Tekstweergave van GA-1941_MB028_04003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan.
1941
AMSTELODAMUM
met
puin
gevuld.
Deze
zware
gemetselde
reservoirs
moeten
volgens
de
over
-
levering
op
het
grondwater
drijven.
In
Januari
1936
ben
ik
inden
nog
niet
volgestorten
put
afgedaald
en
vond
daarin
nog
een
dikken
ingedroogden
traankoek
op
de
muren.
De
afmetingen
van
den
put
waren
L
X
B
x
H
=
2
X
2
x
4
M.
In
mijn
verzameling
over
de
oude
walvischvaart
bevinden
zich
nog
monsters
van
dit
traanresidu,
terwijl
ik
voor
de
scheikundige
gegevens
verwijs
naar
mijn
artikel
in
De
Natuur
60
jg.,
no.
B—9,
Aug.—Sept.
’4O,
blz.
170
—172.
Nog
een
pakhuis
vinden
wij
inde
Elleboogsteeg.
Deze
is
gelegen
tusschen
den
Zeedijk
en
de
Gelderschekade
en
thans
afgesloten.
Hierop
komt
een
tweetal
gevelsteenen
met
walvisch-afbeeldingen
voor,
n.l.
~16
De
Walvis
90”
en
„De
Groote
Walvis”.
Bij
onderzoek
ter
plaatse
bleken
ook
hieronder
één
of
meer
putten
gezeten
te
hebben,
die
vermoedelijk
ook
als
traan-reservoirs
hebben
dienst
gedaan.
Tevens
was
de
raamhaak
vaneen
der
vensters
harpoenvormig
versierd.
Verder
vinden
wij
in
onze
stad
nog
een
tweetal
pakhuizen
waarbij
de
naam
duidt
op
hun
vroegere
bestemming,
n.l.
„SPITSBERGEN”
op
de
Brouwersgracht
202
en
„GR.
WALVISCHVANGÉR”
op
het
Prinseneiland
7—9,
waar
men
ook
nog
een
werf
„DE
WALVISCH”
aantreft.
Inde
Groote
Bickerstraat
op
72,
74,
76
vinden
wij
nog
een
in
hout
gesneden
gevel
-
versiering
„D’WALVIS”.
Een
gevelsteen
met
een
walvischkaak
aan
een
ketting
waaronder
het
rijmpje:
Het
walvisbeen
is
nu
steen
komt
voor
inde
Haarlemmer
Houttuinen
no.
195
—197.
Vermoedelijk
heeft
hier
vroeger
een
echte
walvischkaak
als
gevelversiering
gehangen,
maar
is
deze
later
door
den
gevelsteen
vervangen.
De
walvischkaak
als
gevelversiering
kennen
wij
o.a.
van
prenten
van
het
oude
raadhuis
van
Amsterdam,
terwijl
er
nu
nog
één
te
Veere
hangt.
Een
gevelsteen
genaamd
„De
Bruinvis”
bevindt
zich
in
perceel
47
van
den
Haar
-
lemmerdijk.
In
het
A.V.R.0.-gebouw
aan
de
Keizersgracht
komt
vlak
onder
de
daklijst
een
walvischafbeelding
zonder
onderschrift
voor,
terwijl
op
het
Spui
no.
22
de
gevel
-
steen
„Inde
Walvis”
te
vinden
is.
Inde
Jordaan
is
nog
~D’
VERGULDE
DOLFYN”
bekend.
Gaarne
houdt
schrijver
zich
voor
aanvulling
aanbevolen.
Thijs
Mol.
DE
COST
GAET
VOOR
DE
BAEï
UYT.
Op
de
eerste
tweevoudige
photo
(Damrak
met
Beurs)
in
het
Gedenkboek
van
ons
Genootschap
„Amsterdam
1900—1940”
komt
eenerzijds
het
voormalige
politie
-
bureau
Oudebrugsteeg
voor,
anderzijds
zijn
metamorphose
in
1903
tot
zetel
van
het
Bureau
voor
Handelsinlichtingen.
Inde
daklijst
aan
de
Damrakzijde
werd
met
kapitale
letters
de
spreuk
aangebracht,
welke
hem,
die
van
het
Centraal
Station
de
stad
betreden
heeft,
alras
in
het
oog
valt:
„
De
cost
gaet
voor
de
baetuyt
1
)”,
geflankeerd
aan
de
achterzijde
van
het
gebouw
dooreen
korte
uitspraak:
„
lek
woede”,
aan
de,
naar
de
tegenwoordige
Beursstraat
gerichte,
voorzijde
dooreen
in
het
Latijn
gehulde
stelling
~O
mnibus
idem”
2
).
Zonder
onkosten,
geen
winst.
Kon
passender
een
niet
verouderende
wijsheid,
in
zoo
onmiddellijke
nabijheid
der
Beurs,
den
bezoeker
eener
koopstad
worden
voorgehouden?
De
cost
gaet
voor
de
baet
uyt
is
eigenlijk
niet
een
spreekwoord
levend
in
onze
huidige
taal,
of
zelfs
gangbaar,
toen
een
kleine
40
jaar
geleden
het
Bur.
v.
H.I.
werd
gesticht.
Niet
zoozeer
wordt
dit
bewezen
door
het
afgesleten
gebruik
van
het
enkelvoud
de
cost
voor
~de
kosten
”
3
)
tal
van
nog
gebruikelijke
spreekwoorden
bewaren
immers
*)
D.i.:
gaat
vooraf
aan.
2
)
D.i.:
voor
allen
(geldt)
hetzelfde.
3
)
Vgl.
Verwijs
—
Verdam,
Middelned.
Wb.
111,
1966:
~cost,
liet
voor
een
bepaalde
zaak
uitgegeven
geld,
de
voor
een
zeker
doel
bestede
geldmiddelen,
kosten”.
Nog
over
in
ten
koste.
In
het
Wb.
der
Ned.
T.
is
het
art.
kost
nog
niet
verschenen.
3