Tekstweergave van GA-1940_MB027_02116
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Oct.
1940
hernieuwd
perceel,
Kolksteeg
12,
hersteld.
14
)
Het
herstel
van
dezen
steen,
schoon
op
zich
zelf
een
verheugenis
en
temeer
nu
de
gevelsteen
in
harmonie
is
met
het
in
het
nieuwe
perceel,
een
brouwhuis,
uitgeoefende
bedrijf,
is
van
historisch
standpunt
toch
niet
geheel
te
verantwoorden
15
).
Herplaatsing
vaneen
gevelsteen
dient
te
geschieden
ineen
perceel,
dat
de
continuïteit
met
het
oorspronkelijke
bewaart,
of
anders
op
een
beperkte
of
algemeene
verzamelplaats,
waar
een
aantal
gevelsteenen
van
buurt,
stad
of
land
een
onderkomen
vindt.
Hier
is
mis
-
verstand
omtrent
de
historiciteit
van
den
steen
te
eerder
mogelijk,
omdat
hij
geplaatst
is
in
het
milieu
der
van
de
Kolk
afkomstige
steenen
(de
vier
gekroonde
Evangelisten,
herplaatst
N.Z.
Kolk
5,
vroeger
Kolksteeg
1;
de
steenen
uit
de
buurt
inden
zijgevel
van
het
nieuwe
perceel
N.Z.
Kolk
18)
en
het
met
een
dezer
steenen
in
verband
staande
wapenschild
N.Z.
Kolk
7,
vgl.
Jaarboek
XXXIV,
1937
p.
52
n.
3.
Maar
niettemin
is
het
herwinnen
en
het
herplaatsen
van
dezen
steen
een
gelukwensch
waard.
Amsterdam,
Sept.
1940.
M.
Boas.
VERLOREN
GEWAANDE
GEVELSTEEN
TERECHT:
„T
GEVOEL”.
Het
is
reeds
eenigen
tijd
geleden,
dat
dr.
M.
Boas
in
ons
maandblad
eenige
pagina’s
wijdde
aan
het
gevelsteenenquintet
met
voorstellingen
van
de
vijf
zintuigen,
dat
destijds
te
zien
was
inde
gevels
Utrechtschestraat
27
tot
en
met
35
1
).
~De
Smaeck”,
thans
inde
gevelsteenenverzameling
inde
Sint
Luciënsteeg,
en
~t
Gesicht”,
thans
inden
muur
vaneen
bijgebouw
van
het
Rijksmuseum,
werden
toen
besproken
en
afgebeeld.
Het
is
jammer
zoo
schreef
dr.
Boas
toen,
dat
aan
de
beide
bijeen
behoorende
steenen,
die,
nu
de
drie
anderen
zijn
verloren
gegaan,
in
nog
sterker
mate
dan
voorheen
als
pendanten
kunnen
worden
opgevat,
een
verschillende
op
-
stelling
is
beschoren
geworden.
Ineen
artikel
in
Be
Telegraaf
behandelde
ik
eenige
maanden
geleden
2
)
vrij
globaal
den
seriebouw
in
oud-Amsterdam,
dat
ik
sloot
met
een
beroep
op
de
schare
lezers,
die
mij
reeds
vele
malen
per
brief
van
haar
belangstelling
in
Amsterdams
verleden
blijk
gaf,
om
eventueel
geconstateerde
lacunes
op
te
vullen.
De
brieven,
welke
ik
op
dezen
oproep
mocht
ontvangen,
waren
vele
en
onder
hen
was
er
een,
die
in
verband
met
het
bovenstaande
van
belang
is.
Bedoeld
schrijven
was
van
de
hand
van
den
heer
J.
J.
C.
Kruiste
Barne
-
veld,
die
de
verblijdende
mededeeling
kon
doen,
dat
zich
in
zijn
bezit
nog
een
derde
lid
van
de
Vijf
Zinnen
-
groep
bevond,
en
wel
~t
Gevoel”.
En
inderdaad!
Verscholen
op
een
binnenplaatsje,
nog
geen
halven
meter
van
den
grond,
inden
muur
vaneen
bijgebouwtje
ingemetseld,
sleet
en
slijt
14
)
Een
aantal
artikelen
hierover
inde
dagbladpers,
o.a.
Alg.
HbL,
11
Aug.
1940,
Ocht.
bl.
Ie
bh;
N.
R.
Ct.
17
Aug.
1940,
Av.
bl.
C.
15
)
Volkomen
onverantwoord
is
bv.
de
verwijdering
van
den
gevelsteen
met
den
Sperwer
en
de
Duif
uiteen
nog
bestaand
perceel
(Rapenburgerstraat
9)
en
herplaatsing
in
het
perceel
Alexander
Boersstr.
6D,
waarover
ik
in
dit
Maandblad,
Mei
1936
p.
66
vgg.,
geschreven
heb.
4
)
Oct.
1938,
pag.
115—119.
2
)
Av.
bl.
18
Mei
1940.
116