Tekstweergave van GA-1940_MB027_02138

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Nov. 1940 steeg], t Boerendansslopgen [vervallen], Watersteech, Tacksteech, die beide nog zoo heeten. Bevestigd wordt dus voor de 16e eeuw, wat ik p. 115 uiteen verborgen en niet gedocumenteerde mededeeling bij Ter Gouw p. 229 ten aanzien van de 17e eeuw afleidde; de naam Spaarpotsteeg gold oorspronkelijk de tegenwoordige Gapersteeg. Wanneer dus een niet nader gedocumenteerde mededeeling inden Navorscher 1867 p. 224 vaneen huis Inde Spaarpot op het Rokin in het laatst der 16e eeuw spreekt, dan mag men thans gerust dit huis localiseeren op den hoek van de tgw. Gaper - steeg. De tgw. Spaarpotsteeg heeft aan dezen gevelsteen niet haar naam te danken. Veeleer is op haar zelve de naam van de volgende, thans Gapersteeg genoemde, steeg overgebracht. Den gang van zaken namelijk stel ik mij thans aldus voor. Toen de Jacoh van Coolen - steeg op grond van het uithangteeken inde Kalverstraat gaandeweg als Spreeuwpot - steeg werd aangeduid, ontstond er tusschen deze benaming en de er op gelijkende van de volgende steeg, Spaarpotsteeg, verwarring en verwisseling. Men ging ook eerstgenoemde steeg Spaarpotsteeg noemen. Arnold heeft door zijn gevelsteen Inde Sprevpot aan de Rokin-zijde van de steeg nog eens den nadruk op den naam Spreeuw - potsteeg gelegd. Wat echter den strijd tusschen beide namen niet beslechtte. Twee Spaarpotstegen nevens elkander leverden ook bezwaar op. Men vernoemde de oorspronkelijke steeg naar het embleem vaneen ander huis tot Gapersteeg, en de naam Spaarpotsteeg hechtte zich van lieverlede definitief aan de andere met den assonanten naam getooide steeg, en won het pleit. En wel in die mate, dat nu een huisnaam „de Spaarpot wij mogen het op gezag van wijlen Corn. J. Gimpel aannemen, al is zijn mededeeling in Buiten 1914 p. 275 niet dooreen bewijsplaats gestaafd en al wordt deze Spaarpot evenmin in zijn Kaartcatalogus der huisnamen op het Archief geregistreerd —, naar het schijnt vaneen logement, op den N.-hoek van en genoemd naar deze Spaarpotsteeg op Rokin 20, naast of tegenover den Spreeuwpot op Rokin 22, werd gevestigd. Mijn vriendelijke dank aan Mej. van Eeghen voor de citaten uit de archiefstukken. Amsterdam. M. Boas. WELKE IS RE JUISTE SPELLING? Een onzer medeleden, de heer P. A. Kater, schrijft ons het volgende: In het artikel betreffende ~de naambordjes der bruggen” (blz. 121 van het laatst uitgekomen maandblad) staat als een dezer vermeld: „Sint Anthoniesluis”, welke naam, zooals ik las, toen ik mij daarvan persoonlijk overtuigde, letterlijk gespeld, op die brug zelf ook voorkomt. In het artikel betreffende „En nu Nederland in” (blz. 131/132 van het laatst uitgekomen maandblad) staat op blz. 132, regels 14/15 van boven, vermeld: Sint Antoniespoort. Op het aangebrachte straatnaambordje inde straat van dien naam, staat, zooals ik zag, vermeld: „Sint Antoniesbreestraat”. Ik vraag nu: Hoe moet het bedoelde geschreven worden: Sint Ant/mnie of Sint Antonie en Sint AntAoniesluis of Sint Antoniessluis? Wij hebben deze vraag voorgelegd aan prof. dr. A. A. Verdenius, hoogleeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, eveneens lid van ons Genootschap, die zoo vriendelijk was de vraag op de volgende uitvoerige wijze te beantwoorden. De redactie verzoekt mij om een naschrift bij het bovenstaande. Hoe moet het geschreven worden? Laat ik vooropstellen: niet zoals het blijkbaar officieel gebeurt, nu eens met t, dan met th; nu eens met de tussenletter s, dan zonder s, maar conse - quent, één van de vier bovengenoemde schrijfwijzen. Welke, vraagt de inzender. Dat is een moeilijker te beantwoorden vraag. We hebben hier een compositum, bestaande uiteen eigennaam, een persoonsnaam, gevolgd door straat, sluis (weg, 138