Tekstweergave van GA-1941_MB028_04005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan. 1941 AMSTELODAMUM voorstelling wordt de spreuk verkeer - delijk als zeemansuitdrukking beschouwd in W. a Winschootens Seeman (1681), p. 122, de verklaring luidt: „dat men onkosten eerst doen moet, eer men baat of voordeel te verwagten heeft”. Eenigs - zins anders het Wh. der Ned. T. 11,1, p. 842: „men moet eerst zijn onkosten aftrekken om de zuivere winst te be - rekenen”. Uit den Byspraeks-alm. wordt de spreuk opnieuw in het Lat. ver - taald in Gruterus Florilegium ethico - politicum I, Francof., 1610 11 ), de Ned. text staat in het alphabetisch aanhang - sel Belgica proverbia, p. 96. Dat nu uit den meermalen herdrukten Byspraeks-alm. de nieuwe Amster - damsche, de „Damrak”-redactie, der spreuk is afgeleid, kan m.i. niet be - twijfeld worden 12 ). Spieghel geeft voor 27 Oct.: nr. 1 de scha gaat voor de baet, (d.w.z. de koopman moet eerst op zijn verlies, daarna op zijn winst letten) 13 ), nr. 2 de kost moet voor de baet uyt, en dan nog 3 andere 14 ) ver - wante spreekwoorden. De vinder wie dan ook der passage heeft nr. 1 en nr. 2 tot één spreuk versmolten: moet (nr. 2) maakt plaats voor gaat (nr. 1), dat verkeerdelijk met voor .. . uyt ver - bonden als uitgaan op zou kunnen worden opgevat, en het ww. gaan der Prov. Comm. keert langs een achter - deur inde spreuk terug. Van de Sinne-poppen. 111 ——cs=it— , ___ De Jcoft moet voor de baet uyt. HLuckt altijit niet na wenfcb iftneeringh of in min, En't hrenght oock fomtijdts wel weer duh - belvruchtenin. L L.Frea- Bijbel, Middelnederlandsche literatuur, Latijnsche (en indirect Grieksche) klassieke auteurs hebben voor de Prov. Comm. het materiaal opgeleverd ( Suringar , p. 29 vgg.). Niets is zoo jammer dan dat een deskundige als Suringar de behandeling der laatste groep tot een of ander later werk heeft verschoven (p. 31); wellicht dacht hij aan zijn eerst in 1873 verschenen boek, waarin hij de replieken van Ned. spreekw. in de Adagia van Erasmus heeft nagespeurd 1S ), of aan een mogelijken commentaar 16 ) op G. J. Meijer, Oude Ned. Spreuken en Spreekw., Gron. 1836 (naar eendruk van 1550) 17 ). Doordat echter het origineel van de cost enz. bij Erasmus niet scheen voor te komen (zie ben.) en Meijer de Ned. spreuk inderdaad niet heeft, heeft Suringar dit spreekwoord niet meer op zijn weg aangetroffen. u ) Ik gebruik het ex. der Leid. U.B. Hoe Gruterus’ vert. luidt, is in het Lat. ged. niet terug te vinden. 12 ) Hoe weinig de spreuk buiten het Bur. v. H.I. bekend is, zou men kunnen afleiden uitbet feit, dat zij in het uittreksel uit den Bijspr.-alm. in Oud-HoU. levenswijsheid verz.doorP.L.n. Eck Jr., 2e dr., Zutphen, 1920, niet is opgenomen. Verg. ben. n. 14. 13 ) Over de herkomst dezer spreuk, ben. n. 21. 14 ) Die winnen wil moet bij zetten (wel bij v. Eek, bov. n. 12); men werpt een spiering uyt om kabeliau te vangen; die niet en avontuurt niet en heeft. 15 ) Erasmus over Ned. spreekw. en spreekwoordelijke uitdr. van zijnen tijd enz. Utr. 1873 (meer dan 700 pag.). 16 ) Suringars ontwerp in handschrift is in het bezit van prof. dr. A. A. Verdenius. 17 ) Vgl. Suringar p. LXH. 5