Tekstweergave van GA-1940_MB027_02136

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Nov. 1940 reeds 160 kinderen verpleegd. De kinderen werden verzorgd door de suppoosten of binnenmoeders. De Dames Regentessen werden Buitenmoeders of moeders genoemd en de Regenten vaders, zooals dat ook nu nog gebeurt. Niettegenstaande alle verbeteringen en verbouwingen van de laatste jaren was en bleef het Godshuis een oud gebouw en geheel ongeschikt om het groot en steeds toenemend getal weezen behoorlijk te huisvesten. Van 1775 —1782 was het getal kinderen wederom van 235 tot 272 aangegroeid, velen moesten worden geweigerd of buitenshuis worden besteed. Besloten werd een nieuw Godshuis te bouwen en wel op dezelfde plaats tusschen de Handboog- en de Voetboogstraat. De weezen zijn in dien tijd ondergebracht in het oude Spinhuis. De heeren Regenten wilden een huis bouwen dat hecht en sterk was, maar ook ruim genoeg zou zijn om voor vele geslachten de weezen een gezond verblijf en woonplaats te geven. Er werd een beroep gedaan op de liefdadigheid der Katholieken. Het bedrag dat bijeen gebracht werd, was / 230.000. Het gesticht werd nu den 24 en 25 Sept. 1787 door de weezen betrokken en is tot dusverre door de suppoosten verzorgd. Omstreeks 1832 werd de Congregatie der Zusters van Liefde gesticht door Mgr. Zwijsen. Op verzoek der Regentessen kwamen deze ook hier. Thans iets over de verzorging der weezen, gelijk die nog heden ten dage geschiedt. De voeding is zeer goed; ’s morgens krijgen de kinderen altijd iets op de boterham, ’s middags vleesch, groenten en aardappelen (Vrijdags visch of ei met groenten en aardappelen). Met feestelijke gelegenheden een extraatje (soep en pudding), in fruittijd vruchten. Ook voor een tweeden of derden keer kunnen de kinderen zich laten bedienen. Als een kind jarig is, krijgt het een cadeautje en mag iets vragen bij de boterham van half vijf. De kinderen dragen ’s winters een zwarte jurk met wit kraagje, een alpinomuts en blauwe mantel; met naar schoolgaan een cape; ’s zomers door de week katoenen jurken, blauw met wit en wit schort; ’s Zondags een licht grijze linnen jurk of witte blouse met zwart rokje. Het waschgoed wordt versteld op de naaikamer door de groote meisjes, die ook de kousen maken, met de groote schoolkinderen. De kinderen slapen op open slaapzalen, behalve de tien oudste meisjes die een eigen chambretje hebben. De kinderen zijn in vier afdeelingen verdeeld, n.l. de kinderkamer, de kleine schoolkinderen, de groote schoolkinderen en de groote meisjes. Elke afdeeling heeft een zaal, die gebruikt wordt als eetzaal en recreatiezaal. De groote meisjes hebben een eetzaal en recreatiezaal. Het geheele huis heeft electrisch licht en centrale verwarming. Ook voor een goede hygiënische verzorging wordt gewaakt, door badgelegenheid enz. Er is voorts een algemeene speelplaats en een overdekte galerij met ringen en gymnastiektoestellen, verder nog een speeltuin bij het St. Elisabeths gesticht. In het midden daarvan is een groot grasveld voor korfballen enz. De medische verzorging wordt uitgeoefend door dr. Vetter. Dr. Deinse zorgt voor geregelde controle van de tanden. Zoo noodig worden de kinderen naar een sana - torium of eenvoudig naar buiten gezonden. De kinderen staan om kwart voor zes op en gaan, naar gelang van den leeftijd, om half acht, 8V 4 en half negen naar bed. Inden zomer is alles een half uur later. De leerplichtige kinderen gaan naar de school op de Egelantiersgracht. Na vol - brachte leerplicht mogen zij die willen en aanleg hebben naar de Mulo. Zij kunnen doorstudeeren voor onderwijzeres of fröbelonderwijzeres, verpleegster enz. De andere meisjes volgen in huisde lessen van de huishoudschool. Eenmaal inde week krijgen de groote meisjes gymnastiekles, de kinderen die het noodig hebben doen heilgymnastiek. De Eerwaarde Heer Rector en Zuster Assistant zorgen voor de godsdienstige lessen. Eens inde week hebben de kinderen een vrijen leesavond en ook’s Zondags. Inden vrijen tijd oefenen zij zich inde fraaie handwerken; daarvan wordt eens in het jaar tentoonstelling gehouden. 136