Tekstweergave van GA-1939_MB026_15043

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Febr. 1939 AMSTELODAMUM huis worden ingeleverd. Aan deze or - donnantie werd behoorlijk voldaan, maar enkele gilden verontschuldigden zich omdat al hun leden uit poorters bestonden. Er werden toch 27 lijsten ingeleverd en zij verschaften den be - werker de stof voor de beroepslijst over het enkele jaar 1688. Daaruit heeft hij belangwekkende conclusies getrokken, waarvoor wij echter naar het Handels - blad moeten verwijzen. Alleen deze cijfers: het kleermakersgilde telde het grootste aantal leden, n.l. 881, dat der wijn - koopers 611; er waren 432 vischver - koopers, 334 goudsmeden en 41 chirur - gijns, 412 bakkers, maar slechts 133 vleeschhouwers, 301 sleepers, 364 fruit - verkoopers, 790 steigerschuitenvoerders en 200 vlotschuitenvoerders. Het aantal advocaten bedroeg in 1688 volgens het Heerenboekje 100 en dat der notarissen 75. Men kan hierbij in het oog houden dat Amsterdam tegen het einde der 17e eeuw de 200.000 zielen naderde. Amsterdam, Heden en Toekomst. Het eerste nummer is verschenen van het geïllustreerd maandblad: Amsterdam, Heden en Toekomst, uitgave van Hol - kema en Warendorf N.V. alhier, met medewerking van de gemeente Amster - dam. Het streven van dit tijdschrift zal zijn, aldus schrijven ons de uitgevers, „de belangstelling voor de hoofdstad te wek - ken bij het groote publiek door de publi - catie van artikelen over Amsterdam, wat er is, wat er gebeurt en wat er gebeuren zal.” Amstelodamum begroet dit aan het par - ticulier initiatief ontsproten maandblad, opvolger van de (officieele) Amsterdam - sche Gids, met ingenomenheid, zooals ons Genootschap gaarne elkeen als bond - genoot en vriend verwelkomt, die wil meewerken aan het wekken of onder - houden van belangstelling en liefde voor de Stad der Steden. Blijkens den titel is het nieuwe maand - blad vooral gericht op heden en toekomst van Amsterdam. Het is een streven dat zich direct aansluit aan het onze, het - welk immers de bevordering van de ken - nis van het verleden en heden van Am - sterdam beoogt. Met voldoening mag geconstateerd wor - den, dat het eerste nummer er goed uit - ziet en dus een goede belofte inhoudt voor de toekomst. Het heeft een rijk geschakeerden, vlotgeschreven inhoud: een onderhoud met den wethouder voor publieke werken over de wedergeboorte van Amsterdam „die aanstaande is”, een. . . liefdesverklaring van Triangel: „Er is maar één Amsterdam” en bij - dragen getiteld: Lief en leed van den Overweg, Een sluis verdwijnt, een sluis komt (de Overtoomsche natuurlijk) en De Haven van Amsterdam. Alles bij mooie plaatjes. Burgemeester De Vlugt, onze Bescherm - heer, wijst er ineen Voorwoord terecht op, dat een stad als Amsterdam geen rustend geheel is, dat zich koestert inde eenmaal vergaarde schoonheid; het is een levend organisme, dat zich steeds iede - ren dag opnieuw aanpassen moet aan de eischen van den tijd. Nieuwe werken op menigerlei gebied dienen ondernomen te worden. . . . soms moet met een bloe - dend hart het stadsschoon geofferd worden aan den grooten dwingeland onzer eeuw: het verkeer. Aan de door hem genoemde ingenieurs en bouwmees - ters, in overheidsdienst en in particuliere bedrijven en in het bijzonder aan den dienst van Publieke Werken, mogen wij er aan toevoegen de moeilijke maar dankbare en groote taak de eischen van heden en verleden zoo goed mogelijk te vereenigen. Dat mede dit tijdschrift, het - welk zich in zijn eerste nummer al niet blind toont voor de historische schoon - heid onzer stad, hieraan moge mede - werken ! VAN DE BOEKENTAFEL. De bouwkunst van ons land, door J. J. Vriend, verschenen bij Scheltema en Holkema’s Boekhandel en Uitgevers Maatschappij N.V., Amsterdam. Dit boek is niet bedoeld voor vaklieden maar voor een ontwikkeld leekenpubliek en het kan als zoodanig ongetwijfeld goede diensten bewijzen. Te weinig weet „men” nog van de bouwkunst af; van de historische stijlen niet (maar dit blijft altijd een moeilijkheid, door het hier en 43