Tekstweergave van GA-1941_JB038_00173

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de Juffrouw Agatha. Omtrent dit laatste schip rapporteerde hij dat de schipper hem na veel draaien had bekend inderdaad voor Neuhoff te hebben gevaren. Daar hadden de Genueezen dus een goede neus gehad. Hunne Hoogmogenden legden de stukken van Bouwer voor aan de Directie van den Levantschen Handel en dit lichaam adviseerde „dat de hollandse consul te Genua daarover bij de senaat van de republicq behoorde te klaagen dat hetzelve in het toe - koomende niet meer geschiedde 1 Hetgeen door de Staten-Generaal werd over - genomen en aanleiding gaf tot een forsch gesteld protest tegen dreigementen van Genueesche zijde, waaraan onschuldige Nederlandsche koopvaarders bleken bloot te staan! Het laat zich hooren dat de regeering van Genua het antwoord niet schuldig is gebleven. 2 * * * Wat er met Neuhoff is voorgevallen sinds hij van de Juffrouw Agatha op het Zweed - sche schip was overgegaan is met bekend. Pas m de tweede helft van Februari 1738 is er weer zekerheid omtrent zijn verblijf dooreen brief, dien hij schrijft uit Eybach in het Wurtembergsche. 3 Niet lang daarna moet hij wederom m Amsterdam zijn verschenen. De Corsicanen hadden mtusschen ook zonder hun konmg verder gestreden en de regeering van Genua was daardoor zoo afgemat dat zij opnieuw hulp zocht. Een overeenkomst van Frankrijk en den keizer garandeerde daarop het bezit van Corsica aan de Genueezen en zegde een Fransche expeditie naar het eiland toe tot herstel van orde en rust. Begin Februari 1738 kwamen de eerste troepen van generaal Boissieux op Corsica aan wal. Men zou verwachten dat onder deze omstandigheden wel iedere gedachte aan een nieuwe onderneming tot vestiging vaneen koninkrijk Corsica werd losgelaten. Theo - door mtusschen dacht er anders over en merkwaardigerwijs waren er ook weer Amsterdammers die daarin met hem konden instemmen, Boon m de eerste plaats. Ook nu moeten wij het stellen zonder kennis van het contract dat partijen over 1 Res. v.d. dlr. v.d. Lev. handel n°. 13, 28 Oct. 1737. 2 Reeds 25 Oct. had de raadpensionaris m de Staten van Holland medegedeeld wat de ware toedracht was. Op 23 Nov. viel het besluit tot schrijven vaneen scherpen brief ook over den overlast, dien de Juffrouw Agatha had ondervonden. De tekst bij Le Glay, p. 400. Genua antwoordde op 6 Juni 1738. 3 Jaussin, Mémoires historiques sur les principaux éüénements arrivés dans l de et royaume de Corse etc. (1758), 11, p. 40, waar ook documenten staan afgedrukt. 119