Tekstweergave van GA-1940_MB027_02113
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Oct.
1940
AMSTELODAMUM
de
spreeuwpot.
De
jongste
weken
hebben
onzen
voorraad
gevelsteenen
op
verrassende
wijze
met
vier
stuks
vermeerderd;
drie
waren
verre
bekenden,
die,
verwijderd
van
hun
zich
het
café
met
het
ouderwetsche
zitje
inde
stoep
—,
kwam
onder
de
gcvelbetim
-
mering
de
steen
met
den
spreeuwpot
en
de
beide
spreeuwen
voor
den
dag
).
Ons
medelid
Ir.
H.
Voorham,
van
de
firma
Oerlijn
&
de
Haan,
die
de
leiding
van
den
bouw
heeft,
had
de
heuschheid
ons
Maandblad
de
primeur
van
de
afbeelding
te
verleenen;
als
beschrijving
laat
ik
hier
volgen
die,
welke
inde
A
.
holt.
Ct.,
Av.
81.
8.,
p.
2
van
Zat.
31
Aug.
1940,
de
ik
mag
wel
zeggen:
onze
Amsterdamsche
correspondent
er
van
geeft:
~De
steen
geeft
een
tegen
den
muur
vaneen
gebouw
(de
voegen
tusschen
de
baksteenen
ervan
zijn
duidelijk
aangegeyen)
opgehangen
aarden
kan
met
oor
te
zien,
die
dient
als
vogelhuis
Deze
kan
is
bewoond
door
een
spreeuwenfamilie.
Een
van
de
ouders
zit
op
een
aan
de
kan
bevestigd
aan
-
vliegstokje,
en
voert
twee
jongen,
die,
reikhalzend,
zooals
hongerige
vogels
dat
kunnen
doen,
den
kop
naar
buiten
steken.
En
de
andere
oude
vogel
zit
op
den
hals
van
de
kan
toe
te
kijken.
Er
onder
staat:
„INDE
•
SPREVPOT
.
Sporen
van
beschildering
zijn
nog
over.
~De
buik
van
de
kan
is
nog
wat
rood
gekleurd,
de
lucht
er
naast
l^laLlwac^ltl^
,,
.
Hoe
lang
deze
gevelsteen
aan
het
oog
van
den
voorbijganger
is
onttrokken
geweest,
laat
zich
voorshands
reeds
hieruit
af
leiden,
dat
de
Anonymus
van
het
Schetsboek
ten
Archieve
(±
1876)
tusschen
Taksteeg
en
Dam
op
het
Rokin
slechts
vier
gevelemblemen
vermeldt:
op
E
108/90
het
Heidelberger
Vat
(zie
ben.),
op
E
136/64
den
Indiaan
met
pijl
en
boog
(nog
aanwezig),
op
E
139/60
de
zeven
kerken
van
Rome,
op
E
158/30
de
roode
molen
anno
1761,
maar
met
onzen
Spreeuwpot.
,
Wat
is
een
spreeuwpot
?
Het
geheel
verouderde
woord,
dat
onze
hedendaagsche
Nederlandsche
woordenboeken
als
Kuipers
(1901),
Van
Dale
6e
dr.
(1924),
Koenen-
Endepols
19e
dr.
(1939)
niet
meer
registreeren,
is
uit
het
Middelnederlandse!!
(vgl.
Verdam,
M.
Ned.
Wb.
VII,
kol.
1804)
2
)
en
uit
de
16e
en
17e
eeuw
bekend
(vgl.
Woordenb.
der
N.
Taal,
XIV,
1936,
kol.
3005).
Kiliaen
verklaart
„spreeuw-pot”
met
')
De
allereerste
kondschap
van
de
vondst
kreeg
Amstelodamum
van
ons
medelid,
den
heer
tl.
W.
Alings.
2
)
Een
glossarium
verklaart:
pots
a
nourrir
estourneaux.
113
oorspronkelijke
stand
-
plaats,
voor
goed
ver
-
dwenen
of
verloren
sche
-
nen,
één,
nimmer
inde
literatuur
geciteerd,
bo
-
vendien
eenig
in
voor
-
stelling
en
in
benaming,
kwam
in
zijn
origineelen
staat
weer
aan
het
dag
-
licht,
de
steen
met
de
voorstelling:
de
spreeuw
-
pot.
Bij
de
verbouwing
van
het
perceel
Rokin
22
op
den
hoek
van
de
Spaar
-
potsteeg,
het
huis,
waar
de
wieg
van
het
restau
-
rant
Polman
gestaan
heeft
en
waarin
later
het
Wiener
Café
gevestigd
was
men
herinnert