Tekstweergave van GA-1941_JB038_00177

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De Juffrouw Agatha en de Maria Jacoha zouden nl. in convooi naar de Middelland - sche Zee vertrekken en d’Africaan zou zich later daarbij aansluiten. Het was in lang niet voorgekomen dat zich daartoe gelegenheid voordeed, maar op 11 Maart 1738 besloot de Admiraliteit van Amsterdam ’s lands schip de Brederode, een bodem van 52 stukken, met 270 koppen bemand, ter bescherming van koopvaarders door de Straat te zenden. Tot commandant werd aangewezen de (niet 76- doch 61-jange) kapitein Gijsbert de Lange! 1 Het besluit daartoe werd genomen, nadat de bewindhebbers de Oostmdische Com - pagnie hadden verklaard voor 1738 geen bescherming van hun retourvloot te verlangen. Het viel in Maart, toen Neuhofl nog nauwelijks in Amsterdam kan zijn geweest, want inde tweede helft van Februari was hij in Wurtemberg, en toen hij de nieuwe deelgenooten van de tweede expeditie stellig nog niet voor zijn plannen had kunnen winnen. Het zijn, dunkt mij, overwegingen, die ons tot het besluit moeten voeren dat hier van geen doorgestoken kaart of geheime medewerking van autoriteiten sprake is geweest. Pas nadat de reis van de Brederode vast stond, zoo kunnen wij het ons voorstellen, is er een combinatie gevormd om onder geleide van dat oorlogschip, d.w.z. onder toezicht van Gijsbert de Lange opnieuw voor Corsica uitte reeden en het laat zich denken dat De Lange zelf tot het nemen vaneen groot aandeel is gekomen, omdat hij verwachtte persoonlijk over de belangen te kunnen waken. Evenwel, het zou hier anders loopen dan m de bedoeling lag, want begin Mei moest De Lange „om mdispensabele saaken van Familie verzoeken van zijn commando ontheven te worden. In zijn plaats werd Alexander Frensel benoemd. 2 Voor de deelgenooten aanleiding om den nieuwen bevelhebber over wien De Lange zeker gunstige inlichtingen heeft gegeven in het vertrouwen te nemen en hem een parti - cipatie aan te bieden. Zoo komt het dan dat wij een acte vinden, waarin Frensel eind Mei 1738 volmacht geeft aan Jaspar Holten om gedurende zijn reis op een van ’s lands schepen te waken over zijn belang bij schip en lading van d'Africaan, „waarvan hy comparant mede reder komt te zyn . * * * Op 31 Mei ging de Brederode met twee van de koopvaarders m zee met Livorno als haven van bestemming. Men voerde allerlei oorlogstuig mee, maar ook uitrustmg - -1 Archief der Adm. n°. 1473. Adm. v. Amsterdam, res. v. II Maart 1738. 2 A.v., res. van 7 Mei 1738. 3 Nots. J. Ardinois, 22 Mei 1738 (9138, n°. 511). 123