Tekstweergave van GA-1939_MB026_15050

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Mrt. 1939 aandacht heeft getrokken, en dat velen de gelegenheid hebben aangegrepen, hun krachten aan deze belangrijke opgave te wijden. Een in alle opzichten te aanvaarden plan werd echter niet onder de ingediende ontwerpen aangetroffen. Wel was er een aantal plannen, waarvan de totale opzet in bijzondere mate de aandacht trok en van goede kwaliteiten getuigde. Uit deze groep selecteerde de jury de plannen waaromtrent zij adviseerde de ontwerpers tot deelneming aan de besloten prijsvraag uitte noodigen, daar zij verwachtte, dat dezen in staat zouden blijken, een goed raadhuis voor Amsterdam te ontwerpen. Het waren die, aangeduid met de motto’s: 13659 (ir. H. J. Zwiers); Meron (M. Duintjer en A. Komter); Anangké (J. F. Staal en A. Staal) en Belfort (J. F. Berghoef en ir. J. J. M. Vegter). Ook de besloten prijsvraag leidde echter niet tot een eindresultaat. De jury kwam tot de conclusie, dat het definitieve schetsontwerp inden zin van art. A 9 van het prijs vraagreglement, door deze prijsvraag niet is verkregen, ondanks de groote moeite, die de inzenders zich hebben gegeven en het voortreffelijke werk, dat in vele opzichten is tot stand gekomen. De thans gevolgde werkwijze heeft derhalve volgens den letter van genoemd artikel niet het beoogde resultaat opgeleverd. Desalniettemin heeft de jury de overtuiging dat, bij de voor de besloten prijsvraag ingezonden ontwerpen, twee plannen aanwezig zijn, welke door hun bijzondere kwaliteiten de verwachting wettigen, dat hieruit, zij het ook na omwerking, het definitieve schetsontwerp voor het raadhuis van Amsterdam kan worden verkregen. Deze plannen zijnde ontwerpen onder de motto’s Meron en Belfort (zie hierboven) Zoo de ontwerpers daarvan inde gelegenheid worden gesteld, hunne ontwerpen te herzien, is, naar de meening der jury, de kans groot, dat een ontwerp zal worden verkregen, dat het gewenschte definitieve schetsontwerp zou zijn, en dat dan niet in twee, doch in drie étappes zou worden bereikt. De jury bestond uit: W. de Vlugt, voorzitter; S. R. de Miranda, vice-voorzitter; W. A. de Graaf, A. R. Hulshoff, M. J. Granpré Molière, L. v. Ravesteyn, Herm. v.d. Kloot Meyburg, A. v.d. Steur, P. Vorkink, J. H. Mulder, secretaresse en A. O. Takkenberg, adjunct-secretaris. Het heeft van den aanvang af inde bedoeling gelegen alle op de prijsvraag ingezonden ontwerpen tentoon te stellen. Op Donderdag 16 Februari jh, des namiddags te drie uur, is die tentoonstelling - naar bekend is door den Burgemeester, in het Stedelijk Museum, geopend, in tegenwoordigheid o.a. van de Ministers Colijn en Slotemaker de Bruine. Zij blijft tot en met 13 Maart a.s. open en is toegankelijk tegen betaling van den gewonen entreeprijs van 10 cent voor het Museum; op werkdagen van 10—17 en van 19—22 uur, des Zondags van 12.30 —17 uur. Vermoedelijk is het overbodig alsnog onze leden op te wekken deze voor Amsterdam zoo belangrijke tentoonstelling te gaan bezoeken. Wij laten hier volgen de geschiedenis van de voorbereiding van den stadhuisbouw tot den dag van de opening der tentoonstelling: 22 Juli 1936 Besluit Gemeenteraad om B. en W. te machtigen een samen - gestelde prijsvraag uitte schrijven. 9 October 1936 Besluit van B. en W. tot benoeming der Jury. 21 ~ 1936 Installatie der Jury door den Burgemeester. 20 November 1936 Vaststelling van het reglement voor den wedstrijd en van het programma van eischen door B. en W. Begin December 1936 Toezending der programma’s aan aanvragers (ruim 1000 stuks) .Tot 5 maanden voor den datum van inlevering der schets - ontwerpen bestond er voor deelnemers gelegenheid, vragen over het programma te stellen; in totaal werden 273 vragen gesteld. 50