Tekstweergave van GA-1939_MB026_15021
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan.
1939
AMSTELODAMUM
mensch
en
houdt
daarmee
niet
op,
voor
-
dat
deze
door
’t
gekrabbel
en
het
kittelen
der
nageltjes
ontwaakt.
Wanneer
de
man
dan
wakker
wordt
en
dicht
bij
zich
een
hagedis
ziet,
dan
begrijpt
hij
dadelijk
dat
ergens
inde
buurt
zijn
vijand
huist
en
als
hij
rondom
zich
ziet
vindt
hij
hem
ook
wel.”
Dr.
Kossmann
l
)
verklaarde
in
verband
hiermee
Vondels
vers
(aan
de
meisjes
Hinlopen)
De
getrouwe
Haeghdis
(W.B.
IX.
280),
wees
nog
op
een
Emblema
van
Anna
Roemers:
„Een
Aechdis-heet,
waer
-
schouwer
van
de
Slangen,
en
ging
nauw
-
keurig
na
welke
oudere
literatuur
de
bron
zou
kunnen
zijn
van
dit
Europees
volksgeloof.
Mogelijk
zijn
dus
deze
gevel-hagcdissen
bedoeld
als
afweerders
van
dreigend
onheil.
Heil
zij
hier
eeuwig
in,
en
onheil
eeuwig
uit.
Reyn
hout
dit
huis!
Alkmaar.
J.
Aleida
Nijland.
De
korenmolen
te
Amstelveen.
Wij
lezen
in
Heemschut:
Amsterdam
en
omgeving
heeft
zoovele
molens
gehad
en
er
zijn
daarvan
zoo
weinige
overgebleven.
Het
is
daarom
verheugend,
wanneer
de
aangrenzende
gemeenten,
veelal
het
re
-
creatiegebied
van
den
Amsterdammer,
moeite
doen
om
de
molens
die
er
nog
zijn
te
behouden.
Het
is
mede
om
deze
reden,
dat
het
Gemeentebestuur
van
Nieuwer-
Amstel
den
dank
van
den
Amsterdam
-
mer
verdient
wegens
de
pogingen
tot
behoud
van
den
korenmolen,
pogingen,
die
met
succes
bekroond
zullen
worden.
Althans..
.
althans.
..
wanneer
de
laat
-
ste
loodjes
worden
aangebracht,
noodig
om
de
touwtjes
aaneen
te
knoopen.
Want
het
College
van
Gedeputeerde
Staten
stelt
den
Provincialen
Staten
van
Noord-
Holland
voor
aan
de
Gemeente
Nieuwer
-
Amstel
een
subsidie
van
/
310.
—
uit
de
Provinciale
kas
te
verleenen
inde
op
/
2950.
—
geraamde
kosten
voor
de
re
-
stauratie
van
den
windkorenmolen
te
Amstelveen,
onder
voorwaarde,
dat
door
het
Rijk
voor
hetzelfde
doel
een
bijdrage
1
)
Tijdschrift
v.
Ned.
T.
en
Letterk.,
ig.
53
(1934)
blz.
218-224.
van
vijftien
procent
dier
kosten
tot
een
maximum
van
/
450.
—
wordt
uitgekeerd
en
het
overige,
voorzoover
dit
niet
door
vereenigingen
en
particulieren
wordt
bijeengebracht,
door
de
Gemeente
wordt
verstrekt.
Dr.
Joh.
G.
Mezger’s
Amsterdamsche
jaren.
Op
12
en
13
November
is
te
Amsterdam
dr.
Joh.
G.
Mezger
herdacht.
Dit
geschiedde
ineen
wetenschappelijke
bijeenkomst
van
het
Nederlandsch
Ge
-
nootschap
voor
Heilgymnastiek
en
Mas
-
sage,
gehouden
in
het
Amstel-hotel,
waar
de
wereldberoemde
wrijf-
en
knijpdokter
van
1870
—1888
resideerde
en
waar
nu
ook
een
gedenkplaat
werd
onthuld.
In
dien
tijd
was
het
is
al
meermalen
opgehaald
het
Amstelhotel
het
verza
-
melpunt
van
alle
grootten
der
aarde,
die
daarheen
gingen
om
zich
door
dr.
Mezger
te
laten
genezen.
Beterschap
door
middel
van
wrijven,
knijpen,
kloppen,
beuken,
pijnigen
des
-
noods,
als
het
belang
van
den
patiënt
dat
meebracht
aan
hoevelen
heeft
deze
wonderdokter
inde
goede
beteekenis
van
dat
woord,
die
gebracht!
Niemand
minder
dan
Alberdingk
Thijm
heeft
daarvan
getuigd,
toen
hij
in
1885
in
de
Groene
een
gedicht
aan
dr.
Mezger
wijdde.
Men
begrijpt,
dat
Amsterdam
prijsstelde
op
het
blijvend
bezit
van
zulk
een
mensch,
zulk
een
aesculaap
ook
niet
weinig
om
dcjStoffelijke
jvoordeclen
daarvan
—en
dat
men
te
hoop
liep,
dat
de
beste
bur
-
gers
zich
opmaakten,
telkens
als
dr.
Mez
-
ger
dreigde
te
vertrekken.
Telkens,
want
het
gevaar
heeft
eenige
malen
bestaan,
om
eindelijk
onafwendbaar
te
worden.
Eerst
in
1884,
toen
de
omstandigheid,
dat
de
gemeente
een
groote
gasbuis
vlak
langs
zijn
huis:
Sarphatistraat
179,
zou
aan
-
leggen,
hem
deed
besluiten
naar
den
Haag
te
verhuizen.
Hij
kwam
hierop
echter
terug
onder
den
aandrang
van
vele
zijden
en
dank
zij
de
medewerking
van
het
ge
-
meentebestuur.
Algemeen
was
de
vreugd
en
een
negentig-tal
vrienden
en
vereer
-
ders
bood
hem
een
kostbaar
aandenken
aan:
een
bronzen
beeld,
ter
hoogte
van
1
meter.
Tn
1887
verscheen
weer
een
bericht
inde
21