Tekstweergave van GA-1940_MB027_02135
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Nov.
1940
AMSTELODAMUM
het
r.k.
maagdenhuis.
Het
tweede
gebouw
dat
wij
Zaterdag
16
November
a.s.
zullen
bezoeken,
is
het
R.K.
Maagdenhuis
op
het
Spui.
Hieromtrent
deelt
de
waarnemend
Eerwaarde
Moeder
ons
het
volgende
mede,
inde
eerste
plaats
wat
de
geschiedenis
betreft.
Het
eerste
weeshuis
dat
in
1523
gesticht
werd,
is
het
Weeshuis
inde
Kalverstraat
het
z.g.
Burgerweeshuis.
Het
getal
der
kinderen
nam
snel
toe,
zoodat
de
geldmiddelen
niet
toereikend
waren
om
de
weezen
te
onderhouden
en
dus
ook
niet
alle
kinderen
konden
worden
opgenomen.
Den
kinderen
werd
dan
een
onderkomen
verschaft
bij
de
burgerij,
maar
’s
middags
en
’s
avonds
zag
men
ze
langs
de
grachten
en
straten
om
den
kost
te
bedelen.
Zij
waren
aldus
aan
veel
gevaren
blootgesteld.
Waarschijnlijk
tengevolge
hiervan
werden
twee
aanzienlijke
vrouwen
van
onze
stad
bewogen
eenige
meisjes,
die
niet
in
het
Burger-weeshuis
konden
worden
opge
-
nomen,
onder
haar
hoede
te
nemen
en
een
huis
te
stichten
waar
zij
tegen
gevaren
naar
ziel
en
lichaam
bescherming
konden
vinden.
Heze
vrouwen
waren
Maria
Laurens
Spiegel
en
Aaltje
Pieters
Foppens.
Waarschijnlijk
was
deze
stichting
inden
aanvang
klein
en
onaanzienlijk
en
men
Weet
ook
niet
waar
die
gevestigd
was.
De
omstandigheid
dat
een
dezer
vrouwen
later
een
huisje
op
het
Bagijnhof
gehad
heeft,
doet
veronderstellen
dat
het
daar
geweest
is,
maar
er
is
geen
enkele
reden
dit
als
vast
aan
te
nemen.
Het
eerste
authentieke
stuk
waarin
wij
deze
stichting
vermeld
vinden,
is
het
testament
van
den
vader
vaneen
der
stichteressen.
Nauwelijks
was
de
stichting
aangevangen
of
ze
dreigde
onder
te
gaan
inde
stormen
die
er
opstaken
bij
gelegenheid
van
de
verandering
der
regeering
en
de
onderdruk
-
king
van
den
Katholieken
Godsdienst.
In
deze
moeilijke
tijden
schijnen
de
stichteressen
het
noodig
geoordeeld
te
hebben
zich
mannelijken
bijstand
te
verzekeren
en
zoo
kwamen
de
eerste
bestuurders.
Intusschen
groeide
het
getal
der
weezen
en
moest
naar
ruimere
woning
worden
omgezien.
Door
de
verandering
der
regeering
werden
°ok
de
geestelijkheid
en
de
zusters
uit
hun
kloosters
verjaagd.
De
zusters
van
het
St.
Margaretha-convent
inde
Nes
verlieten
hun
klooster
en
om
het
tegen
verbeurd
-
verklaring
te
vrijwaren,
sloten
zij
een
verdrag
met
Aaltje
Pieters
Foppens
en
Michielsz
Loeff,
waarbij
zij
het
klooster
verhuurden
ter
bewoning
door
de
wees
-
kinderen.
Zes
jaar
later
in
1585
moesten
zij
dit
gebouw
weer
verlaten
doordat
de
stad
de
geestelijke
gebouwen
als
eigendom
beschouwde
en
de
meisjes
werden
overgebracht
ineen
huis
op
den
Nieuwezijds
Voorburgwal.
Uit
den
aard
der
zaak
werd
inde
eerste
tijden
der
Reformatie
de
stichting
geheim
gehouden
maar
zij
werd
oogluikend
toegelaten,
daar
zoovele
weezen
hier
werden
opgevoed
die
anders
ten
laste
der
stedelijke
inrichtingen
kwamen.
Intusschen
was
in
1591
de
stichteres
Aaltje
Pieters
Foppens
overleden.
Het
schijnt
dat
in
dezen
tijd
de
stichting
vooral
onder
de
Katholieke
stadgenooten
meer
gekend
en
gewaardeerd
begon
te
worden.
Behalve
de
vele
giften
uit
de
hand,
die
voor
het
onderhoud
der
weezen
werden
gegeven,
werd
de
stichting
reeds
inde
16de
eeuw
niet
legaten
bedacht.
Uiteen
der
testamenten
blijkt
dat
reeds
in
1599
deze
stichting
°nder
den
naam
van
Maagdenhuis
bekend
was.
In
1626
werd
door
de
Regenten
besloten
een
nieuw
gesticht
te
bouwen
om
het
groote
getal
der
kinderen.
Er
werd
naar
een
gelegenheid
uitgezien
en
gevonden
aan
het
Beneden
Sp
ui.
Waarschijnlijk
hebben
zij
dit
huis
in
Mei
1629
betrokken.
Nadat
de
stichting
in
ee
n
eigen
huiswas
ondergebracht,
trok
zij
meer
dan
vroeger
de
aandacht
en
de
sympathie
van
de
Katholieken
van
Amsterdam,
die
zoowel
bij
testament
als
door
giften
het
Godshuis
mild
bedachten.
Ook
door
collectes
langs
de
huizen
werden
groote
sommen
bijeen
gebracht.
Het
schijnt
ook
dat
in
1611
begonnen
werd
de
preisjes
te
laten
naaien
voor
de
menschen
inde
stad,
waardoor
ook
een
jaarlijksch
mkonren
verkregen
werd.
Het
getal
der
kinderen
nam
steeds
toe.
In
1689
werden
135