Tekstweergave van GA-1939_MB026_15193
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dec.
1939
AMSTELODAMUM
volgende:
in
1754
moesten
de
gevels
van
het
Soldatengasthuis
voor
een
groot
deel
worden
vernieuwd
en
van
deze
gevels
was
de
westelijke
voor
de
grootste
helft
een
blinde
muur.
De
aannemer
van
het
werk,
bemerkende
dat
de
raamkozijnen
van
het
gebouw
zóózeer
vermolmd
waren,
dat
algeheele
vernieuwing
ervan
noodig
zou
zijn,
liet
nu
den
regenten
vragen
„of
niet
met
ruym
de
helft
derzelve
Lugt
en
Ligt
genoeg
sal
sijn
in
gemeld
sieken
-
huys”.
De
kosten
der
verbouwing
van
het
Ver
-
bandhuis
bedroegen
/
61,000,
een
niet
gering
bedrag,
wanneer
men
bedenkt,
dat
de
bouw
van
het
Pesthuis
(onlangs
ge
-
sloopt)
ruim
/
147,000
beliep.
Aan
het
initiatief
tot
het
besluit
herinnert
de
nog
welhaast
onbeschadigde
gedenksteen,
welke,
tot
aan
de
afbraak,
in
1897,
den
voorgevel
van
het
gebouw
versierde
en
die
thans
dein
den
tuin
van
het
Rijks-
Museum
geplaatste
Groninger
Heere
-
poort
opluistert.
De
steen
stelt
voor
het
wapen
van
den
regent
Jhr.
Philip
Gilles.
De
stichting
der
Amsterdamsche
Genees-,
Heel-
en
Verloskundige
School
(1828)
en
haar
vestiging
in
het
Binnengasthuis
hebben
reeds
vrij
spoedig
geleid
tot
het
verbeteren
van
de
operatiegelegenheid.
Later
volgden
ook
de
ziekenzalen.
De
opheffing
der
School
en
de
vereeniging
daarvan
met
het
Athenaeum,
in
1867,
werd
gevolgd
door
de
uitbreiding
van
het
aantal
onderwijsklinieken.
Naast
prof.
C.
N.
Tilanus
werd
een
tweede
hoogleeraar
inde
heelkunde
benoemd.
Welke
primitieve
hygiënische
begrippen
er
tot
dusver
nog
hadden
bestaan,
blijkt
wel
uit
het
besluit
van
het
Gasthuis
-
bestuur
in
1869,
in
het
daarop
volgend
jaar
„de
geheele
voorraad
chirurgische
instrumenten
te
doen
schoonmaken,
het
-
geen
in
7
jaren
niet
is
geschied.”
Zoo
gaat
de
schrijver
de
ontwikkeling
van
het
Verbandhuis
ook
verder
na.
De
groote
verbetering
kwam
onder
prof.
Rotgans,
die
in
October
1893
prof.
J.
W.
R.
Tilanus
opvolgde.
Tot
de
uitvoering
der
in
overleg
met
den
nieuwen
hoog
-
leeraar
en
den
geneesheer-directeur
dooi
-
den
architect
Leguit
ontworpen
plannen
voor
een
nieuwe
kliniek,
werd
inden
voorzomer
van
1897
met
het
sloopen
van
het
gebouwencomplex
en
de
barak
aan
-
gevangen.
Deze
kliniek
was
de
eerste,
die
terstond
electrisch
verlicht
en
vaneen
automa
-
tische
tijdaanwijzing
voorzien
werd.
Op
8
October
vond
de
opening
plaats
met
een
toespraak
van
prof.
Rotgans.
Ook
deze
kliniek
heeft
haar
roem
reeds
overleefd.
Op
het
terrein
van
het
Wilhel
-
mina-Gasthuis
is
dein
den
aanvang
ge
-
noemde
dubbele
chirurgische
kliniek
ver
-
rezen.
Wanneer
is
het
Singel
gegraven
?
Mr.
W.
F.
H.
Oldewelt
beantwoordt
deze
vraag
in
het
Handelsblad
van
8
November
j.l.
Tot
inde
allerjongste
publicaties
kan
men,
naar
hij
betoogt,
de
voorstelling
van
Ter
Gouw
aantreffen,
dat
Amsterdam
een
groot
gedeelte
der
15e
eeuw
heeft
besteed
aan
den
aanleg
van
de
nieuwe
stadswijken,
welke
buiten
de
oude
grachten,
de
beide
Achterburg
-
wallen,
werden
gevormd.
Aan
de
oost
-
zijde
werd
begonnen,
zoodat
kort
na
1425
de
nieuwe
buitengracht
werd
aan
-
gelegd,
die
tegenwoordig
de
Geldersche
Kade
en
de
Kloveniersburgwal
heet.
Maar
het
duurde
nog
geruimen
tijd
voordat
ook
de
westzijde
onderhanden
werd
genomen.
Pas
kort
na
1450
is
daar
de
buitengracht
gegraven,
welke
terecht
het
Singel
werd
genoemd.
In
deze
gedaante
is
de
stad
in
1481
dooreen
steenen
muur
omringd
en
in
1538
door
Corn.
Anthonisz
op
het
paneel
gebracht.
Amsterdam
zou
door
het
ontbreken
van
het
Singel
gedurende
bijna
een
kwart
eeuw,
nl.
van
omstreeks
1428
tot
1451,
een
onregelmatige
ge
-
daante
hebben
gehad.
Hoe
is
echter
met
deze
geijkte
voor
-
stelling
van
zaken
een
reeks
transport
-
akten
van
onroerende
goederen
te
rij
-
men,
vraagt
hij,
welke
aanvangt
met
een
akte
van
13
April
1428,
waarbij
iemand
een
huis
en
erf
verkoopt,
gelegen
tegenover
het
Begijnhof
„tusschen
der
stede
twee
innerste
graften
streckende
van
der
stede
oude
grafte
tot
an
der
stede
innerste
wije
grafte
toe”;
die
vervolgt
met
een
akte
vaneen
jaar
later,
welke
een
erf
gelegen
~over
tgast
-
huisbrugge
(kruising
Paleisstraat
—
193