Tekstweergave van GA-1940_MB027_02139

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Nov. 1940 AMSTELODAMUM plein, dijk, park enz.). Moet men hier nu de analogie volgen van Frederiksplein of van Rembrandtplein, Frederik Hendrikplein, Thorbecke-plein enz.; van Willems - park of van Vondelpark? Consequentie bestaat hier niet (evenmin als in schaapskooi tegenover schaapherder; stadhuis tegenover stadsgracht; Handel(s)school, Handel - maatschappij tegenover handelsbank, handelshogeschool). Het is niet mijn be - doeling om binnen het raam vaneen naschrift, in dit tijdschrift, nader op deze kwestie in te gaan. Maar dit moge voldoende zijn om de inzender duidelijk te maken dat zijn vraag niet in twee woorden volkomen bevredigend kan worden beantwoord. Wel kan men zeggen: bij betrekkelijk jonge namen van straten enz., die bestaan uiteen persoonsnaam -f volgend lid, blijft gewoonlijk een tussenletter uit: Bilderdijk - straat, -kade, -park; P. C. Hooftstraat; Berlage-brug, Van Eeghenstraat, Van Eeghenlaan enz. enz. (maar Willemsstraat, Willemspark!). Daarbij valt te consta - teren inde dagelijkse omgangstaal een zekere neiging om sin te voegen: Rembrandts - plein; ook Vondelspark heb ik wel eens gehoord. Evenwel, wat voor jongere samenstellingen op dit gebied geldt, namen die meestal een officiële geboortedatum hebben, die gemaakt zijn in raadskamer öf gemeentelijke bureau’s, behoeft nog niet te gelden voor ouden, die, althans ten dele, op andere wijze kunnen zijn ontstaan, inde volksmond; en langs die weg geleidelijk algemene gangbaarheid, officiële sanctie hebben gekregen. Namen waar een meer of minder bewust gevoelde genitiefverhouding aan ten grondslag kan liggen, of mogelijk analogisch en onbewust een rol kan hebben gespeeld. Op een dergelijke genitief wijst het eerste lid van verschillende oude stedelijke toponymica; voorbeelden met een vrouwennaam als eerste lid zijnde Sint Agnieimstraat (St. Agn. Kapel), de Sint Luciénsteeg enz., waar de en, in oorsprong althans, de oude genitief-uitgang is. Mannelijke tegenhangers zijn namen als: Sint Jacoh.vstraat, Sint damstraat, Sint Pieterssteeg, Sint Olofspoort, met een genitief-s. Dus ook Sint Antoniesbreestraat ? Ik heb geen bezwaar; reeds vroeg bezat onze stad een St. Antoniesgasthuis, een daarnaar genoemde Sint Antoniesdijk. Maar, er zijn anderen die meer bevoegd zijn op het gebied van oud-Amsterdamse straat- en andere namen. Ik houd mij bij algemene zaken en moet hier wijzen op nog een moment dat voor s kan pleiten. Antonius, de heilige Antonius, heette vroeger ook inde volksmond Sint Antonis (Anthonys; met dat nieuwe teken y kan de inzender nog vier varianten maken!). Bekend is het Tonijsverken ( = St. Antoniusvarken), dat de broederschappen van de heilige Antonius ter herinnering aan hun patroon op de stadsweide mochten laten weiden (ze werden dikwijls ten behoeve der armen gemest). Zo kan dus des hier ten slotte ook nog een deel van de eigennaam (Antonius: Antonys) zelf zijn! En dan nog Antonie of Anthonie? Van huis uit is de Latijnse eigennaam Antonius zonder h. De th is een jongere spelling, waarschijnlijk wel opgekomen als quasi - geleerdheid, als deftigheidje, onder invloed van de talrijke Griekse eigennamen met oorspronkelijke th. In Middeleeuws Latijn vindt men al herhaaldelijk de spelvorm Anthonius. Ten slotte: een zekere consequentie zijn we aan de heilige Ant(h)onius verschuldigd. Men zou in oude documenten (kaarten, archiefstukken) kunnen nagaan, welke de meest gebruikelijke spelling van de eigennaam is, als eerste lid van Amsterdamse namen van gebouwen, straten enz. Mogelijk is die in weerwil van de vele inconsequenties die men daar ongetwijfeld zal aantreffen te vinden. Men neme die en passé ze consequent toe; ziedaar de (enigszins onverwachte) moraal van dit lange naschrift. A. A. Verdenius. „MOOI LIEYERTJE, LOOP JE ’ï GRAGHTJE MEE ROND?”. Wijlen Stelling-commandanï Fabius de dichter? In het October-nummer van ons Maandblad stelde, naar men weet, de heer A. Loosjes de vraag, of een onzer lezers hem misschien zou kunnen inlichten 139