Tekstweergave van GA-1941_JB038_00180

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
sodat het myn ten hoogste aangenaem is aan Uw gest. intentie te voldoen en gem. Gapt. Frensel uyt een facheus labyrinth te helpen”. 1 Het was intusschen niet alleen Frensels gedrag dat ontstemming had gewekt, maar ook het feit dat de expeditie van Keetman weer had uitgewezen hoe in Amsterdam een centrum van bedrijvigheid was ten gunste van Theodoor. Frankrijk had zich tot taak gesteld den opstand op Corsica te doen eindigen. Het was dus weinig gesticht door pogingen om de onrust gaande te houden. Het verdubbelde zijn protesten, toen bleek dat er ook in Napels door den Nederlandschen consul werd gewerkt om Keetman toch nog naar Corsica te doen gaan. Wij weten al dat Jozef van Lerbergen een oude bekende van Neuhoff was. De eerste keer dat hij voor de Corsicaansche zaak zich opvallend had ingespannen, was geweest in het eerste halfjaar van 1738, toen een ook al voor Neuhoff beladen Zeeuwsch schip, De Jonge Romhout, bij Corsica onaangename ervaringen had opgedaan en zich naar Napels had teruggetrokken. 2 Van Lerbergen had zich toen zooveel moeite gegeven om den schipper tot een nieuwe reis naar het eiland te bewegen, dat hem dit een vermaning van de Staten-Generaal had bezorgd: hij moest zich liever met met zulke zaken bemoeien doch zich bepalen tot zijn eigenlijke plichten als consul. ! Van Lerbergen was echter een onverbeterhjke. Ook d Africaan wilde hij weer met alle geweld naar Corsica terug doen keeren. Om te verhinderen dat Keetman met schip en lading naar elders zou gaan, wist hij den kapitein zelfs m arrest te doen stellen „terwylen men weet dat hy gesloten hadt met de Genuesen levende oft Doot te leveren de K. T. die gelukkig geschapeert door syne groote vigilantie . 4 Het antwoord van de Staten-Generaal, die steeds weer aanmerkingen van Frankrijk te hooren kregen, was nu kort maar krachtig: zij zegden Van Lerbergen zijn ontslag aan. 5 Het had niet nagelaten, schreef Van Hoey later, m Frankrijk een goeden mdruk te maken. 6 1 Van Hoey aan Vander Heim, 26 Dec. 1738. 2 Over De Jonge Romhout Le Glay, p. 406 en p. 160. 3 Brieven van Van Lerbergen m lias Italië 1738. De vermaning van de Staten-Gen. was van 20 Sept. 1738. 4 Van Lerbergen, 4 Nov. 1738. 3 Res. St.-Gen., 2 Dec. 1738. 6 Van Hoey aan Vander Helm, 12 Dec. 1738. 126