Tekstweergave van GA-1941_MB028_04012

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Jan. 1941 verbouwing en herstelling van dit merk - waardige huis. Uit de toelichting blijkt, dat van Rijks - wege 50 pCt. der geraamde kosten ad / 25.868, met een maximum van / 12.950, is toegezegd. De verwachting is, dat ook de provincie op de bij haar aanhangige subsidie - aanvrage gunstig zal beschikken. B. en W. herinneren er inde Memorie van Beantwoording van de Gemeente - begrooting voor 1941 aan, dat in 1940 van gemeentewege ook een subsidie voor de restauratie van perceel Oudeschans 39 werd gegeven. Request vaneen Amsterdamschen Gasthuisapotheker. Over den hier bedoelden apotheker, I. Hugenholtz, werden reeds in vroegere bijdragen in het Pharmaceutisch Weekblad enkele mededeelingen gedaan. No. 32 van dit jaar bevat blijkens een ons toe - gezonden overdruk nieuwe gegevens van de hand van den heer G. Hellinga en wel betreffende eendoor Hugenholtz aan het Gasthuisbestuur gezonden be - zwaarschrift. Daarin worden de nadeelen door den apotheker in ’t bijzonder als uitwonende geleden, alsook de inconveniënten, naar zijn oordeel ver - bonden aan het wonen buiten het Gast - huis, uiteengezet. Hugenholtz werd in Juni 1789, in plaats van den ontslagen functionaris An - thony Timmer tot Gasthuis- tevens Stads-apotheker aangesteld, met ver - plichte inwoning in het Gasthuis. Zijn salaris als Gasthuisapotheker werd vast - gesteld op / 250, terwijl hij, in zijn hoedanigheid als Stadsapotheker, ƒ 1000 ’s jaars zou genieten. Daarenboven werd hem aanvankelijk 5, later echter slechts 3 pCt. van de jaarlijksche ontvangsten voor ten behoeve der stadsarmen, de Godshuizen en de Admiraliteit 1 ) ge - leverde medicijnen toegekend. Uit de in 1793 aan hem uitgereikte instructie blijkt, dat regenten reeds met de moge - lijkheid der uitwoning van den apotheker rekening hadden gehouden, door daarin, 1 ) Voor de uitrusting der z.g. chirurgijns - kisten. met goedkeuring van Burgemeesteren, de bepaling op te nemen, dat voor - noemd ~dedomagement” in dat geval tot 5 pCt. zou worden verhoogd, het aandeel, voorheen ook door zijn leer - meester en voorganger Dirk Timmer genoten; bovendien zou hij dan nog een jaarlijksche vergoeding a / 100 ont - vangen, wegens gemis aan vuur en licht. In Februari 1792 gaf Hugenholtz aan regenten het voornemen tot het aangaan vaneen huwelijk te kennen, waarop het Gasthuisbestuur, daarvan mededeeling gedaan hebbende aan Burgemeesteren, dezer goedkeuring verkreeg. Hugenholtz had bij die gelegenheid tevens medege - deeld, te hebben vernomen, dat het huis op den hoek van de Gasthuis - poort 2 ) tegen einde April 1793 uit de huur zou komen. Hij heeft dit tijdstip blijkbaar niet willen afwachten en be - trok, inmiddels gehuwd, met zijn vrouw de woning in het Gasthuis, waarin regenten op zijn verzoek enkele voor - zieningen hadden getroffen. Deze blijken evenwel niet geheel naar genoegen te zijn geweest, waarop regenten Burge - meesteren verzochten, de door Hugen - holtz alsnog gewen sch te verdere ver - beteringen te mogen doen aanbrengen. Dit werd geweigerd; het Stadsbestuur was n.l. van oordeel, ~dat de apotheker zeer wel buiten het Gasthuis zou kunnen wonen”. Aan Hugenholtz werd daarop, met ingang van 1 Mei 1793, het hiervoor genoemde perceel, tegen een huurprijs van / 600 ’s jaars, toegewezen. Uit het request blijkt nog omtrent verschillende aan de functie van adr. verbonden bemoeiingen en verplich - tingen als a. het, bij afwezigheid der regenten, „bedienen van het officie van Binnen - vader” of wel „Opper-suppoost”; 3 ) b. het verleenen van hulp aan zieken, waar suppoosten deze meenen te moeten inroepen, wanneer doktor of chirurgijn niet aanwezig was, d.w.z. dat hij zich daarvoor vrijwel stééds gereed moest houden; c. het bij den buurtmeester controleeren 2 ) het tegenwoordig perceel O.Z. Achter - burgwal 231. 3 ) De oudste knecht inde apotheek. 12