is
thans
de
titel
vaneen
populair
boekje,
dat
een
ander
18