Tekstweergave van GA-1940_MB027_02155
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dec.
1940
AMSTELODAMUM
voorgesteld,
die
een
glasplaat,
welke
op
een
op
schragen
rustende
tafel
ligt,
behandelt,
naast
hem
twee
ateliermeubelen,
o.a.
een
slijpwerktuig,
aan
den
wand
gereedschap
en
een
rij
ronde
schijven
(slijpsteenen?).
De
spreuk
op
den
anderen
steen
luidt
8
);
BENEYT
NIEMANS
PROFYT
LAAT
ELLECK
OP
HOOPEN
BOUWE
WANT
OF
GY
HET
SCHOON
BENYT
HET
FERTUYN
»)
SAL
SYN
LOOP
HOUWE.
Wij
beelden
den
gevelsteen
met
de
werkplaats
af
naar
een
teekening,
die
de
firma
De
Bussy
dooreen
van
haar
teekenaars
liet
vervaardigen,
het
nemen
vaneen
photo
was
ten
gevolge
van
de
plaatsing
van
den
steen
niet
mogelijk.
3.
Wij
blijven
bij
het
glasbedrijf.
Inde
Zoutsteeg
kenden
v.
L.
en
ter
G.
11,
p.
136
de
Jonge
Glascramer
~een
man
met
een
glaskorf
en
drie
fles
-
schen”,
vandaar
dat:
inden
kaartcatalogus
der
huisnamen
op
het
Archief
bij
dezen
naam
staat
aangeteekend
„nog
om
-
streeks
1868
aldaar”.
De
Anonymus
van
het
Schetsboek
1876)
vermeldt
en
schetst
den
steen
op
nr.
H
96/9,
ook
Coorengel,
Jaarb.
111,
1905,
p.
151
kent
hem
—of
toen
nog
aanwezig,
is
bij
Coorengel
niet
altijd
zeker
10
)
—•:
de
Jonge
Glascramer,
Zoutsteeg
9.
Maar
dan
schijnt
hij
inde
literatuur
onder
te
gaan.
V.
A.
en
W.
(1903)
hebben
inde
Zoutsteeg
in
het
geheel
niets—
of
niets
meer—
opgemerkt,
de
Mon.
comm.
(1928)
wel
iets
anders
(nr.
3891),
maar
niet
den
Glascramer.
Niet
-
temin
is
hij
met
piëteit
bewaard,
hoog
inden
zijgevel
vaneen
nieuw
perceel
9—ll,
waarbij,
evenals
de
hem
vergezellende
fraaie
jaarsteenen
ANNO
—1669,
inde
smalle
steeg,
den
voorbijganger,
die
van
het
Damrak
naar
den
Nieuwendijk
doorsteekt,
lichtelijk
ontgaat.
Op
de
teekening
(pag.
156)
ook
hier
was
van
het
maken
vaneen
bruikbare
photo
geen
sprake
ziet
men
op
het
hoofd
van
den
kramer
de
op
een
kussentje
rustende
geopende
mand,
die
hij
dooreen
stok
in
evenwicht
houdt.
In
zijn
linker
hand
toont
hij
een
flesch,
twee
andere
staan
voor
hem
op
den
grond,
met
een
vierde
heeft
de
ontwerper
het
leege
vlak
gevuld.
1.
Aan
den
anderen
kant
van
den
Nieuwendijk,
St.
Nicolaasstraat
51,
heeft
men
een
pakhuis
met
den
gevelsteen,
een
bevlagden
viermaster
voorstellende,
D
BARCK.
Onmiddellijk
voor
de
D
zijnde
letters
IN,
waarvan
de
sporen
zichtbaar
zijn,
uit
-
geslepen,
achter
BARCK
een
open
vlak.
Het
Scheepvaartmuseum
moge
zijn
aan
-
dacht
op
dezen
steen
gevestigd
houden.
Reeds
met
een
enkel
woord
genoemd
bij
v.
L.
en
ter
G.
11,
p.
266,
dan
geschetst
bij
den
Anonymus
op
H
345/51
(„Barck”),
door
v.
A.
en
W.
niet
vermeld,
wel
bij
de
Mon.
comm.
nr.
2289
(17e
eeuw)
eveneens
niet
onderschrift
enkel
„Barck”,
wordt
hij
door
Coorengel,
p.
132,
als
Barckman
geregistreerd.
Is
dit
bijgeval
geschied
in
herinnering
aan
den
waren
huisnaam?
Niemand
tot
dusver
heeft
namelijk
opgemerkt,
dat
het
huis
nog
een
tweeden
gevel
-
steen,
onder
den
hijschbalk,
bezit,
wel
is
waar
een
heel
kleinen,
misschien
wel
den
kleinsten
van
heel
de
stad,
op
het
oog
geen
1y
2
d.M.
hoog
en
breed,
waarop
een
8
)
Ook
bij
v.
L.
en
ter
G.,
11,
p.
181,
v.
A.
en
W.,
p.
60.
°)
Sic.
10
)
Vgl.
mijn
desbetreffende
opmerking
in
dit
Maandblad,
Sept.
1936,
p.
97,
n.
1.
155